Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 29 april 1998

Waals Afvalstoffenplan, Horizon 2010 De Waalse Regering heeft door het besluit van 15 januari 1998 het Waalse Afvalstoffenplan Horizon 2010 goedgekeurd. Het onderhavig bericht omvat, bij uittreksel, het geheel van de bepalingen die verband ho Exemplaren van het Plan kunnen worden bekomen bij het Centre d'Accueil et d'Information van het Min(...)

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1998027241
pub.
29/04/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST


Waals Afvalstoffenplan, Horizon 2010 De Waalse Regering heeft door het besluit van 15 januari 1998 het Waalse Afvalstoffenplan Horizon 2010 goedgekeurd.

Het onderhavig bericht omvat, bij uittreksel, het geheel van de bepalingen die verband houden met de doelstellingen en de maatregelen die dit Plan bevat.

Exemplaren van het Plan kunnen worden bekomen bij het Centre d'Accueil et d'Information van het Ministerie van het Waalse Gewest, rue des Mineurs 17 te 4000 Luik, rue Godefroid 54 te 5000 Namen, Passage de la Bourse 21-23 te 6000 Charlerloi of door te telefoneren naar het groene telefoonnummer van het Waalse Gewest, nummer 1901.

Waals Afvalstoffenplan, Horizon 2010 1/ Industriële afvalstoffen A. Doelstellingen a. Identificatie 1.Het identificeren van industriële afvalstoffen zal steeds nauwkeuriger moeten gebeuren, en zal gekoppeld worden aan het beleid voor de nuttige toepassing en de verwijdering. b. Statistieken 2.Verhogen van de kennis en de transparantie op het vlak van de productie en het beheer van afval. 3. Verhogen van het organisatieniveau voor de registratie van betrouwbare en volledige informatie.c. Preventie 4.In de mate van het mogelijke de productie van afvalstoffen voorkomen. 5. De milieuhinder van de afvalstoffen en van de verwerkingsoperaties verminderen.6. Tegen het jaar 2010 een minimale preventie bereiken van 50 % van het geheel van de industriële afvalstoffen, vergeleken met de te verwachten evolutie van de geproduceerde hoeveelheid.Per afvalcategorie zijn de volgende kwantitatieve preventiepercentages gepland : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (*) De preventiedoeleinden op het vlak van verpakkingsafval komen terug in de stromen van de gebruikte materialen. 7. bevorderen van de onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's in het domein van schone technologieën en schone producten;8. verbeteren van de kennis van preventietechnieken en de milieutechnische en economische voordelen van de preventie-acties;9. verminderen, in de mate van het mogelijke, van het verbruik van de natuurlijke rijkdommen in de productieprocessen en verbeteren van het beheer en de controle van de productieprocédés voor een doeltreffender afvalbeheer;10. vormen van afvalbeheer die het leefmilieu niet in acht nemen moeilijker maken, en met name op drastische manier het ultieme afval beperken;11. De KMO's mobiliseren, opdat ze de diagnose zouden stellen van hun situatie ten aanzien van het milieu- en het afvalbeheer;12. de kosten die verband houden met het afval verrekenen in de industriële strategieën.d. Ophaling 13.Bereiken van de vastgestelde ophaalpercentages per afvalcategorie.

De percentages zijn vastgesteld met betrekking tot de voorspelbare evolutie van de geproduceerde hoeveelheid van afvalstoffen van industriële oorsprong en huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk worden ingezameld en in industriële installaties kunnen worden verwerkt.

De evolutie in absolute termen van de geproduceerde hoeveelheid wordt gedetailleerd in het hoofdstuk over de afvalcategorieën.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 14. Garanderen van de transparantie van de ophaalactiviteiten, d.w.z. tot een beter begrip komen van de problemen die verband houden met het afval, de kennis over de productie en de kanalen bevorderen en beter informeren. 15. Ophaalmethoden en -infrastructuren ontwikkelen om de streefdoelen te bereiken die per afvalcategorie zijn vastgelegd.Wat de KMO's/KMI's, de ambachtslieden en de handelaars betreft, een nabijheidsservice ontwikkelen die voor iedereen toegankelijk is tegen een aanvaardbare prijs, met de steun van het Gewest en de betrokken beroepsfederaties. 16. Bevorderen van de samenwerking tussen afvalproducenten enerzijds, tussen afvalproducenten en afvalbeheerders anderzijds, om onnodige kosten in het domein van de ophaling te vermijden.17. De ontwikkeling van de sociale economie mogelijk maken.e. Nuttige toepassing 18.De onschadelijkheid van de afvalstoffen voor het leefmilieu en de volksgezondheid garanderen tijdens operaties voor nuttige toepassing. 19. Voorrang geven aan de beste optie voor nuttige toepassing vanuit economisch en milieutechnisch oogpunt en de activiteiten in het domein van het hergebruik en de recyclage aantrekkelijker maken.20. Uitsluitend de afvalstoffen die niet op een ecologische en economische manier kunnen worden gerecycleerd, toelaten tot de installaties voor nuttige toepassing door verbranding in niet-conventionele ovens.21. Een eigen capaciteit ontwikkelen voor de nuttige toepassing van afvalstoffen, met inachtneming van het leefmilieu en de volksgezondheid en in een internationale samenhang.22. Voor de agronomische nuttige toepassing garanderen dat voorrang wordt verleend aan het afvalwater van veeteeltbedrijven en andere stoffen die voortvloeien uit Waalse landbouwactiviteiten.23. Reglementaire maatregelen invoeren die nodig zijn en volstaan om de nuttige toepassing van de afvalstoffen als voedingsmiddelen te garanderen.24. Uitbreiden van het Waalse netwerk voor nuttige toepassing van afvalstoffen door energierecuperatie in niet-conventionele ovens.25. Ontwikkelen van de informatieuitwisseling over de geproduceerde hoeveelheid van nuttig toe te passen stoffen en de nuttige toepassing van afvalstoffen, teneinde nieuwe en duurzame kanalen voor de nutttige toepassing uit te werken.26. Bevorderen van het gebruik van gerecycleerde producten in de overheidsaanbestedingen en zorgen voor voordelige voorwaarden voor de verhandeling van gerecycleerde producten.27. Het gebruik van gerecycleerde producten aanzienlijk verhogen.28. De duurzaamheid garanderen van privé- en overheidsinitiatieven voor de nuttige toepassing van afvalstoffen die aansluiten bij het gewestelijke beleid op het vlak van het leefmilieu en de sociaal-economische herstructurering.29. Verhogen van het globale percentage van de nuttige toepassing vergeleken met de voorzienbare evolutie van de geproduceerde hoeveelheid van 60 % in 1995 tot 85 % in 2010.Per afvalcategorie zijn de volgende percntages van nuttige toepassing gepland : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De organische afvalstoffen van huishoudelijke oorsprong die selectief worden opgehaald, zijn niet opgenomen in de bovenstaande tabel, wat daarom niet uitsluit dat de nuttige toepassing kan worden gerealiseerd door de privésector. 30. Garanderen van de coördinatie van en de samenwerking tussen de openbare actoren, tussen de privé-actoren en tussen de openbare actoren en de privé-verantwoordelijken voor de productie en de nuttige toepassing van de afvalstoffen.31. Garanderen van de toegankelijkheid van de Waalse industriële centra voor nuttige toepassing voor de producenten en de ophalers van afvalstoffen, zonder enige vorm van discriminatie.32. Toezien op de volledige transparantie van de kanalen en de kosten van de nuttige toepassing.f. Verwijdering 33.Garanderen van een veilige en gecontroleerde verwijdering van de industriële afvalstoffen tijdens en na de exploitatie. 34. Vermijden dat de afvalstoffen gewoon worden verwijderd, en met name worden gestort.35. Verbieden van het storten van niet-ultiem industrieel afval tegen het jaar 2005 en van bepaalde afvalcategorieën zoals gepreciseerd in hoofdstuk 4 van Titel 3.36. Garanderen van de Waalse zelfvoorziening op het vlak van de begraving van afvalstoffen tegen het jaar 2002.37. Garanderen van een volledige transparantie van de afvalstromen en van de prijs die moet worden betaald voor de verwijdering ervan.38. Het gebruik van de uitrustingen beperken tot de strikte behoeften en de ruimten die zijn voorbehouden aan de nuttige toepassing voor energie en de verwijdering van industrieel afval in synergie met het huishoudelijk afval, op optimale wijze gebruiken.39. In het domein van de verbranding van het industriële afval de volgende doelstellingen hanteren : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De volgende hoeveelheden afval moeten worden verwijderd in de erkende installaties voor gevaarlijk afval : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 40.Uitwerken van het STORTPLAATS-plan rekening houdend met de doelstellingen en de behoeften op het vlak van de verwijdering door storten. 41. De hoeveelheden van het industriële afval die worden gestort tot een minimum beperken.Per afvalcategorie geldt het volgende beperkingstempo : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De hoeveelheden die moeten worden opgeslagen volgens het type van stortplaats zijn als volgt verdeeld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld g. Overbrenging van afval en internationale samenwerking a.De risico's voor het leefmilieu en de volksgezondheid die verband houden met de overbrenging en het transport van afvalstoffen tot een minimum beperken. b. Een geïntegreerd en adequaat netwerk van afvalbeheersinstallaties invoeren volgens het principe van de best mogelijke beheersoptie die beschikbaar is.c. De toegankelijkheid van de Waalse installaties voor het regionale afval bevorderen, en vervolgens voor het afval van de Belgische gewesten en tot slot voor dat van de aangrenzende gewesten of staten.d. De acties van de bevoegde overheden coördineren, ter garantie van veilige en billijke uitwisselingen vanuit ecologisch en economisch oogpunt.e. Tegen het jaar 2002 de export en de import van niet-ultiem afval met het doel het te storten,verbieden.f. De regionale capaciteiten op het vlak van toezicht en controle van de afvaloverbrenging versterken. B. Organisatie a. Identificatie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld b.Statistieken Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld c. Preventie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Programma dat de gedragingen en de praktijken voor overleg en uitwisseling van ervaringen aanmoedigt - SYNERGIES.Dit programma is gericht op de nieuwe ondernemingscultuur.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Programma van informatie doorstroming, promotie van nieuwe technologieën en begeleiding van de administratieve en wettelijke bepalingen in het domein van het leefmilieu - SIGNALE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Reglementaire en financiële maatregelen.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld d. Ophaling Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld e.Nuttige toepassing Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld f. Verwijdering Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld g.Overbrenging van afvalstoffen en internationale samenwerking Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2/ Huishoudelijke afvalstoffen A. Doelstellingen a. Statistieken 48.De voordelen plukken van betrouwbare gegevens op het vlak van de geproduceerde hoeveelheid en de verwerkingswijzen van huishoudelijke afvalstoffen en de hiermee gelijkgestelde afvalstoffen, rekening houdend met de zeer nauwkeurige doelstellingen op het vlak van het beheer van de afvalstoffen die worden gedefinieerd in het kader van het plan en de evolutie van de wetgeving op het vlak van de belasting en de regels voor het afvalbeheer. 49. Harmoniseren van het systeem voor de aanschaffing, de validatie en de verwerking van informatie met betrekking tot de opgehaalde, de gerecycleerde, de nuttig toegepaste en de verwijderde huishoudelijke afvalstoffen.De gegevensoverdracht gebeurt verplicht via het informaticanetwerk, volgens de modaliteiten die zijn vastgelegd door de Waalse Regering. b. Preventie 50.Verminderen van de hoeveelheden van huishoudelijke afvalstoffen die worden geproduceerd op het grondgebied, met betrekking tot de evolutie van de streamline-productie door de aanwending van de middelen die het mogelijk maken de verschijning en de productie van dit afval te voorkomen en, anderzijds, de drastische vermindering van de hoeveelheden die worden gestort, waarbij het gebruik van deze infrastructuur beperkt wordt tot de verwijdering van de fractie van de afvalstoffen die als ultiem wordt bestempeld.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De raming van de voluntaristische geproduceerde hoeveelheid, rekening houdend met de doelstellingen op het vlak van de preventie van de verschillende fracties van het huishoudelijk afval, uitgedrukt in ton en in kg./inw., is als volgt samengesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 51. Wijzigen van de samenstelling van de producten zodanig dat het afval dat door deze producten wordt gegenereerd in essentie bestaat uit nuttig toe te passen stoffen (prioritair recycleerbaar) die vrij zijn van gevaarlijke elementen. Het Gewest beschikt over een tweevoudig actieterrein : - aanbevelen van acties aan de federale overheden, die als enige bevoegd zijn voor het opstellen van de productnormen, met name op het vlak van de vermindering of de schrapping van bepaalde elementen die als prioritair worden beoordeeld, zoals zware metalen. - de aanwezigheid in de vuilnisbakken van de gezinnen van klein speciaal huishoudelijk afval dat moeilijk nuttig toe te passen is, aanzienlijk verminderen. c. Ophaling 52.Selectief ophalen van de maximale hoeveelheid afvalstoffen die technisch en economisch gezien terug te winnen en te recycleren zijn.

