gepubliceerd op 02 februari 1999
Administratie der directe belastingen Bericht aan de instellingen die gemachtigd zijn kwijtschriften uit te reiken voor giften die de schenker van zijn totale belastbare netto-inkomsten kan aftrekken I. ALGEMEENHEDEN Dit bericht bevat de f In de huidige stand van de wetgeving betreft het de giften in geld aan : 1. Belgische universite(...)
MINISTERIE VAN FINANCIEN
Administratie der directe belastingen Bericht aan de instellingen die gemachtigd zijn kwijtschriften uit te reiken voor giften die de schenker van zijn totale belastbare netto-inkomsten kan aftrekken I. ALGEMEENHEDEN Dit bericht bevat de formaliteiten die de instellingen bedoeld in artikel 104, 3° tot 5° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 moeten vervullen om hun schenkers in staat te stellen de giften in geld van 1000 BEF en meer per kalenderjaar, af te trekken van het geheel van hun netto belastbaar inkomen.
In de huidige stand van de wetgeving betreft het de giften in geld aan : 1. Belgische universiteiten of universitaire centra en de instellingen die met universitei ten zijn gelijkgesteld krachtens de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens;2. koninklijke academiën, het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, zomede aan de instellingen voor wetenschappelijk onderzoek die erkend zijn door de Minister van Financiën en door de Minister tot wiens bevoegdheid het beleid en de programmatie inzake wetenschap behoren, uitgezonderd de instellingen die rechtstreeks verbonden zijn met een politieke partij of lijst;3. openbare centra voor maatschappelijk welzijn;4. culturele instellingen waarvan het invloedsgebied één van de gemeenschappen of het gehele land bestrijkt en die door de Koning erkend zijn bij een in Ministerraad overlegd besluit;5. instellingen die de oorlogsslachtoffers, de mindervaliden, de bejaarden, de beschermde minderjarigen of de behoeftigen bijstaan en die, na advies van de raadgevende instellingen van de Staat of van de Gemeenschappen tot wiens bevoegdheid die bijstand behoort, worden erkend door de bevoegde organen van de Staat of van de Gemeenschappen waaronder die instellingen ressorteren en, voor de toepassing van de belastingwet, door de Minister van Financiën;6. het Rode Kruis van België en de Koning Boudewijnstichting;7. de Nationale Kas voor Rampenschade ten bate van het Nationaal Fonds voor Algemene Rampen of van het Nationaal Fonds voor Landbouwrampen, de provinciale rampenfondsen, evenals aan instellingen voor hulpverlening aan slachtoffers van rampen die de toepassing rechtvaardigen van de wet betreffende het herstel van schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen, en die hiertoe zijn erkend door de Minister van Financiën;8. beschutte werkplaatsen die, ter uitvoering van de wetgeving betreffende de sociale reclassering van mindervaliden, opgericht of erkend zijn door de Executieve of door de bevoegde instelling;9. instellingen die zich bezighouden met het natuurbehoud of de bescherming van het leefmilieu en die als dusdanig erkend zijn door de Minister van Financiën en de Minister tot wiens bevoegdheid het leefmilieu behoort;10. instellingen voor hulpverlening aan ontwikkelingslanden die als dusdanig erkend zijn door de Minister van Financiën en door de Minister tot wiens bevoegdheid de ontwikkelingssamenwerking behoort;11. instellingen en verenigingen die hulp verlenen aan slachtoffers van zeer grote industriële ongevallen en die als dusdanig erkend zijn door de Minister van Financiën en door de Minister van Buitenlandse Zaken;12. Rijksmusea en, op voorwaarde dat de giften voor hun musea worden bestemd, giften aan Gemeenschappen en Gewesten, provincies, gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De sub 12 hiervoor bedoelde giften mogen eveneens door natuurlijke personen worden gedaan in de vorm van kunstwerken waarvan de internationale faam door de Minister van Financiën is erkend.
