gepubliceerd op 06 oktober 1998
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. - Nummers 1395, 1396 en 1397 van de rol van het Hof Bij vonnissen van 11 augustus 1998 in zake H. Roelens tegen respectievelijk J. Waelkens, Y. D Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1395, 1396 en 1397 van de rol van het Hof en werden sa(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. - Nummers 1395, 1396 en 1397 van de rol van het Hof Bij vonnissen van 11 augustus 1998 in zake H. Roelens tegen respectievelijk J. Waelkens, Y. Devlaminck en G. Vande Walle, waarvan de expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 19 augustus 1998, heeft de vrederechter van het tweede kanton Kortrijk de prejudiciële vraag gesteld « of de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten, meer bepaald deze bevat in artikel 128, § 1, eerste lid, van de Grondwet en in artikel 5, § 1, II, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, al dan niet geschonden zijn door de bepalingen van de wet van 9 maart 1993 ertoe strekkende de exploitatie van huwelijksbureaus te regelen en te controleren ».
Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1395, 1396 en 1397 van de rol van het Hof en werden samengevoegd.
De griffier, L. Potoms.