De onderstaande tabel bevat de ophalingspercentages die moeten worden gehaald voor het hele Gewest, vergeleken met de totale volontaristische geproduceerde hoeveelheid van de stoffen die aanwezig zijn in het huisvuil en niet vergeleken met de terug te winnen geproduceerde hoeveelheid.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De opgehaalde hoeveelheid groen afval omvat niet alleen het groene afval dat is verzameld in de containerparken, maar ook een deel van het groene afval dat op dit moment bij het ruw huishoudelijk afval zit. d. Nuttige toepassing 53.De optimale nuttige toepassing van de selectief opgehaalde stoffen en de ontwikkeling van recyclage-infrastructuren op het Waalse grondgebied.

De onderstaande tabel vat de doelstellingen samen op het vlak van nuttig toegepaste percentages en van de hoeveelheden die het Gewest wil voortzetten bij de uitvoering van dit tweede afvalplan.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 54. De integrale restgeproduceerde hoeveelheid van huishoudelijk afval verwerken in infrastructuren voor nuttige toepassing gedimensioneerd naar gelang van de behoeften die zijn vastgesteld voor het jaar 2005. Deze capaciteit zal dus 800.000 ton per jaar bedragen, rekening houdend met het feit dat een reservecapaciteit van meer dan 10 % van de geproduceerde hoeveelheid nodig is voor een goede werking van deze installaties.

Het tonnage afvalstoffen die bestemd zijn voor nuttige toepassing door energierecuperatie komt overeen met de restfractie ruw huisvuil dat niet selectief is opgehaald, verhoogd met het selectief opgehaalde afval dat niet gesorteerd kan worden.