De hiernavolgende richtlijnen strekken ertoe de formaliteiten die de betrokken instellingen moeten vervullen te vereenvoudigen. Zij zijn van toepassing op de vanaf 1 januari 1998 ontvangen giften en vervangen zowel de vorige richtlijnen als alle afwijkingen die terzake in het verleden zouden zijn toegestaan.
Die vereenvoudigingen betreffen voornamelijk de volgende punten : - de kwijtschriften moeten niet langer worden ondertekend; - het kwijtschrift moet nog slechts het totaal bedrag van de tijdens een bepaald jaar verrichte giften vermelden, dus zonder dat het detail van de verschillende tussenliggende stortingen moet worden vermeld; - onder bepaalde voorwaarden moet het totaal bedrag van de giften niet langer als één geheel getal in letters worden vermeld.
Kwijtschriften die reeds vóór de publicatie van dit bericht zouden zijn opgesteld voor het jaar 1998 op basis van de vroegere richtlijnen of van vroeger toegestane afwijkingen, moeten uiteraard niet worden vervangen.
Dit bericht bevat bovendien richtlijnen voor de overgang naar de euro met betrekking tot de giften ontvangen vanaf 1 januari 1999 (cf. punt III hierna).
II. FORMALITEITEN De giften van ten minste 1 000 BEF per kalenderjaar moeten het voorwerp uitmaken van een kwijtschrift dat in twee exemplaren wordt opgesteld. De instelling moet bovendien een verzamelstaat van de uitgereikte kwijtschriften opstellen.
Een exemplaar van die kwijtschriften moet samen met de verzamelstaat aan het bevoegde « Documentatiecentrum » van de Administratie der directe belastingen worden toegestuurd (adressen, zie punt IV hierna), binnen 2 maanden na het einde van ieder jaar.
Het andere exemplaar van de kwijtschriften moet, indien mogelijk binnen dezelfde termijn, aan de schenker worden toegezonden.
Voorstelling van de kwijtschriften De kwijtschriften moeten ten minste aan de hierna volgende voorwaarden voldoen : 1° de vermelding dragen « Kwijtschrift uitgereikt met toepassing van artikel 107 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 »;2° de volgende inlichtingen bevatten : a) het kalenderjaar waarvoor het kwijtschrift werd uitgereikt;b) het volgnummer (die nummering moet per kalenderjaar ononderbroken zijn en mag uitsluitend op giften in geld van 1 000 BEF en meer betrekking hebben);zo mogelijk, worden de kwijtschriften eerst gerangschikt volgens de volgorde van de postnummers van de gemeenten waarin de schenkers hun woonplaats hebben en vervolgens -per postnummer- in alfabetische volgorde volgens de namen van de schenkers; c) de volledige identificatiegegevens van de begiftigde instelling, d.w.z. haar statutaire benaming, het adres van haar maatschappelijke zetel alsmede haar nationaal nummer; d) de volledige identiteit en het volledige adres van de schenker;e) het bedrag van de gift en de bevestiging dat ze definitief en onherroepelijk is verricht.De instelling mag zich beperken tot het vermelden van het bedrag in cijfers voor zover die vermelding niet kan worden vervalst, inzonderheid door het bedrag te laten voorafgaan en te laten volgen door drie * of andere gelijkaardige tekens, zodat elke verwarring uitgesloten is (bv. ***5000*** BEF of ###5000### BEF).
Indien zulks niet het geval is moet het bedrag in cijfers en als één geheel getal in letters worden vermeld.
Het is sterk aan te bevelen de verschillende giften die een schenker gedurende een bepaald kalenderjaar heeft gestort te groeperen zodat voor dat jaar slechts één kwijtschrift per schenker wordt uitgereikt.
De kwijtschriften moeten niet langer worden ondertekend.
