Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 09 september 1999

Bericht betreffende de oprichting van een paritair comité en een nieuwe regeling van de werkingssfeer van paritaire comités De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, wiens kantoren gevestigd zijn te 1040 Brussel, Belliardstraat 51, brengt ter ke 1) een paritair comité op te richten waarvan de benaming en de bevoegdheid zouden zijn : « Artik(...)

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012491
pub.
09/09/1999
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Bericht betreffende de oprichting van een paritair comité en een nieuwe regeling van de werkingssfeer van paritaire comités De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, wiens kantoren gevestigd zijn te 1040 Brussel, Belliardstraat 51, brengt ter kennis van de betrokken organisaties dat zij overweegt de Koning voor te stellen : 1) een paritair comité op te richten waarvan de benaming en de bevoegdheid zouden zijn : « Artikel 1.Er wordt een paritair comité opgericht, genaamd « Paritair Comité voor de audio-visuele sector ».

Art. 2.Het Paritair Comité voor de audio-visuele sector is bevoegd voor de werknemers die hoofdzakelijk hoofdarbeid verrichten en hun werkgevers, die hoofdzakelijk of bijkomstig volgende ondernemingsactiviteiten uitvoeren : 1° ontwerpen, produceren, exploiteren of uitzenden van radio- of televisieprogramma's;2° ontwerpen, produceren of realiseren van audio-visuele produkten, andere dan langspeelfilms;3° toelevering van audio-visuele faciliteiten, zijnde conceptiewerk, diensten, materieel of personeel voor de uitvoering van de activiteiten vermeld onder punt 1° of 2°. De bevoegdheid van het Paritair Comité voor de audio-visuele sector inzake radio- of televisieprogramma's en audio-visuele producten strekt zich uit tot alle mogelijke gebruikte media.

Art.3. Het Paritair Comité voor de audio-visuele sector is niet bevoegd voor de activiteiten die ressorteren onder het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor het filmbedrijf. » 2) het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor het filmbedrijf (nr.303), vastgelegd bij koninklijk besluit van 9 februari 1971 (Belgisch Staatsblad van 19 maart 1971), te wijzigen als volgt : - de bepaling « te weten de ondernemingen voor productie, verdeling en exploitatie van films en voor de laboratoria » vervangen door « te weten de ondernemingen voor de productie of de verdeling van langspeelfilms, de bioscoopzalen en de ondernemingen voor de technische filmbedrijvigheid ». 3) het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf (nr.304), vastgelegd bij koninklijk besluit van 28 maart 1973 (Belgisch Staatsblad van 23 juni 1973), gewijzigd bij koninklijk besluit van 21 mei 1992 (Belgisch Staatsblad van 4 juni 1992), te wijzigen als volgt : - artikel 1, derde lid, aanvullen met volgende bepaling : « 4° de werknemers die hoofdzakelijk hoofdarbeid verrichten en hun werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de audio-visuele sector. » 4) het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector (nr.329), vastgelegd bij koninklijk besluit van 28 oktober 1993 (Belgisch Staatsblad van 17 november 1993), gewijzigd bij koninklijk besluit van 13 november 1996 (Belgisch Staatsblad van 29 november 1996), te wijzigen als volgt : - in artikel 1 de bepaling « 4. de niet-commerciële radio- en/of televisie-verenigingen » schrappen.

Voor de eventuele samenstelling van het Paritair Comité voor de audio-visuele sector kunnen de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties zich kandidaat stellen.

Voor de toepassing van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (art. 3) worden als representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties aangemerkt : 1. de interprofessionele organisaties van werknemers en van werkgevers, die voor het gehele land zijn opgericht en die in de Centrale Raad voor het bedrijfsleven en in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigd zijn;de werknemersorganisaties moeten bovendien ten minste 50 000 leden tellen; 2. de vakorganisaties die aangesloten zijn bij of deel uitmaken van een onder 1 genoemde interprofessionele organisatie;3. de vakorganisaties van werkgevers die de Koning, op advies van de Nationale Arbeidsraad, als representatief in een bepaalde bedrijfstak erkent. Worden bovendien als representatieve werkgeversorganisaties aangemerkt de overeenkomstig de wet van 6 maart 1964 tot organisatie van de middenstand erkende nationale interprofessionele organisaties en beroepsorganisaties die representatief zijn voor de ondernemingshoofden uit het ambachtswezen, de kleine en middelgrote handel en de kleine nijverheid en voor de zelfstandigen die een vrij of een ander intellectueel beroep uitoefenen.

Om vervolgens, met toepassing van artikel 42 van de bovenvermelde wet van 5 december 1968, over te gaan tot de aanstelling van de leden van dit paritair comité worden de betrokken organisaties verzocht, binnen de drie maanden volgend op de bekendmaking van dit bericht in het Belgisch Staatsblad, mee te delen of zij voor vertegenwoordiging in aanmerking wensen te komen en eventueel van hun representatieve aard te doen blijken.

Deze kandidaturen moeten gericht worden aan de heer administrateur-generaal van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, Belliardstraat 51, te 1040 Brussel.

^