De onderstaande tabel geeft de geproduceerde hoeveelheid van afvalstoffen die kunnen worden verbrand in ton/jaar.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Dit tonnage komt overeen met de fractie van de afvalstoffen die omwille van hun lagere kwaliteit niet kunnen worden gerecycleerd of nuttig toegepast als meststof voor de landbouw. Deze fractie van het afval beschikt evenwel in sommige gevallen over een hoge calorische waarde, met name wanneer het gaat om fluff of afval dat overblijft na het verbrijzelen van groot afval. Dit kan dan terechtkomen in de installaties voor nutttige toepassing door energierecuperatie of elektriciteitsproductie. In dit hypothetische geval wordt de op die manier vrijgekomen capaciteit beschikbaar om het gemene industriële afval nuttig toe te passen, waarbij de bestaande infrastructuren verzadigd zijn. 55. Bereiken van een percentage van 75 % nuttig toegepaste verbrandingsresten tegen het jaar 2010. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Rekening houdend met de oriëntatie die het Gewest heeft gekozen, met name het verbod op het opslaan van gevaarlijk afval op zijn grondgebied evanals erbuiten, zal alle afval van gasreiniging verplicht een stabilisatiebehandeling moeten ondergaan met het oog op de technische deponie ervan. De onderzoeken zullen worden voortgezet teneinde de productie van dit afval te verminderen en technieken voor nuttige toepassing te ontwikkelen. e. Eliminatie 56.De verwijdering van afvalstoffen drastisch verminderen en de deponie beveiligen door te verbieden dat bepaalde afvalstoffen worden gestort of door te verplichten dat ze voorafgaand aan hun verwijdering worden behandeld.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 57. Een ononderbroken zelfvoorziening op het vlak van stortplaatsen garanderen. B. Organisatie a. Statistieken Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld b.Preventie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld c. Ophaling Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld d.Nuttige toepassing Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld e. Verwijdering Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 3/ Gevaarlijke afvalstoffen A.Doelstellingen a. Preventie 58.De productie van gevaarlijk afval met 10 % verminderen tegen het jaar 2010. 59. De verspreiding van gevaarlijk afval verminderen, alsook de risico's en de hinder die verband houden met het beheer ervan.60. Het algemene niveau verhogen van de quantitatieve, de kwalitatieve en de economische informatie die verband houdt met het gevaarlijk afval en de impact ervan.61. De transparantie van de kanalen van het gevaarlijk afval garanderen.b. Ophaling 62.Verhogen van de sortering van gevaarlijk afval aan de bron. 63. Bereiken van een percentage van gescheiden opgehaald gevaarlijk huishoudelijk afval van 30 % tegen het jaar 2005 en van 50 % tegen het jaar 2010.64. Bereiken van een percentage van gescheiden opgehaald gevaarlijk industrieel afval van 80 % tegen het jaar 2002.65. Zorgen voor solidariteit tussen de producenten van gevaarlijk afval in versnipperde hoeveelheden om onnodige kosten te voorkomen.c. Nuttige toepassing 66.Bereiken van een percentage van nuttige toepassing van 75 % tegen 2010 zonder de volksgezondheid, het leefmilieu en de veiligheid in het gedrang te brengen. 67. In elk specifiek geval zoeken naar de beste nuttige toepassing.68. Voorrang geven aan de verbranding in niet-conventionele ovens boven de conventionele verbranding.69. Garanderen van de duurzaamheid van de opties en de kanalen met het oog op een veilig beheer van het gevaarlijk afval.70. De installaties voor nuttige toepassing in de eerste plaats toegankelijk maken voor Waals gevaarlijk afval, vóór het vreemde afval.d. Verwijdering 71.Het gebruik van de installaties voor de verwijdering van gevaarlijk afval beperken tot de strikte behoeften. 72. Het storten van het organisch of brandbaar gevaarlijk afval verbieden tegen 2002.73. Het storten van het niet-ultiem en niet-gestabiliseerd gevaarlijk afval verbieden tegen 2005.74. De export van gevaarlijk afval met het doel het te storten, verbieden tegen 2000. 75.De veiligheid en de controle van verwijderingsverrichten verhogen.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld B. ORGANISATIE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 4/ De afvalcategorieën A. DOELSTELLINGEN 1/ Afval van steengroeven a. Preventie 76.Het gebruik van de residu's afkomstig van de exploitatie van de steengroeven als secundaire grondstof optimaliseren. b. Verwijdering 77.Tegen 2002 alleen het ultieme afval storten.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2/ Bouw- en sloopafval a. Preventie 78.Streven naar het gebruik van edele materialen die gemakkelijk gedemonteerd en gerecycleerd kunnen worden. De producten van de recyclage moeten bovendien gegarandeerd opnieuw gebruikt kunnen worden. b. Nuttige toepassing 79.De reeds bestaande recyclagecentra versterken. Het streefdoel voor 2010 is een recyclagepercentage van 87 %. 80. De producten van de recyclage opnemen in de bestekken.81. Het sorteren zodanig ontwikkelen dat de recyclagecentra kwaliteitsmateriaal krijgen aangevoerd en een kwaliteitsproduct gewaarborgd kan worden.c. Verwijdering Het storten tot een minimum beperken om in 2010 een percentage van 10 % te bereiken. Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld * Deze bewerking is van toepassing op de residu's (hout, plastiek,...) van het sorteren van het inert afval. 3/ Asbest a. Preventie 83.De burger sensibiliseren voor de detectie op risicoplaatsen en een inventaris opmaken van de Waalse openbare gebouwen waar asbest gebruikt werd. b. Ophaling 84.Tegen 2010 komen tot de totale inkrimping van de geproduceerde hoeveelheid van vrij asbest, d.w.z. 4.400 ton op te halen gevaarlijk afval per jaar. Voor het gebonden asbest zal de termijn langer zijn (+ 20 jaar) en de jaarlijks behandelde hoeveelheid vertegenwoordigt 39.000 ton. c. Nuttige toepassing 85.De nuttige toepassing bevorderen van het afval via de op Europees niveau bestaande kanalen. c. Verwijdering 86.Verplicht inerteren van gevaarlijk afval vóór het wordt gestort.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 4/ Smelt-, verassings- en verbrandingsafval a. Preventie 87.Het selectief ophalen verbeteren van het afval uit huisvuil dat de slakken vervuilt. 88. Het gebruiken, na fysieke behandeling, van slakken, LD-slakken, EAF-slakken en vliegas van thermische centrales als hulpgrondstof en de milieutechnische kenmerken ter zake vastleggen.Ook het gebruik van slakken als grondverbeteraar in de landbouw zou aanmoedigd kunnen worden. 89. Tegen 2002 een regenereerfactor van 50 % van het gietijzerzand bereiken.b. Nuttige toepassing 90.Tegen 2010 75 % van de residu's van de verbrandingsovens van huisvuil nuttig toepassen, zodat de te storten hoeveelheden geleidelijk kunnen worden verminderd en de natuurlijke hulpbronnen gevrijwaard worden. 91. Voor 2002 de volledige slakkenfractie die niet als grondverbeteraar of in de wegenbouw wordt gebruikt, nuttig toepassen.92. Tegen het jaar 2000 de helft van de geproduceerde hoeveelheid van het gietijzerzand nuttig toepassen bij openbare werken.93. Tegen 1999 100 % van de vliegas van de elektrische centrales nuttig toepassen.d. Verwijdering 94.Het storten verminderen tot slechts 1,5 % van de geproduceerde hoeveelheid in 2005.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld b) Afval van industriële oorsprong Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 5/ Gips- en anhydride-afval a.Preventie 95. De productie van het in een commercieel product verwerkt fosforgips bevorderen en fosforgips van recycleerbare kwaliteit produceren.Ze worden op de productiesite behandeld om ten minste 50 % van het in een product verwerkt materiaal te bereiken. b. Ophaling 96.Een percentage van 50 % bereiken van selectieve afvalophaling van gipsafval in bouw- en afbraakafval. c. Nuttige toepassing 97.Tegen 2010 een percentage van nuttige toepassing van het materiaal bereiken van 90 % voor fosforgips en 90 % voor sulfogips. d. Verwijdering 98.Vanaf 2002 alleen het ultieme afval van het gips en anhydriden storten. Vanaf 2010 mag niet meer dan 10 % van het synthesegips worden gestort.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 6/ Organische oplosmiddelen a. Preventie 99.De dispersie van oplosmiddelen vermijden. 100. Tegen 2010 de geproduceerde hoeveelheid van solventafval met 20 % verminderen.Deze vermindering zal in de eerste plaats betrekking hebben op de gehalogeneerde oplosmiddelen. b. Ophaling 101.Tegen 2010 een ophalingspercentage behalen van 98 % van de huishoudelijke oplosmiddelen. c. Nuttige toepassing 102.Het regenereren bevorderen en de niet-gegenereerde hoeveelheden nuttig toepassen voor energie. 103. Tegen 2010 een percentage van nuttige toepassing bereiken van 93 %.d. Verwijdering 104.Toezien op de thermische afbraak van het distillatieslib en het verontreinigde afval.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 7/ Inkt-, verf- en lijmafval a. Preventie 105.De impact van afval op het leefmilieu en de volksgezondheid verminderen door : - de zware metalen uit bepaalde pigmenten te halen - het gebruik van oplosmiddelen in te perken - bepaalde oplosmiddelen te vervangen door minder schadelijke stoffen of door water. 106. De productie van afval met 20 % verlagen met betrekking tot de van nu tot 2010 voorspelbare evolutie.b. Ophaling 107.Optimaliseren van de ophaling van nuttig toegepast afval en afval dat een risico inhoudt voor het leefmilieu en de volksgezondheid bij de verbranding in infrastructuren voor de verbranding van huishoudelijk afval. c. Nuttige toepassing 108.Voorrang geven aan de nuttige toepassing voor materiaal vóór de nuttige toepassing voor energie als de ecologische, technische en economische omstandigheden aanvaardbaar zijn. d. Verwijdering 109.Tegen 2002 het storten beperken tot de gestabiliseerde of geïnerteerde afvalstoffen.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 8/ Afval dat stoffen bevat die de ozonlaag aantasten a. Preventie 110.De verspreiding van stoffen die de ozonlaag aantasten tot een minimum beperken. b. Ophaling 111.Tegen 1999 een ophalingspercentage van het afval van 100 % bereiken. c. Nuttige toepassing 112.De fluïda voor essentieel, door de Europese Gemeenschap toegelaten gebruik recycleren. d. Verwijdering 113.Het storten verbieden. 114. Tegen 2010 de stoffen die de ozonlaag aantasten en de te toestellen die deze stoffen bevatten in veilige omstandigheden verwijderen. Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 9/ PCB-houdend afval a. Preventie 115.De verspreiding van PCB's en de risico's die het gebruik en het beheer ervan inhouden zo veel mogelijk beperken. In de huidige inventaris zijn enkel de fluïda en toestellen opgenomen die meer dan 100 ppm PCB's bevatten. In overeenstemming met de internationale maatregelen moet hij worden uitgebreid tot de fluïda en toestellen die 50 tot 100 ppm bevatten. 116. De transformatoren met minerale olie die PCB's kunnen bevatten, identificeren b.Nuttige toepassing 117. De metalen behuizingen van de PCB-houdende toestellen recycleren.118. De oliën met een PCB-gehalte van minder dan 500 ppm nuttig toepassen.c. Verwijdering 119.Uiterlijk tegen 2010 de PCB's en de toestellen die deze stoffen bevatten in veilige omstandigheden verwijderen. Hiertoe moet er in 1998 een programma voor decontaminatie en eliminatie worden opgesteld.