Verzamelstaat De verzamelstaat, bij voorkeur getypt of gedrukt, moet voor echt verklaard, gedagtekend en ondertekend zijn door een persoon die wettelijk bevoegd is om de instelling te verbinden en moet bestaan uit : a) een afzonderlijk blad met de vermelding van : 1.de volledige identificatiegegevens van de begiftigde instelling, d.w.z. haar statutaire benaming, het adres van haar maatschappelijke zetel alsmede haar nationaal nummer; 2. het jaar waarop de verzamelstaat betrekking heeft;3. het juiste aantal van de voor dat jaar uitgereikte kwijtschriften;4. het totale bedrag van de giften waarvoor kwijtschriften zijn uitgereikt voor dat jaar;b) bijbladen die allen de volledige identificatiegegevens van de begiftigde instelling en het jaartal waarop de verzamelstaat betrekking heeft, moeten vermelden, en waarop voor ieder uitgereikt kwijtschrift moet voorkomen : 1.het volgnummer; 2. de volledige benaming en het volledig adres van de schenker;3. het totaal bedrag van de giften. Indien in een bepaald jaar geen enkel kwijtschrift is uitgereikt, moet het onder a) hiervoor bedoelde document toch worden ingediend en moeten de gegevens sub a), 3 en 4 worden vervangen door de vermelding « nihil ».
III. DE EURO De overgang naar de euro brengt op zich geen enkele wijziging teweeg aan de onder nr II hiervoor bedoelde formaliteiten, behalve uiteraard wat de wijze betreft waarop het bedrag van de vanaf 1 januari 1999 verkregen giften moet worden vermeld.
A. OVERGANGSFASE NAAR DE EURO De overgangsfase naar de euro heeft betrekking op de giften die in de jaren 1999, 2000 en 2001 worden gedaan.
Overeenkomstig de « Krachtlijnen voor de overgang van de overheidsbesturen naar de euro » hebben de particulieren, de vennootschappen en de instellingen de keuze om, tijdens de overgangsfase, hun aangifteverplichtingen inzake inkomstenbelastingen in Belgische frank of in euro te voldoen.
Deze ruime toepassing van het beginsel « no compulsion, no prohibition » kan evenwel problemen stellen voor sommige belastingplichtigen die in het bezit zouden worden gesteld van documenten, zoals kwijtschriften voor giften, uitgedrukt in de andere munt dan degene die ze gekozen hebben voor hun aangifte in de personenbelasting, de vennootschapsbelasting of de belasting van niet-inwoners en die bijgevolg zelf zullen moeten instaan voor de omzetting van de gegevens.
Om op dat vlak veelvuldige en tijdrovende betwistingen te voorkomen, wordt aan de instellingen die kwijtschriften voor giften uitreiken, aanbevolen daarop het bedrag van de giften, noodzakelijk voor het invullen van de aangifte van de schenker, in beide munten (BEF en EUR) in te vullen.
De omrekening van een bedrag in BEF naar een bedrag in EUR geschiedt door het bedrag te delen door de door de Europese Raad onherroepelijk vastgestelde omrekeningskoers. Het resultaat moet tot de cent worden afgerond. Centgedeelten worden voor een eenheid gerekend of weggelaten, naargelang zij 0,5 cent of meer, of minder dan 0,5 cent bedragen.
De omrekening van een bedrag in EUR naar een bedrag in BEF geschiedt door het bedrag te vermenigvuldigen met de door de Europese Raad onherroepelijk vastgestelde omrekeningskoers. Het resultaat moet tot de frank worden afgerond. Frankgedeelten worden voor een eenheid gerekend of weggelaten, naargelang zij 50 centiem of meer, of minder dan 50 centiem bedragen.
Wanneer het bedrag echter niet in de twee munteenheden zouden kunnen worden ingevuld, wordt alleszins aanbevolen om het bedrag steeds in Belgische frank (BEF) op de kwijtschriften te vermelden. Een veralgemeende opvolging van deze minimale aanbeveling, moet de individuele schenker in staat stellen zonder enig omrekeningsprobleem zijn aangifte in de personenbelasting, de vennootschapsbelasting of de belasting van niet-inwoners in dezelfde munteenheid -nl. de Belgische frank- in te vullen.
