Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 11 oktober 2022

Uittreksel uit arrest nr. 34/2022 van 10 maart 2022 Rolnummer 7425 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 594 van het Wetboek van strafvordering en artikel 63 van de wet van 8 april 1965 « betreffende de jeugdbescherming, het ten laste Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2022204613
pub.
11/10/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 34/2022 van 10 maart 2022 Rolnummer 7425 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 594 van het Wetboek van strafvordering en artikel 63 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade » (zoals van toepassing in de Franse Gemeenschap), gesteld door de familie- en jeugdrechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters J.-P. Moerman, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters en E. Bribosia, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 8 juli 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 juli 2020, heeft de familie- en jeugdrechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 594 van het Wetboek van strafvordering en/of artikel 63 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en zelfs andere grondwetsbepalingen, in zoverre : - het voormelde artikel 594 de Koning de mogelijkheid biedt aan bepaalde administratieve overheden toegang te verlenen tot het strafregister, zulks uitsluitend in het kader van door of krachtens de wet bepaalde doeleinden, en met uitzondering van beslissingen gewezen in het kader van amnestieën, vernietigingen, intrekkingen, opheffingen, herstel in eer en rechten, opschorting van de uitspraak van de veroordeling, werkstraffen, straffen onder elektronisch toezicht en autonome probatiestraffen, - terwijl de minderjarige persoon die voor de jeugdrechtbank ten gronde wordt vervolgd wegens een of meer als misdrijf omschreven feiten : . niet om het voordeel van de opschorting van de uitspraak van de veroordeling of van een andere probatiemaatregel kan verzoeken, . maar ten hoogste, als meest gunstige maatregel, om het voordeel van een berisping, in het kader van de maatregelen opgesomd in artikel 63 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de jeugdbescherming, waarin wordt gepreciseerd : ' (...) Die (...) maatregelen mogen nooit aan particulieren ter kennis worden gebracht. Zij mogen aan de gerechtelijke overheden ter kennis worden gebracht.

Zij mogen ook aan de administratieve overheden, de notarissen en de gerechtsdeurwaarders worden ter kennis gebracht, indien dezen die inlichtingen voor de toepassing van een wets- of verordeningsbepaling volstrekt nodig hebben. Deze mededeling geschiedt onder de controle van de gerechtelijke overheden volgens de door de Koning te bepalen procedure. ' . en dus zonder dezelfde uitzondering op de toegang tot de in zijn strafregister opgenomen gegevens voor, met name, bepaalde administratieve overheden te kunnen genieten als die welke een meerderjarige persoon kan genieten die wegens misdrijven voor een strafgerecht wordt vervolgd, wanneer hij om het voordeel van de opschorting van de uitspraak van de veroordeling of van een andere probatiemaatregel verzoekt ? Hetzelfde zou gelden wanneer de meerderjarige persoon het voordeel van een werkstraf geniet, ten opzichte van een minderjarige persoon die het voordeel zou genieten van een maatregel waarbij hij ertoe wordt gedwongen een aantal uren prestaties in het algemeen belang te verrichten zoals bepaald in artikel 108, tweede lid, 3°, van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming ». (...) III. In rechte (...) B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op, enerzijds, artikel 594 van het Wetboek van strafvordering en, anderzijds, artikel 63 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade » (hierna : de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten), zoals het in de Franse Gemeenschap van toepassing is.

B.1.2. Artikel 594 van het Wetboek van strafvordering bepaalt : « De Koning kan bij in Ministerraad overlegd besluit en na advies van de Commissie ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer aan bepaalde administratieve overheden toegang verlenen tot in het Strafregister opgenomen gegevens, zulks uitsluitend in het kader van door of krachtens de wet bepaalde doeleinden, en met uitzondering van : 1° de veroordelingen en beslissingen bedoeld in artikel 593, 1° tot 4°;2° arresten van herstel in eer en rechten en veroordelingen waarop dat herstel in eer en rechten betrekking heeft;3° beslissingen tot opschorting van de uitspraak van de veroordeling en tot probatie-opschorting of het verval van de strafvordering overeenkomstig de artikelen 216bis, § 2 en 216ter, § 6;4° de beslissingen die veroordelen tot een werkstraf overeenkomstig artikel 37quinquies van het Strafwetboek, met uitzondering voor het opmaken van de voorbereidende lijst van gezworenen overeenkomstig artikel 224, 13°, van het Gerechtelijk Wetboek;5° de beslissingen die veroordelen tot een straf onder elektronisch toezicht overeenkomstig artikel 37ter van het Strafwetboek, met uitzondering voor het opmaken van de voorbereidende lijst van gezworenen overeenkomstig artikel 224, 13°, van het Gerechtelijk Wetboek;6° de beslissingen die veroordelen tot een autonome probatiestraf overeenkomstig artikel 37octies van het Strafwetboek, behalve voor het opmaken van de voorbereidende lijst van gezworenen overeenkomstig artikel 224, 13°, van het Gerechtelijk Wetboek. Zij hebben geen toegang meer tot gegevens betreffende veroordelingen tot gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden, tot veroordelingen bij eenvoudige schuldigverklaring, tot geldboete van ten hoogste 500 euro en tot geldboete, ongeacht het bedrag ervan, die is opgelegd krachtens het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, na een termijn van drie jaar te rekenen van de dag van de rechterlijke beslissing waarbij zij zijn uitgesproken, behalve indien deze veroordelingen een vervallenverklaring of een ontzetting inhouden waarvan de gevolgen zich over meer dan drie jaar uitstrekken, uitgesproken in het vonnis of waarvan die overheden absoluut kennis moeten hebben om een wets- of verordeningsbepaling te kunnen toepassen.