Er zal rekening worden gehouden met de ouderdom en de werkingsstaat van de toestellen en met de gebruiksomstandigheden.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 10/ Afvalolie a. Preventie 120.Voor olie die niet voor voeding bestemd is, een preventiefactor van 2 % bereiken in 2000, van 5 % in 2005 en van 10 % in 2010. 121. De levensduur van de oliën verlengen, zodat de olie in de voertuigen minder vaak per jaar moet worden vervangen.122. Productnormen vastleggen voor de samenstelling van de oliën.123. Nieuwe gebruikstechnieken toepassen die een beter beheer toelaten.b. Ophaling 124.De volgende ophalingsfacoren behalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld c. Nuttige toepassing 125.De nuttige toepassing van de afvalolie uit de voeding garanderen. 126. Toezien op de ontwikkeling van de regeneratie en de nuttige toepassing voor energie van andere dan voedingsoliën (in cementbedrijven, kalkovens, s.a. OLEA,...).

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld b. Voor afval van voedingsolie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 11/ Gebruikte batterijen en elektrische accu's a.Preventie 127. Tegen het jaar 2000 een vermindering met 5 % van de hoeveelheid batterijen bereiken door een zuinig verbruik te stimuleren.b. Ophaling 128.De totaliteit van de ophaalcircuits van batterijen versterken door de last van de financiering over te dragen naar de industriesector, en de volgende ophalingspercentages bereiken : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 129. Een ophaling van 95 % bereiken van de loodzwavelzuuraccu's.c. Nuttige toepassing 130.Tegen 2010 100 % van de componenten nuttig toepassen. Tegen die tijd zouden alle batterijen vervaardigd moeten zijn uit nuttig toe te passen materialen.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gebruikte elektrische accu's

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 12/ Afval van elektrische & elektronische toestellen a. Preventie 131.Het gewicht van de op de markt gebrachte toestellen verminderen.

Deze vermindering zou de toename van de geproduceerde hoeveelheid moeten compenseren en bijgevolg een waarde bereiken van 2 % per jaar. 132. De aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in bepaalde componenten vermijden.133. Het energieverbruik terugschroeven.134. Het demonteren vergemakkelijken.b. Ophaling 135.Een doeltreffend systeem op touw zetten voor het ophalen en sorteren van afval. 136. 90 % van de geproduceerde hoeveelheid van grote huishoudtoestellen en het industrieel afval van dit type selectief ophalen tegen het jaar 1999, en 95 % tegen 2010.137. 95 % van de geproduceerde hoeveelheid van kleine huishoudtoestellen selectief ophalen tegen 2005.c. Nuttige toepassing 138.In 1995 een globaal percentage van nuttige toepassing bereiken van 61 %, in 2005 van 90 % en in 2010 van 95 %.

Voor elke van de 14 families kunnen er percentages worden vastgelegd voor de nuttige toepassing van het materiaal, waarbij ook rekening wordt gehouden met de componenten van het afval.

Om de aangekondigde doelstellingen te bereiken, wordt plastic nuttig toegepast voor energie, aangezien het in een eerste fase niet kan worden gerecycleerd. d. Verwijdering 139.De vervuilde componenten verbranden (vervuild schuim,...) in speciale ovens met exploitatievoorwaarden die specifiek aangepast zijn aan de vervuilde afvalstoffen. 140. Het storten beperken tot het ultieme afval dat niet nuttig kan worden toegepast, d.w.z. 5 % van de geproduceerde hoeveelheid in 2010.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 13/ Voertuigwrakken a. Preventie 141.De hoeveelheid niet nuttig toe te passen materiaal in de voertuigen die op de markt worden gebracht, verminderen om de doelstellingen op het vlak van de nuttige toepassing en de verwijdering te bereiken. 142. De producenten ertoe aanzetten : - de nuttig toe te passen, niet nuttig toe te passen of gevaarlijke elementen duidelijk aan te geven; - de procedure voor het demonteren van deze elementen vast te leggen; - alle actoren die betrokken zijn bij deze demontage/zuiveringsoperaties informeren. 143. Erop toezien dat de productie en het gebruik in de motorvoertuigen van schadelijke componenten en materialen die een bedreiging vormen voor het leefmilieu beheerst en beperkt blijven. Hiervoor moet bij het ontwerp van de voertuigen meer rekening worden gehouden met de verwerking ervan aan het einde van hun levensduur, met de maximale nuttige toepassing van de gebruikte componenten,... zonder echter de reglementaire voorschriften inzake kwaliteit, veiligheid en gebruik van het motorvoertuig in het gedrang te brengen. b. Ophaling 144.Een ophaalnetwerk organiseren dat het mogelijk maakt tegen het jaar 2000 alle niet verontreinigende voertuigen naar de verbrijzelcentra te brengen.

Op basis van een economische analyse, milieutechnische overwegingen en een ruim geteste ervaring in Zwitserland, moet een centrum voor afvalopruiming en ontmanteling een verwerkingscapaciteit hebben van ten minste 10.000 VBB/ per jaar. Rekening houdend met de geschatte geproduceerde hoeveelheid zullen er dus 13 centra moeten worden voorzien in het Waalse Gewest, waarbinnen de voertuigen ook zullen worden uitgeschreven. c. Nuttige toepassing 145.Meer inspanningen leveren op het vlak van onderzoek en ontwikkeling, teneinde componenten van motorvoertuigen te produceren die bestaan uit grondstoffen waarvan de mogelijke nuttige toepassing hoger ligt dan nu. 146. De constructeurs ertoe aanzetten een groter aandeel gerecycleerde grondstoffen te integreren.d. Verwijdering 147.De gestorte fractie beperken tot niet gevaarlijke en ultieme afvalstoffen.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 14/ Metaalafval a. Preventie 148.Tegen 2010 de productie van afvalstoffen met 40 % verminderen.

Deze vermindering zal steunen op lichtere metalen componenten, waarbij de technische en veiligheidsvoorschriften worden nageleefd, en betrekking hebben op de verpakking aan de bron van de residu's opdat ze kunnen worden opgenomen in producten en gebruikt zonder het leefmilieu en de volksgezondheid te schaden. Hierbij wordt in het bijzonder het nieuwe schroot beoogd. 149. De hoeveelheid vervuilende stoffen die gevaarlijk zijn of de recyclage in het gedrang kunnen brengen, beperken.b. Ophaling 150.Het ophalingspercentage optimaliseren en in het bijzonder de ophalingscijfers van het ferro en non-ferro afval van huishoudelijke oorsprong verbeteren, door de selectieve ophaling en de recuperatie op het niveau van de verbrandingsovens te verbeteren. c. Nuttige toepassing 151.Het percentage van de nuttige toepassing van metaalafval optimaliseren door de nuttige toepassing door materierecuperatie en de thermische nuttige toepassing van de verbrijzelresten. d. Verwijdering 152.Tegen 2002 het storten beperken tot het ultieme afval.

