Etaamb.openjustice.be
Bekrachtiging van 24 april 2003
gepubliceerd op 15 oktober 2003

Collegebesluit nr. 03/149 houdende bekrachtiging van verordening nr. 03/01 houdende subsidiëring van kunsten

bron
vlaamse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2003031470
pub.
15/10/2003
prom.
24/04/2003
ELI
eli/besluit/2003/04/24/2003031470/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 APRIL 2003. - Collegebesluit nr. 03/149 houdende bekrachtiging van verordening nr. 03/01 houdende subsidiëring van kunsten


De Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en wij, het College, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze verordening regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 127, § 1, 1° van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994.

Art. 2.Deze verordening schept een eigen subsidieregeling voor Nederlandstalige kunstenpodia, kunstverenigingen en kunstprojecten in het Brussels hoofdstedelijk gewest.

Art. 3.In deze verordening wordt bedoeld met : a) kunsten : elke activiteit waardoor met professionele inzet en ambitie, via artistieke middelen, realisaties worden gecreëerd die artistiek en kwalitatief relevant zijn;b) kunstenpodium : elke vereniging die op systematische en regelmatige wijze een podium biedt aan eigen artistieke creaties en/of een receptieve werking ontplooit;c) kunstvereniging : elke vereniging die op systematische wijze en met professionele ambitie een artistieke werking ontplooit en/of kunstuitingen produceert;d) artistieke werking : elke continue activiteit die gebruik maakt van artistieke middelen op het domein van een of meer van de volgende disciplines : beeldende kunst, literatuur, theater, dans, muziek, muziektheater, film, fotografie, architectuur, video en elektronische media;e) kunstproject : activiteit met professionele inzet of ambitie waarbij artistieke middelen op het domein van beeldende kunst, literatuur, theater, dans, muziek, muziektheater, film, fotografie, architectuur, video en elektronische media worden ingezet in een betekenisvol geheel;f) kunstenaar : elke persoon die met professionele inzet of ambitie op systematische wijze artistieke producties maakt. HOOFDSTUK II. - Subsidiëring

Art. 4.Binnen de perken van de begroting en de hierna volgende bepalingen geeft het College, na advies van de advieswerkgroep Kunsten, subsidies voor kunsten.

Art. 5.De aanvragen moeten voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° De subsidie wordt aangevraagd door een Nederlandstalige vereniging zonder commerciële doeleinden of door een individuele kunstenaar;2° De aanvragende vereniging of kunstenaar is officieel gevestigd in het Brussels hoofdstedelijk gewest;3° De werking of het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd, vindt in het Brussels hoofdstedelijk gewest plaats of maakt deel uit van een uitwisselingsproject ter promotie van het Vlaams-Brusselse artistieke leven.

Art. 6.De aanvragen worden getoetst aan volgende criteria : 1° artistieke relevantie en kwaliteit;2° systematische dialoog van de kunstenaar met de sociale werkelijkheid en de grootstedelijke realiteit;3° publiekswerking.

Art. 7.Het College bepaalt bij uitvoeringsbesluit de voorwaarden volgens welke kunstenpodia een subsidie kunnen ontvangen voor hun artistieke werking.

Art. 8.Het College bepaalt bij uitvoeringsbesluit de voorwaarden volgens welke kunstverenigingen een subsidie kunnen ontvangen voor hun artistieke werking.

Art. 9.Het College bepaalt bij uitvoeringsbesluit de voorwaarden volgens welke kunstenaars en verenigingen een subsidie kunnen ontvangen voor een kunstproject. HOOFDSTUK III. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 10.Indien een subsidie voor kunsten wordt toegekend, moet de medewerking van de Vlaamse Gemeenschapscommissie duidelijk vermeld worden in alle publiciteit die in het kader van de aanwending van de subsidie wordt gevoerd.

Art. 11.Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie zal jaarlijks de lijst bekendmaken van kunstenpodia, kunstverenigingen, en kunstprojecten, gesubsidieerd voor kunsten.

Art. 12.Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan het College na advies van de advieswerkgroep Kunsten geheel of gedeeltelijk vrijstelling verlenen om te voldoen aan bepaalde voorwaarden en bepalingen die in deze verordening zijn vervat. De motivering van de vrijstelling zal in het desbetreffende besluit worden opgenomen.

Art. 13.De volgende verordeningen worden opgeheven : - verordening nr. 92/01 van 19 mei 1992 houdende subsidiëring voor artistiek-vernieuwend werk; - verordening nr. 92/02 van 19 mei 1992 houdende subsidiëring van kunstverenigingen met kunstspreidend profiel.

De volgende collegebesluiten worden opgeheven : - collegebesluit nr. 95/001 van 19 januari 1995 voor uitvoering van de verordening 92/01 houdende subsidiëring van artistiek-vernieuwend werk; - collegebesluit nr. 95/002 van 19 januari 1995 voor uitvoering van de verordening 92/02 houdende subsidiëring van kunstverenigingen met kunstspreidend profiel.

Art. 14.Deze verordening treedt in werking vanaf 1 maart 2003.

Deze verordening wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt De Collegeleden : J. CHABERT G. VANHENGEL R. DELATHOUWER

^