De verzamelstaat mag slechts bedragen, ofwel in Belgische frank, ofwel in euro bevatten.
B. DEFINITIEVE OVERGANG NAAR DE EURO Voor de vanaf 1 januari 2002 verkregen giften mag het bedrag nog alleen in EUR op de kwijtschriften en op de verzamelstaat worden vermeld.
IV. DOCUMENTATIECENTRA De adressen van de « Documentatiecentra » van de Administratie der directe belastingen waaraan de in dit bericht bedoelde kwijtschriften en verzamelstaat moeten worden toegezonden zijn : a) voor de instellingen met maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest d.w.z. uitsluitend in één van de hierna opgesomde 19 gemeenten : Anderlecht, Brussel, Elsene, Etterbeek, Evere, Ganshoren, Jette, Koekelberg, Oudergem, Schaarbeek, Sint-Agatha-Berchem, Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vorst en Watermaal-Bosvoorde : Administratie der directe belastingen Documentatiecentrum-Bedrijfsvoorheffing te Brussel Belliardstraat 45 1040 Brussel b) voor de instellingen met maatschappelijke zetel in het Waalse of Duitse Gewest : Administratie der directe belastingen Documentatiecentrum-Bedrijfsvoorheffing te Bergen C.A.E. Chemin de l'Inquiétude 7000 Bergen c) voor de instellingen met maatschappelijke zetel in het Vlaamse Gewest : Administratie der directe belastingen Documentatiecentrum-Bedrijfsvoorheffing te Denderleeuw Kruisstraat 28 9470 Denderleeuw. V. OPMERKINGEN Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om aan sommige principes te herinneren : 1. De instellingen die aan een erkenning onderworpen zijn mogen slechts kwijtschriften in de zin van wat voorafgaat uitreiken nadat zij die erkenning voor het betreffende jaar hebben verkregen.2. De exemplaren van de kwijtschriften die de begiftigde instellingen aan de Administratie der directe belastingen hebben toegezonden, worden aan de verschillende taxatiediensten van de schenkers toegestuurd en zijn in principe de enige stukken die in aanmerking worden genomen om de aftrek van de giften toe te staan. 3. De aftrekbaarheid van de giften is ingegeven door het nationaal belang en geldt bijgevolg enkel voor eigenlijke giften, d.w.z. schenkingen die zijn afgestaan zonder tegenwaarde, zodat uitgesloten zijn, abonnementen op tijdschriften, lidgelden, collegegelden, schoolgelden, les-, examen- en andere gelijkaardige kosten, inkomkaarten voor concerten, enz.
Wanneer de overgedragen sommen geheel of zelfs gedeeltelijk de levering van een goed of de prestatie van een dienst vergoeden, mogen daarvoor geen kwijtschriften worden uitgereikt, noch voor de totaliteit, noch voor een gedeelte van de gestorte sommen.
Om als aftrekbare gift in aanmerking te komen, moet het bedrag bijgevolg geheel om niet worden overgemaakt en mag aan de schenker geen enkel voordeel worden verstrekt (behalve zaken van zeer geringe waarde, zoals een zelfklever, een sobere informatiebrochure, enz.). 4. Een instelling die gemachtigd is kwijtschriften uit te reiken in de zin van de hiervoor vermelde richtlijnen (cf.punt I hiervoor), mag niet optreden als doorgeefluik voor een andere instelling en dergelijke kwijtschriften uitreiken voor de sommen die in feite bestemd zijn voor deze andere instelling. 5. Er mogen geen kwijtschriften worden uitgereikt voor stortingen die de opbrengst vertegenwoordigen van collectieve geldinzamelingen en dus niet werkelijk voortkomen van een individuele schenker. 6. De giften die op het einde van een bepaald jaar worden gestort of overgeschreven op de financiële rekening van de begunstigde instelling mogen, met het akkoord van de schenker, worden aangemerkt als giften van datzelfde jaar, op voorwaarde dat de rekening van de instelling één van de eerste drie werkdagen van het volgende jaar is gecrediteerd.