De beperking van het storten tot het strikte mimimum zal gepaard moeten gaan met een verbetering van de technieken voor de zuivering en de nuttige toepassing van de verbrijzelresten. De zware verbrijzelresten mogen met name vanaf 2000 niet meer worden gestort.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 15/ Versleten banden a. Preventie 153.Het gebruik van banden verminderen met 5 % tegen 2000 en met 10 % tegen 2010 door hun levensduur te verlengen. 154. De opslag van banden beveiligen, met name door de opgeslagen hoeveelheden geleidelijk te verminderen.Deze stroom zal worden afgebogen naar de bestaande verwerkingskanalen. 155. Het gebruik van vervuilende stoffen die de nuttige toepassing van de gebruikte banden beperken, verminderen.156. De banden opnieuw gebruiken (5 %).b. Ophaling 157.De ophaling organiseren voor de totaliteit van de gebruikte banden. 158. Tegen 2000 een ophalings- en sorteerpercentage van de gebruikte banden bereiken van 100 %.159. De in de onwettige voorraden en depots getelde hoeveelheden gebruikte banden verminderen en ze afleiden naar bestaande verwerkingskanalen om tegen 2002 tot een opgeslagen hoeveelheid te komen die 50 % van de geproduceerde hoeveelheid vertegenwoordigt.c. Nuttige toepassing 160.In 2010 de in de overzichtstabel weergegeven doelstellingen bereiken op het vlak van de recyclage, de loopvlakvernieuwing en de nuttige toepassing. 161. Passende maatregelen treffen om de ontwikkeling te bevorderen van de installaties voor de recyclage van gebruikte banden in het Waalse Gewest en hun bevoorrading te waarborgen.d. Verwijdering 162.In het jaar 2000 het storten verbieden. 163. Controle uitoefenen op het ontstaan van onwettige depots. Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 16/ Beggerspecie en slib van straatkolken a. Preventie 164.De vervuiling van het slib verminderen. 165. De hoeveelheid afval uit baggerspecie met 50 % verminderen. Het niet vervuilde slib, categorie A, wordt gelijkgesteld met producten waarvan het gebruik zal worden gedefinieerd en die het leefmilieu zullen vrijwaren. b. Ophaling 166.Opstellen van een baggerplan. c. Nuttige toepassing 167.De mogelijkheid vergroten om het bagger- en/of opruimingsmateriaal uit de bevaarbare en niet bevaarbare waterwegen en van het slib uit de straatkolken nuttig toe te passen. - 50 % van de vervuilde baggerspecie wordt voorbehandeld met het oog op de nuttige toepassing. - 80 % van het slib uit de straatkolken zal nuttig worden toegepast. d. Verwijdering 168.Zo snel mogelijk specifieke stortplaatsen creëren voor de baggerspecie waarvan de effectenstudies aan de gang zijn. 169. Vanaf het jaar 2000 de hoeveelheden die moeten worden gestort, beperken tot het ultieme afval. Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 17/ Afvalstoffen van zuiveringsstations van huishoudelijk afvalwater en het drinkbaar maken van water a. Preventie 170.Slib produceren, afkomstig van zuiveringsstations van stedelijk afvalwater van constante kwaliteit, dat later een doeltreffende nuttige toepassing van het materiaal toelaat en volledig onschadelijk is. 171. Het verlies van het drinkwaternet beperken om de productie van slib als gevolg van de waterproductie te verminderen.172. Zorgen voor meer aansluitingen op de riolering voor wat het afval van septische putten betreft en het onderhoud waarborgen van de individuele saneringssystemen volgens het AGK.b. Ophaling 173.Het aantal aansluitingen op de riolering verhogen, het afvoernet uitbreiden en het aantal zuiveringsstations opdrijven. 174. Het percentage van de opvang van rioolslib en de voorbehandelingsactiviteiten verhogen.c. Nuttige toepassing 175.Tegen 2002 een percentage van 100 % bereiken op het vlak van de nuttige toepassing van slib van de zuiveringsstations van afvalwater door de nuttige toepassing van het materiaal (biomethanisering, agronomisch gebruik) en voor de energie, met name van het slib dat niet beantwoordt aan de criteria voor de nuttige toepassing voor de bodem. 176. Een percentage van 100 % bereiken voor de nuttige toepassing van het slib uit de zuivering van drinkwater.177. De nuttige toepassing in de landbouw van het afval uit septische putten bevorderen, enkel na voorbehandeling in een zuiveringsstation (ontroosten, ontzanden en ontvetten van het slib).178. Op regionale schaal de verspreiding verzekeren en opleggen van het slib op basis van de volgende principes : - het voorzorgsprincipe - de agronomische doeltreffendheid - de onschadelijheid voor het leefmilieu en de volksgezondheid - het principe van de nabijheid - het principe van de voorrang van de agrarische verspreiding van het afvalwater en andere afval van agrarische oorsprong.d. Verwijdering 179.Vanaf 2000 het storten van afval van septische putten en de rechtstreekse verspreiding ervan op de bodem verbieden 180. Vanaf 2000 het storten van het slib van zuiveringsstations verbieden, en vanaf 2005 van slib uit de waterproductie. Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 18/ Fermenteerbaar organisch afval a. Preventie 181.Op kwalitatief vlak kwaliteitsnormen bereiken voor het verbeterbaar materiaal en gebruiksvoorwaarden vastleggen naar gelang van het bodemtype. 182. Het gebruik bevorderen van organische stoffen die beantwoorden aan de verspreidings- of gebruiksnormen en het thuis composteren, met inachtneming van het leefmilieu. 183. Het mogelijk maken dat de 825.830 ton (aarde en schuim) die op dit ogenbik herbruikt worden, beschouwd worden als materiaal dat in producten kan worden opgenomen, volgens artikel 3 van het afvaldecreet van 27 juni 1986. 184. Op kwantitatief vlak een percentage voor het organische huisvuil bereiken van 6 % in 2000, van 12 % in 2005 en van 20 % in 2010.b. Ophaling 185.Het organische afval in het huisvuil en gelijkgesteld afval selectief ophalen om de productie mogelijk te maken van compost en biogas van goede kwaliteit. 186. Percentages van collectieve ophaling bereiken van 23 %, 50 % en 60 % in 2000, 2005 en 2010.187. Tegen 2005 een ophalingspercentage bereiken van 80 % van de afvalstoffen in kleine, verspreide hoeveelheden in de HORECA-sector en de gemeenschappen.188. Groeperingscentra voor organisch afval van de industriële productie ontwikkelen, waardoor het mogelijk is de stromen naar de nuttige toepassing af te leiden.c. Nuttige toepassing 189.Nuttige toepassing van het selectief opgehaalde afval in de installaties die beantwoorden aan het principe van de nabijheid. In hoofdstuk II, Huisvuil, van het plan worden de openbare structuren bepaald die subsidies kunnen krijgen.

