gepubliceerd op 14 april 2001
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Bestuurscommissie van de voorzorgskas van de Kempen, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen. - Hernieuwing van mandaten. - Benoemingen Bij koninklijk besluit van 7 maart 2001, worden - de heren Alenis, A.; Jans, J.-P. en Miermans, W., in de hoedanigheid van werkende leden en de her(...)
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Bestuurscommissie van de voorzorgskas van de Kempen, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen. - Hernieuwing van mandaten. - Benoemingen Bij koninklijk besluit van 7 maart 2001, worden hernieuwd voor een termijn van zes jaar, ingaande op 1 juli 2000, in de hoedanigheid van leden van de Bestuurscommissie van de voorzorgskas van de Kempen, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, de mandaten van : - de heren Alenis, A.; Jans, J.-P. en Miermans, W., in de hoedanigheid van werkende leden en de heren Aerts, L. en Henckaerts, B., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden, als vertegenwoordigers van de representatieve beroepsorganisaties van de werknemers bedoeld bij artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 november 1970 houdende bijzondere bepalingen inzake de sociale zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden; - de heren Claes, F.; Hermans, J.; Leclercq, G. en Soudan, B., in de hoedanigheid van werkende leden en de heren Claessens, J.; Poppe, R.;
Schouteden, T. en Theunis, P., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden, als vertegenwoordigers van de representatieve beroepsorganisaties van de werkgevers die de in artikel 5 bedoelde werknemers tewerkstellen van het voornoemd koninklijk besluit.
Bij hetzelfde besluit, worden benoemd tot leden bij voornoemde Bestuurscommissie, vanaf de datum van deze bekendmaking, voor een termijn verstrijkend op 30 juni 2006 : - de heer Ziembicki, N., in de hoedanigheid van werkend lid en de heren Canini, S. en Urbain, R., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden, als vertegenwoordigers van de representatieve beroepsorganisaties van de werknemers bedoeld bij artikel 5 van het voornoemd koninklijk besluit.