16 JUNI 2005. - Collegebesluit nr. 05/329 houdende bekrachtiging van Verordening nr. 05/02 houdende de invoering van een meer evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in adviesorganen

De Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en wij, het College, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze verordening regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 166, § 3, 1e van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994.

Art. 2.In deze verordening wordt verstaan onder adviesorganen alle raden, commissies, comités, werkgroepen en andere organen, ongeacht de benaming ervan, die zijn opgericht door het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Art. 3.Ten hoogste twee derde van de leden van een adviesorgaan is van hetzelfde geslacht.

Art. 4.Wanneer niet wordt voldaan aan de voorwaarde vermeld in artikel 3, kan het adviesorgaan geen rechtsgeldig advies uitbrengen.

Art. 5.Indien onmogelijk kan voldaan aan de voorwaarde gesteld in artikel 3, kan het VGC-College op gemotiveerd verzoek van het collegelid onder wiens bevoegdheid het betrokken adviesorgaan ressorteert, afwijkingen toestaan.

Art. 6.Het College legt éénmalig tijdens een legislatuur een evaluatieverslag in verband met de toepassing van deze verordening voor aan de plenaire vergadering van de Raad van VGC.

Art. 7.Voor de adviesorganen die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn samengesteld, past het VGC-College bij de eerst volgende vernieuwing van de mandaten de samenstelling aan overeenkomstig de bepaling van artikel 3.

Art. 8.Deze verordening heeft uitwerking met ingang van 10 juni 2005.

Deze verordening wordt in het Belgisch Staatsblad bekend gemaakt.

De Collegeleden, B. GROUWELS P. SMET G. VANHENGEL