De privé-sector moet de wijze van nuttige toepassing bepalen die ontwikkeld moet worden om de organische afvalstoffen te verwerken (composteren, biomethanisering of nuttige toepassing door energierecuperatie door verbranding in niet-conventionele ovens). d. Verwijdering 191.Uiterlijk tegen 2010 het storten van organisch afval verbieden, zoals reeds gepreciseerd werd in de reglementen. Deze termijn moet echter worden vervroegd en alle nuttig toe te passen hoeveelheden afvalstoffen moeten worden afgeleid naar de infrastructuren voor nuttige toepassing en verbranding met energieterugwinning. Volgens het plan is vanaf 2005 ook het begraven van fermenteerbaar organisch afval verboden.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 19/ Dierlijk afval a. Preventie 192.De kwaliteit van het afval verbeteren door de voorwaarden voor het sorteren en de opslag te verbeteren. 193. Een samenwerking tot stand brengen tussen de verschillende controlediensten, met name de Afdeling Leefmilieupolitie en het Instituut voor Veterinaire Keuring van het Ministerie van Volksgezondheid.b. Ophaling 193.De selectieve ophaling verbeteren op het niveau van de slachthuizen en de slagers om : - het vermengen van dierlijk afval met hoog risico en met laag risico te vermijden; - een optimale nuttige toepassing te bevorderen van bepaalde afvalproducten. 194. De selectieve ophaling van afval met specifieke risico's voorzien.Het mengen van afval met een laag en met een hoog risico en het verschil in zuiverheid ervan verhoogt immers het aandeel van afval dat niet in aanmerking komt voor een andere nuttige toepassing dan dierenmeel. Het sorteren van afval met een laag risico (bloed, beenderen, vet,...) biedt verschillende mogelijkheden voor nuttige toepassingen. c. Nuttige toepassing 195.De manieren om afval met een laag risico nuttig toe te passen, diversificeren en de nuttige toepassing voor energie van het afval met specifiek risico ontwikkelen. d. Verwijdering 196.Het verwijderen van dierlijk afval tot een minimum beperken.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 20/ Afval van pesticiden en de verpakkingen ervan a. Preventie 197.Ervoor zorgen dat de producenten een volledige informatie doorgeven aan de landbouwers om de behandeling en het gebruik van pesticiden te optimaliseren, maar ook met het oog op het preciseren van de manier waarop ze afval van verpakkingen kunnen weggooien. 198. Meer onderzoek verrichten om de biologische en geïntegreerde bestrijding te verbeteren en het gebruik van pesticiden op de gewassen in de velden te verminderen.199. Het type gebruikte verpakkingen harmoniseren om het ophalen en ook het spoelen te vergemakkelijken.200. Met de NMBS onderhandelen over concrete en doeltreffende preventiemaatregelen b.Ophaling 201. Het ophalen van speciaal huisvuil ontwikkelen via het veralgemenen van containerparken.202. De ophaling in de landbouw en de industrie veralgemenen en uitbreiden.Als dat mislukt, zullen er ecotaksen worden geheven. 203. De recyclage van verpakkingsafval en de nuttige toepassing ervan in het Waalse Gewest bevorderen.204. De in het decreet van 16 januari 1997 vooropgestelde criteria bereiken voor wat de goedkeuring betreft van het samenwerkingsakkoord van 30 mei 1996 met betrekking tot de preventie en het beheer van het verpakkingsafval en de doelstelling voor de ophaling van 80 % van de verpakkingen, zoals bepaald in de wet op de ecotaksen. Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 21/ Vervallen of gedeclasseerde geneesmiddelen a. Preventie 205.Nadenken over een manier van verpakken die het binnen de strikte bepalingen van de volksgezondheid mogelijk maakt een milieutechnisch streefdoel te bereiken, aangezien de types van verpakking, de afmetingen ervan, het verbruik van geneesmiddelen, enz. te maken hebben met de volksgezondheid en ze op het vlak van de federale overheid strikt gereglementeerd zijn. b. Ophaling 206.Selectief ophalen van 200 ton tegen 2000 en 250 ton tegen 2010 en het aantal ophaalpunten voor vervallen of gedeclasseerde geneesmiddelen opdrijven en permanent voorzien in de verzameling ervan. c. Nuttige toepassing - verwijdering 207.Vervallen of gedeclasseerde geneesmiddelen verbranden in verbrandingsovens voor huishoudelijk afval, voor zover de Europese overheden de apart opgehaalde vervallen of gedeclasseerde geneesmiddelen als niet-gevaarlijk afval kwalificeren.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 22/ Afval van ziekenhuizen en gezondheidszorg a. Preventie 208.De risico's die gepaard gaan met de behandeling van afval verminderen, met name door in de ziekenhuizen een optimaal informatiesysteem op te zetten over de classificatie van afvalstoffen. 209. Het ziekenhuispersoneel sensibiliseren en verantwoordelijk maken.b. Ophaling 210.In overeenstemming met het decreet van 16 januari 1997 over de goedkeuring van het samenwerkingsakkoord van 30 mei 1996 met betrekking tot de preventie en het beheer van verpakkingen een beheer uitstippelen van het verpakkingsafval in de ziekenhuizen. c. Nuttige toepassing 211.Voor de A-afvalstoffen de doelstellingen bereiken zoals vastgelegd voor het huisvuil. 212. De modellen voor beheer en verduidelijking van de verschillende klassen afval uit ziekenhuizen en gezondheidszorg verfijnen.213. Ophaaleenheden ontwikkelen voor afval uit de gezondheidszorg.d. Verwijdering 214.In 2000 het storten van alle ziekenhuisafval verbieden. 215. De controle op de verwerkingsmethoden versterken.e. Financiering 216.Binnen de financiële middelen van de ziekenhuizen of de verstrekkers van gezondheidszorg rekening houden met een optimaal afvalbeheer.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 23/ Afval van fotografische producten a. Preventie 217.Tegen het jaar 2005 het gewicht met 12 % verlagen en tegen 2010 met 30 %..

