gepubliceerd op 19 augustus 1997
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 30 juni 1997 in zake G. Lechanu en andere tegen P. Hannecart, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op « Schendt de bepaling vervat in artikel 37 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening a(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 30 juni 1997 in zake G. Lechanu en andere tegen P. Hannecart, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 11 juli 1997, heeft de Jeugdrechtbank te Luik de volgende prejudiciële vraag ge-steld : « Schendt de bepaling vervat in artikel 37 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, dat bepaalt dat enkel de minderjarigen van meer dan 14 jaar voor de jeugdrechtbank een betwisting kunnen indienen betreffende de toestemming in, de weigering van of de nadere regels voor de toepassing van een individuele hulpverlenende maatregel, niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en artikel 12 van het Verdrag inzake de rechten van het kind, doordat zij een verschil in behandeling invoert onder de minderjarige kinderen naargelang zij meer of minder dan 14 jaar oud zijn ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1127 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.