Zij hebben wel toegang tot gegevens inzake de ontzettingen en maatregelen bedoeld in artikel 63 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, onder de voorwaarden vastgesteld in dat artikel ».

B.1.3. Artikel 63 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals van toepassing in de Franse Gemeenschap, bepaalt : « De ontzetting van het ouderlijke gezag en de maatregelen die ingevolge de artikelen 37 en 39 worden bevolen ten aanzien van minderjarigen die op grond van artikel 36, 4°, voor de jeugdrechtbank zijn gebracht, worden in het strafregister van de betrokkenen vermeld.

Die ontzetting en die maatregelen mogen nooit aan particulieren ter kennis worden gebracht.

Zij mogen aan de gerechtelijke overheden ter kennis worden gebracht.

Zij mogen ook aan de administratieve overheden, de notarissen en de gerechtsdeurwaarders worden ter kennis gebracht, indien dezen die inlichtingen voor de toepassing van een wets- of verordeningsbepaling volstrekt nodig hebben. Deze mededeling geschiedt onder de controle van de gerechtelijke overheden volgens de door de Koning te bepalen procedure.

De meldingen die bij toepassing van deze wet in het strafregister van een minderjarige zijn gemaakt, kunnen op verzoek van degene die er het voorwerp van was, bij beslissing van de jeugdrechtbank geschrapt worden na verloop van vijf jaren sedert het tijdstip waarop die maatregelen een einde hebben genomen.

De ontzetting van het ouderlijke gezag wordt ambtshalve geschrapt, wanneer daaraan door herstel een einde is gemaakt ».

B.2.1. Het Hof wordt verzocht om de situatie van minderjarige personen en die van meerderjarige personen te vergelijken met betrekking tot de toegang van de administratieve overheden tot de vermelding van de maatregelen die te hunnen aanzien door een rechtscollege zijn bevolen en in het strafregister zijn ingeschreven. Uit de motivering van het verwijzingsvonnis blijkt dat de rechter de minderjarige personen en de meerderjarige personen aan wie een van de lichtste maatregelen wordt opgelegd, namelijk, voor de eerstgenoemden, de berisping en, voor de laatstgenoemden, de opschorting van de uitspraak van de veroordeling of een andere probatiemaatregel, met elkaar wil vergelijken. Volgens de verwijzende rechter worden, krachtens de in het geding zijnde bepalingen, alle maatregelen die zijn genomen ten aanzien van een minderjarige persoon die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd, ingeschreven in het strafregister en kunnen zij, onder bepaalde voorwaarden, ter kennis worden gebracht van de administratieve overheden. De opschorting van de uitspraak van de veroordeling en de andere probatiemaatregelen die ten aanzien van meerderjarige personen zijn genomen, die eveneens in het strafregister worden ingeschreven, kunnen daarentegen niet ter kennis van de administratieve overheden worden gebracht.

B.2.2. Aan het Hof wordt ook een vraag gesteld over het verschil in behandeling tussen minderjarige personen aan wie het verrichten van prestaties in het algemeen belang wordt opgelegd en meerderjarige personen die worden veroordeeld tot het uitvoeren van een werkstraf, in zoverre de vermelding van die maatregelen, die in het strafregister van de betrokkene wordt ingeschreven, ter kennis van de administratieve overheden kan worden gebracht in het eerste geval en niet in het tweede.