De kwantitatieve preventie verloopt via : - de verbetering van de conventionele ontwikkelingstechnieken : - een doeltreffender gebruik van de grondstoffen (dunnere lichtgevoelige laag en lagere zilverconcentratie in de emulsies); - door bepaalde bestanddelen van de fixeerbaden te vervangen door componenten die minder impact hebben op het leefmilieu; - door het regenereervermogen van de baden te verbeteren; - door de gebruiksduur van de baden te verlengen (de hoeveelheid fixeermiddel met meer dan 75 % verminderen) - de conventionele technieken vervangen door : - digitale beelden - een combinatie van digitale beelden en conventionele technieken - thermische technieken waarvoor geen baden nodig zijn - een vermindering van de vervuilende last door de verspreiding van afval in het leefmilieu. b. Ophaling 218.Een ophalingspercentage bereiken van 75 % (80 % voor de toestellen voor eenmalig gebruik) voor het jaar 2000 en streven naar 95 % in het jaar 2005. c. Nuttige toepassing 219.Een nuttige toepassing van het opgehaalde afval bereiken van 80 % tegen 2005 (optimale recuperatie van zilver en andere metalen in de platen en de ontwikkelingsbaden). d. Verwijdering 220.Tegen 2005 het storten beperken tot ultiem afval.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 24/ Papier- en kartonafval a. Preventie 221.Het volume papier- en kartonafval verminderen door maatregelen voor een zuinig gebruik, voornamelijk voor kantoren en overheden, en concrete preventieplannen uitwerken voor verpakkingsafval. b. Ophaling 222.Nieuwe recuperatie-activiteiten ontwikkelen in Wallonië en de belastingsvoorwaarden verbeteren voor ondernemingen die papier en karton terugwinnen. 223. Het ophalen en het sorteren in het domein van het huisvuil verbeteren.224. Het ophalen bij de overheden en de banken ontwikkelen.c. Recyclage/nuttige toepassing/verwijdering 225.In Wallonië ten minste één belangrijk centrum ontwikkelen voor de recyclage van oud papier. 226. De nuttige toepassing enkel voorbehouden voor het papier-/kartonafval dat technisch en economisch niet gerecupereerd kan worden.227. Het verwijderen van papierafval dat gemakkelijk kan worden gesorteerd, verbieden. Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 25/ Glasafval a. Preventie 228.De ondernemingen sensibiliseren om hen toe te laten middelen te ontwikkelen om vlak glasafval op alle productieniveaus te laten verdwijnen. 229. Het gebruik van herbruikbare glazen verpakkingen ontwikkelen.Er moet een duidelijk signaal worden gegeven opdat dit type verpakking naast de recycleerbare wegwerpverpakkingen kan bestaan. 230. Tegen het jaar 2000 verschillende preventieprogramma's op touw zetten op het vlak van nieuwe fabricageprocédés of rond de optimalisering van de voor de andere glastypes bestaande procédés.Hun reductiepotentieel wordt geschat op 19 % van de totale geproduceerde hoeveelheid in 2000. Er moeten bijkomende inspanningen komen om de afvalproductie in 2005 met 50 % en in 2010 met 75 % terug te schroeven. b. Ophaling/nuttige toepassing 231.De selectieve ophaling uitbreiden bij de gezinnen en in de horecasector en ophaalsystemen uitwerken voor vlak glasafval uit bouw-/afbraakactiviteiten en de auto's/VBB. De totaliteit van het opgehaalde glas zal worden gerecycleerd. We wijzen erop dat het Waalse afvalplan 1991-1995 voor 1999 reeds een ophalingspercentage van 75 % als streefdoel voorop stelde. 232. Op kwalitatief en kwantitatief vlak de ophaling van hol glas in glascontainers maximaal uitbreiden.233. Voor het vlak glas technische en economische studies en haalbaarheidsonderzoeken uitvoeren om glasgruis in de productie van vlak glas te integreren.Het Waalse Gewest is bereid het onderzoek te steunen dat tot doel heeft de verwerking van glasgruis aanzienlijk op te drijven. 234. Een nuttige toepassingsfactor bereiken van 50 % van de totale geproduceerde hoeveelheid in het jaar 2000 voor de andere glastypes.c. Verwijdering 235.De hoeveelheid glasvezels in stortplaatsen terugschroeven. 236. De hoeveelheden glasvezels die moeten worden gestort tegen 2005 verminderen tot 30 % en tegen 2010 tot 15 %. Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 26/ Plasticafval a. Preventie 237.De materiaalperformantie verbeteren. Dit is voor bepaalde producten vóór 10/20 jaar moeilijk te meten. 238. Een beleid voor daadwerkelijk hergebruik uitwerken.239. Een maximaal monodesign van plastic in eenzelfde product nastreven.b. Ophaling 240.Selectieve ophalingen van plastic huishoudverpakkingen organiseren. 241. Het sorteren verbeteren om optimale omstandigheden te creëren voor een chemische nuttige toepassing.242. Ophalingen organiseren in de landbouw en voor voertuigen buiten gebruik (ontmantelingscentra) en elektrische en elektronische toestellen.Op de grote bouw- en afbraakterreinen moet het selectief sorteren worden doorgevoerd. c. Nuttige toepassing 243.Onderzoek doen en een stuurgroep opzetten voor de chemische nuttige toepassing. d. Verwijdering 244.Het storten van nuttig toe te passen afval geleidelijk verminderen.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 27/ Textielafval a. Preventie 245.Tegen 2005 een inkrimping van het industrieel textielafval mogelijk maken van ongeveer 10 %. 246. Tegen 2010 het huishoudelijk textielafval met 4 % doen afnemen.b. Ophaling 247.Een ophalingspercentage van huishoudelijk textielafval bereiken van 32 % van de theoretische geproduceerde hoeveelheid in 2000 en van 50 % in 2010. c. Nuttige toepassing 248.In 2000 een percentage van 95 % van de nuttige toepassing van industrieel textielafval bereiken. d. Verwijdering 249.Tegen 2000 het storten van niet-ultiem industrieel textielafval verbieden. 250. In 2000 het storten van huishoudelijk tapijtafval verbieden (groot huisvuil). Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 28/ Verpakkingsafval a. Preventie 251.De fysische eigenschappen en kenmerken van de verpakking verbeteren om de eco-toxiciteit ervan te verminderen en de recyclage ervan te vergemakkelijken. 252. Het gebruik van mono-design-verpakkingen bevorderen.253. Het overmatig gebruik van verpakkingen tegengaan.254. Het hergebruik van verpakkingen stimuleren in het transport en de groupage.255. Het hergebruik van huishoudelijke verpakkingen stimuleren. De preventiemaatregelen zouden moeten leiden tot een stabilisering van de geproduceerde hoeveelheid tegen 2005-2010. De stabilisering kan sneller worden doorgevoerd voor diverse materialen, maar dreigt trager te zullen verlopen voor plastic verpakkingen, enerzijds door het hoge groeicijfer in de vorige periode en anderzijds door de gevolgen van de vervanging ten voordele van het plastic. b. Ophaling 256.De hele Waalse bevolking bereiken met een krachtig ophaalsysteem waardoor hoge ophalingspercentages kunnen worden bereikt op het vlak van glas, papier/karton, plastic, metalen en drankkartons, met name door het aan huis ophalen van recycleerbare verpakkingen, papier en karton en door het netwerk van glasbollen uit te breiden. c. Nuttige toepassing 257.Erop toezien dat het door de bestaande wetgeving opgelegde streefdoel wordt bereikt. Het samenwerkingsakkoord bepaalt dat vóór 1 januari 1998 een minimum van 15 % recyclage (in verhouding tot het totale gewicht van alle verloren verpakkingsmaterialen op de huishoudelijke markt gedurende het vorige jaar in België) bereikt moet worden voor elk type van verpakkingsmateriaal. Deze termijn wordt op een jaar gebracht voor het industriële verpakkingsafval.

De wet van 16 juli 1993 op de ecotaksen voorziet de volgende cijfers (in %) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld d. Verwijdering 258.Het storten verbieden, met uitzondering van de residu's voor nuttige toepassing, tegen het jaar 2005.

Overzichtstabel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 29/ Afval uit het verkeer van voertuigen en het verkeer over de waterweg a. Preventie 259.De verontreiniging door het onwettig storten en lozen in de waterwegen en langs de verkeerswegen verminderen. De belangrijkste doelstelling wat het afval ten gevolge van de mobiliteit betreft, is het zwerfafval tegen te gaan. Daarvoor moeten er collectieve structuren worden ontwikkeld en de controles en vooropgestelde maatregelen worden versterkt. 260. Tegen 2005 de hoeveelheid afvalolie van schepen met 10 % doen dalen (gebruik van schroefsystemen met smeermiddelen op basis van water en verlenging van de levensduur van oliën).b. Ophaling 261.Tegen het jaar 2000 100 % van het huisvuil ophalen. Het gevaarlijk afval, papier/karton, plastic en glas worden afzonderlijk opgehaald. 262. Tegen het jaar 2000 95 % van de afvalolie ophalen.Er moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat schippers hun afvalolie in andere landen lozen en dat buitenlandse schippers hun afvalolie kwijt kunnen in het Waalse Gewest. 263. Tegen het jaar 2002 95 % van het afval dat voortvloeit uit scheepsladingen ophalen.c. Nuttige toepassing/verwijdering 264.De in de specifieke hoofdstukken gespecificeerde doelstellingen realiseren : huisvuil, afvalolie, batterijen, oplosmiddelen...

B. ORGANISATIE 1/ Afval van steengroeven Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2/ Bouw- en sloopafval Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 3/ Asbest Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 4/ Smelt-, verassings- en verbrandingsafval Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 5/ Gips- en anhydride-afval Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 6/ Organische oplosmiddelen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 7/ Inkt-, verf- en lijmafval Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 8/ Afval dat stoffen bevat die de ozonlaag aantasten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 9/ PCB-houdend afval Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 10/ Afvalolie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 11/ Gebruikte batterijen en elektrische accu's Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 12/ Afval van elektrische & elektronische toestellen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 13/ Voertuigwrakken Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 14/ Metaalafval Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 15/ Versleten banden Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 16/ Baggerspecie en slib van straatkolken Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 17/ Afval van zuiveringsstations van huishoudelijk afvalwater en het drinkbaar maken van water Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 18/ Fermenteerbaar organisch afval Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 19/ Dierlijk afval Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 20/ Afval van pesticiden en de verpakkingen ervan Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 21/ Vervallen of gedeclasseerde geneesmiddelen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 22/ Afval van ziekenhuizen en gezondheidszorg Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 23/ Afval van fotografische producten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 24/ Papier- en kartonafval Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 25/ Glasafval Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 26/ Plasticafval Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 27/ Textielafval Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 28/ Verpakkingsafval Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 29/ Afval uit het verkeer van voertuigen en het verkeer over de waterwegen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 5/ Sanering van verontreinigde sites A. DOELSTELLINGEN 265. Verminderen en beheersen van de bodemverontreinigingsrisico's.266. Garanderen van de sanering van de sites tegen 2010 volgens een meerjarenprogramma. B. ORGANISATIE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 6/ Middelen A. DOELSTELLINGEN 1. Sensibilisering, informatie en opleiding 267.Een wijziging van de mentaliteiten en de gedragen van de burger ten opzichte van zijn leefmilieu bevorderen, om op lange termijn een echte ecologische burgerzin te bereiken in Wallonië. Of het nu in zijn beroep, zijn gezin of zijn sociale kring is, elke burger moet zich verantwoordelijk voelen voor en actor zijn van zijn leefmilieu.

Op lange termijn zullen de verandering en de vernieuwing afhankelijk zijn van de aanvaarding door en de steun van het bewust gemaakte publiek, dat geïnformeerd is en dus bereid om mee te werken via aangepaste acties. 268. Via een strategie van sensibilisering, informatie en communicatie van de burger tot een bewustwording en een participatie komen die leiden tot een gedragsverandering, jongeren opvoeden om verantwoordelijkheid te nemen voor hun leefmilieu en doeltreffende en aangepaste middelen ter beschikking stellen van de opvoeders. 2/ Reglementaire, economische en financiële instrumenten 269. Versterken van de doeltreffendheid en de samenhang van de reglementaire, de economische en de financiële middelen in het kader van de principes en de doelstellingen die door dit plan zijn vastgelegd.Het eerste doel van de economische en financiële instrumenten is aan te zetten tot preventie, en vervolgens tot nuttige toepassing. Het specifieke belang van de heffingen bestaat erin dat ze de recyclagekanalen economisch aantrekkelijk, leefbaar en duurzaam te maken, met name door geleidelijk de werkelijke kostprijs van de verwijdering van de afvalstoffen te laten meespelen. Op termijn moeten de fiscale instrumenten de technieken en de producten die het schadelijkst zijn voor het leefmilieu bestraffen. 270. De kosten van het leefmilieu geleidelijk integreren in de economie, de prijs van de producten en de diensten.271. De verhouding tussen kostprijs en doeltreffendheid van de economische en financiële instrumenten optimaliseren.272. De steun op strategische wijze concentreren op de beslissende fasen in het proces van de afvalvermindering en van de recyclage van grondstoffen.273. De Waalse industriële en technische sectoren ontwikkelen in het domein van de schone technologieën en het afvalbeheer. 3/ Menselijke middelen 274. Erop toezien dat alle partijen continu en gecoördineerd aansluiten bij het Waalse afvalplan "Horizon 2010" en dat elk zijn verantwoordelijkheid opneemt.275. De voorwaarden van het naast elkaar bestaan van een leefmilieu van hoge kwaliteit waarop elke burger recht heeft en de vervuilingsbronnen die inherent zijn aan onze menselijke activiteiten van productie en verbruik regelen en controleren.Deze waakzaamheid is doeltreffender en minder duur dan een herstellend optreden. 276. De vereisten op het vlak van de bescherming van het leefmilieu integreren in de definitie en de tenuitvoerlegging van alle beleidslijnen van de openbare besturen en van de industriële strategieën. De structuren van de openbare besturen worden zo georganiseerd dat ze een geïntegreerde benadering op het vlak van de vervuiling kunnen garanderen, rekening houdend met het afvalbeheer in de andere beleidslijnen. Er worden coördinatiestructuren ingevoerd tussen de actoren, privé en openbaar, in toepassing van de principes van gedeelde verantwoordelijkheid en partnership waarin het plan voorziet.

Het is in het bijzonder aangewezen de iniatieven aan te moedigen die de werkgelegenheid kunnen ontwikkelen, met name in de ondernemingen voor sociale economie. 277. De maatschappelijke en educatieve rol van de besturen versterken, met name door een participatie aan de acties die specifiek op communicatie gericht zijn.278. De rol van de gemeenten en de beroepsfederaties versterken, die de bevoorrechte gesprekspartners zijn van de regionale politiek ten opzichte van de burgers en de ondernemingen.De dialoog en het partnership met de verenigingen voor milieubescherming en de consumenten worden voortgezet. 279. De nodige menselijke hulpmiddelen inzetten op het niveau van de ondernemingen, de beroepsfederaties, de ondergeschikte overheden en de verenigingen voor milieubescherming. B. ORGANISATIE 1. Sensibilisering, informatie en opleiding Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2/ Reglementaire, economische en financiële instrumenten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 3/ Menselijke middelen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld BIJLAGEN EXICON Verenigingen van gemeenten De 8 verenigingen van gemeenten met als doel het afvalbeheer (BEPN, IBW, ICDI, IDELUX, INTERSUD, INTRADEL, IPALLE, ITRADEC) Nuttige toepassing in niet-conventionele ovens : Een activiteit van nuttige toepassing die wordt uitgevoerd in een installatie die geïntegreerd is met een industrieel productieproces dat niet specifiek gericht is op het afvalbeheer. Ophaling : Activiteit van het ophalen, groeperen en/of sorteren van afvalstoffen.

Afval : Elke stof die of elk voorwerp dat is opgenomen in de categorieën in bijlage I van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen waarvan de houder zich ontdoet of waarvan hij het voornemen of de verplichting heeft zich te ontdoen.

Industrieel afval : Afval afkomstig uit een activiteit van industriële, commerciële of ambachtelijke aard en dat niet gelijkgesteld is met huishoudelijk afval.

Huishoudelijk afval : Afval afkomstig uit de normale activiteit van de gezinnen en het afval dat ermee is gelijkgesteld door het besluit van het Waalse Gewest van 10 juli 1997 dat een catalogus met de afvalstoffen omvat.

Inert afval : Afval dat, door zijn psychochemische aard, op geen enkel moment de functies van de bodem, de lucht of het water kan aantasten of het leefmilieu of de volksgezondheid schaden.

Geïnerteerd afval : Afval dat zo is behandeld dat het, in vastgestelde beheersomstandigheden, op geen enkel moment de functies van de bodem, de lucht of het water kan aantasten of het leefmilieu of de volksgezondheid schaden.

Gestabiliseerd afval : Afval dat zo is behandeld dat de vervuilende of gevaarlijke aard ervan is verminderd en dat het beantwoordt aan de strenge criteria die gelden voor vastgestelde verwijderingsinstallaties.

Ultiem afval : Afval dat niet meer nuttig kan worden toegepast of behandeld met het oog op een vermindering van het vervuilende of gevaarlijke karakter ervan.

Termijn : Het jaar waarin de maatregel volledig uitgevoerd moet zijn. Indien de maatregel gericht is op de goedkeuring van een wettelijke of regelgevende maatregel, dan kan de inwerkingtreding van de nieuwe verplichting worden voorgesteld ten opzichte van de vervaldag die is vastgesteld voor de goedkeuring ervan. In dit geval wordt de datum van inwerkingtreding vermeld naast "uitvoeringstermijn" (U.T.).

Verwijdering : Elke verrichting die wordt vermeld in bijlage II van het decreet van 27 juni 1996 met betrekking tot het afval en elke door de Regering gedefinieerde verrichting die in overeenstemming is met de Europese geldende beschikkingen.

Beheer : De ophaling of het transport of de nuttige toepassing of de verwijdering van het afval, met inbegrip van het toezicht op deze verrichtingen en de herstelling in oorspronkelijke staat van de sites voor verwijdering of nuttige toepassing na de sluiting ervan.

Onbekend beheer : De nuttige toepassing of de verwijdering waarvan de administratie niet op de hoogte is gesteld, of het illegale beheer.

Industrieën : Het geheel van de activiteiten en de beroepen die goederen en diensten produceren die afval meebrengen, met uitzondering van de afvalindustrieën.

Afvalindustrieën : Privéondernemingen voor afvalbeheer.

Operatoren : Instellingen, diensten, groepen of personen op wie de maatregelen van toepassing zijn en/of die belast zijn met de uitvoering ervan.

Initiatiefnemers : Instellingen, diensten, groeperingen of personen die het initiatief nemen of het kader scheppen voor de uitvoering van de maatregel.

Recyclage : Nuttige toepassing, met inbegrip van de compostering, die bestaat uit de terugwinning van grondstoffen of afvalproducten, met uitzondering van energie.

Herstelling in oorspronkelijke staat (sanering) : Geheel van de verrichtingen die gericht zijn op de herintegratie van de site in de omgeving gelet op de nieuwe bestemming ervan voor een functioneel gebruik en/of op het doen verdwijnen van het risico van vervuiling vanuit deze site, met inbegrip van de verrichtingen van onderhoud, toezicht en controle die de exploitant moet garanderen na de exploitatie, omwille van de potentiële risico's die de site kan inhouden.

Overbrenging : Activiteit die erop gericht is de afvalstoffen over te brengen naar een andere plaats in het Waalse Gewest, of over te brengen van een plaats buiten het Gewest naar een plaats binnen het Gewest of omgekeerd, met uitzondering van de afvalstoffen in transit.

Transport : Geheel van de verrichtingen van laden, vervoeren en lossen van de afvalstoffen.

Nuttige toepassing : Elke verrichting die voorzien is in bijlage II van het decreet van 27 juni 1996 betreffende afvalstoffen en elke verrichting die gedefinieerd is door het Gewest in overeenstemming met de geldende Europese beschikkingen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^