B.3. In tegenstelling tot hetgeen de Ministerraad aanvoert, wordt aan het Hof geen vraag gesteld over het verschil in behandeling tussen minderjarige personen en meerderjarige personen die soortgelijke feiten hebben gepleegd wat betreft de maatregelen die ten aanzien van de eerstgenoemden kunnen worden genomen en de straffen die aan de laatstgenoemden kunnen worden opgelegd, maar wel wat betreft de toegang van de administratieve overheden tot de vermelding van die maatregelen en straffen in hun strafregister. Bijgevolg vindt het verschil in behandeling waarover aan het Hof een vraag wordt gesteld, zijn oorsprong in de in het geding zijnde bepalingen, die de toegang van de administratieve overheden tot de vermeldingen in het strafregister regelen en niet in de normen, die door verschillende wetgevers bij de uitoefening van hun eigen bevoegdheden zijn aangenomen, die voorzien in de straffen en maatregelen die in elk geval door de rechter kunnen worden uitgesproken.

B.4.1. De Ministerraad is van mening dat de in het geding zijnde bepalingen, sedert de inwerkingtreding, op 1 mei 2019, van boek V en van artikel 184 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 18 januari 2018 « houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming » (hierna : het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten), in ruime mate onwerkzaam zijn geworden, zodat de prejudiciële vraag geen antwoord zou behoeven.

B.4.2. Krachtens het in het geding zijnde artikel 594, derde lid, van het Wetboek van strafvordering kunnen de administratieve overheden door de Koning worden gemachtigd tot toegang tot de « maatregelen bedoeld in artikel 63 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade ».

B.4.3. In artikel 63, eerste lid, van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals van toepassing in de Franse Gemeenschap, wordt gepreciseerd dat « de maatregelen die ingevolge de artikelen 37 en 39 worden bevolen ten aanzien van minderjarigen die op grond van artikel 36, 4°, voor de jeugdrechtbank zijn gebracht », in het strafregister van de betrokken minderjarige persoon worden vermeld.

B.5.1. Bij het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten worden artikel 36, 4°, van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten (artikel 184, 2°), artikel 37, met uitzondering van paragraaf 3, vijfde lid (artikel 184, 4°), en artikel 39 van dezelfde wet (artikel 184, 9°) opgeheven.

B.5.2. Artikel 108 van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten bepaalt : « De jeugdrechtbank, als hij ten gronde beslist, geeft de voorkeur aan een herstelgericht aanbod en onderzoekt daarna de haalbaarheid van een geschreven project dat door de jongere voorgedragen zou worden.

Indien het herstelgericht aanbod en het geschreven project onverwezenlijkbaar of onaangepast blijken of indien het herstelgericht aanbod onvoldoende blijkt, kan, bij wijze van opvoedingsmaatregel, de rechtbank : 1° de jongere berispen;2° de jongere, via de directeur, aan het toezicht van de dienst voor jeugdbescherming onderwerpen;3° hem opleggen een opvoedingsprestatie in het algemeen belang uit te voeren in verband met zijn leeftijd en zijn vermogen, van 150 uur maximum, georganiseerd door een erkende dienst;4° de jongere onderwerpen aan een begeleiding of een gespecialiseerde begeleiding, overeenkomstig artikel 120;5° de jongere voorwaarden opleggen opdat hij in zijn leefomgeving zou kunnen blijven, overeenkomstig artikel 121;6° de jongere verwijderen uit zijn leefomgeving, mits inachtneming van de hiërarchie bedoeld bij artikel 122. De maatregelen bedoeld bij de punten 1° tot 5° van het tweede lid krijgen de voorrang op de maatregelen tot verwijdering uit zijn leefomgeving ».

B.6.1. Uit de prejudiciële vraag en uit de motieven van het verwijzingsvonnis kan worden afgeleid dat de verwijzende rechter overweegt om een of meer van de in die bepaling opgesomde maatregelen te nemen ten aanzien van de in het geding zijnde minderjarige.

B.6.2. Bijgevolg zullen de maatregelen die door de verwijzende rechter zullen worden bevolen ten aanzien van de betrokken minderjarige, worden bevolen met toepassing van artikel 108 van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten en niet met toepassing van de artikelen 36, 4°, 37 en 39 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. De met toepassing van artikel 108 van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten bevolen maatregelen worden niet aangehaald in artikel 63 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals van toepassing in de Franse Gemeenschap. Bijgevolg kunnen die maatregelen, bij gebrek aan een wettelijke grondslag, niet vermeld worden in het strafregister van de betrokken jongere.

B.7. De prejudiciële vraag, die betrekking heeft op de toegang van de administratieve overheden tot de vermeldingen in het strafregister van minderjarige personen, behoeft geen antwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.

Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 10 maart 2022.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, P. Nihoul

^