Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 08 maart 2021

Uittreksel uit arrest nr. 137/2020 van 15 oktober 2020 Rolnummer 7408 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 30, 31 en 31bis van de wet van 4 december 2007 « betreffende de sociale verkiezingen », gesteld door de Franstalige Arbeid Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter F. Daoût, de rechters J.-P. Moerman, R. Leys(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2021200587
pub.
08/03/2021
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Uittreksel uit arrest nr. 137/2020 van 15 oktober 2020 Rolnummer 7408 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 30, 31 en 31bis van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten « betreffende de sociale verkiezingen », gesteld door de Franstalige Arbeidsrechtbank te Brussel.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter F. Daoût, de rechters J.-P. Moerman, R. Leysen, M. Pâques, Y. Kherbache en T. Detienne, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter A. Alen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 26 maart 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 juni 2020, heeft de Franstalige Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 30, 31 en 31bis van de wet van 4 december 2017 [lees : wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten betreffende de sociale verkiezingen] de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6, 13 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met het algemeen redelijkheidsbeginsel en met de algemene beginselen van het recht op toegang tot een rechter, in zoverre zij aan de mogelijkheid om een betwisting betreffende de inhoud van de inlichtingen die met toepassing van artikel 14 van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten op dag X zijn aangeplakt te laten onderzoeken door een rechter, de verplichting koppelen vooraf bezwaar te hebben ingediend binnen zeven dagen na die aanplakking ? ».

Op 16 juli 2020 hebben de rechters-verslaggevers M. Pâques en Y. Kherbache, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, het Hof ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest gewezen op voorafgaande rechtspleging. (...) III. In rechte (...) B.1. De artikelen 14, 30, 31 en 31bis van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten « betreffende de sociale verkiezingen » (hierna : de wet van 4 december 2007) bepalen : « Art.14. Door aanplakking van een bericht negentig dagen voor de dag van de verkiezingen in de verschillende secties en afdelingen van de onderneming, stelt de raad of het comité, of bij ontstentenis ervan de werkgever, de werknemers in kennis van : 1° de datum en de uurregeling van de verkiezingen;ingeval hieromtrent geen akkoord is bereikt in de raad of het comité, stelt de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van het rechtsgebied deze datum en deze uurregeling vast; 2° het adres en de benaming van de technische bedrijfseenheid of -eenheden waarvoor raden of comités moeten worden opgericht;3° het aantal mandaten per raad of comité en per categorie;4° de voorlopige kiezerslijsten of de plaatsen waar zij kunnen worden geraadpleegd.Deze lijsten hernemen, per categorie, de werknemers tewerkgesteld in de onderneming en de uitzendkrachten ter beschikking gesteld bij de gebruiker bedoeld in artikel 16, derde lid, die op de dag van de verkiezingen zullen voldoen aan de kiesvoorwaarden. Aan elke persoon van dezelfde categorie op deze lijst, wordt een nummer toegekend; 5° de lijst van de leden van het leidinggevend personeel met vermelding van de benaming en de inhoud van de functies, of de plaatsen waar zij kan worden geraadpleegd;6° de lijst van de kaderleden of de plaatsen waar zij kan worden geraadpleegd, in de ondernemingen die ten minste honderd werknemers tewerkstellen in de zin van artikel 7;de werknemers die één van de kaderfuncties uitoefenen en die op de kieslijst van de jeugdige werknemers voorkomen, worden niet opgenomen in de lijst van de kaderleden; in deze lijst mogen slechts bedienden opgenomen worden die zo aangegeven zijn in de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid; 7° de data die uit de verkiezingsprocedure voortvloeien;8° de persoon of de dienst belast door de werkgever met het versturen of het ronddelen van de oproepingsbrieven voor de verkiezing;9° Desgevallend, de beslissing om over te gaan tot elektronisch stemmen. Dit bericht moet de datum van de aanplakking vermelden. Voor de toepassing van de bepalingen van deze wet moet de datum vermeld op het bericht de datum zijn van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. Hij kan niet vroeger zijn dan de werkelijke datum van de aanplakking. Dit bericht moet de volgende vermelding bevatten : ' Om de afvaardiging die zal worden verkozen een werkelijk vertegenwoordigend karakter te geven, hebben alle werknemers de plicht aan de stemming deel te nemen '.

De aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, kan vervangen worden door het ter beschikking stellen van een elektronisch document, voor zover alle werknemers hiertoe toegang hebben tijdens hun normale werkuren.

De inlichtingen bedoeld in het eerste lid worden meegedeeld in een document dat overeenstemt met het model dat als bijlage gaat bij deze wet. Bij ontstentenis van een raad of een comité wordt een afschrift van dit bericht overgemaakt aan de vakbondsafvaardiging. Deze inlichtingen worden op elektronische wijze meegedeeld via de webapplicatie waarin precies daartoe is voorzien op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Bij gebreke daaraan wordt een afschrift van het aangeplakte bericht onmiddellijk naar de zetel van de in artikel 4, 6°, a), bepaalde organisaties en de in artikel 4, 5°, bepaalde organisaties verzonden; in dat laatste geval enkel wanneer de ingezette procedure gericht is op de oprichting van een raad. De lijsten van het leidinggevend personeel en van de werknemers die een kaderfunctie uitoefenen, worden bij deze verzendingen gevoegd. De kiezerslijsten worden enkel gevoegd bij ontstentenis van een raad, van een comité of van een vakbondsafvaardiging waarin alle organisaties als bedoeld in artikel 4, 6°, vertegenwoordigd zijn.

De werknemers kunnen bij hun vertegenwoordigers de documenten raadplegen met de verschillende berichten die de werkgever hen moet bezorgen en tijdens de verkiezingsprocedure in de onderneming moet aanplakken ». «

Art. 30.Binnen zeven dagen na de aanplakking van het bericht waarbij de datum van de verkiezingen wordt aangekondigd, kunnen de werknemers, alsmede hun representatieve organisaties bij de raad of het comité, of bij ontstentenis ervan, bij de werkgever bezwaar indienen tegen : 1° de kiezerslijsten, vanwege het niet inschrijven of de onbehoorlijke inschrijving van kiezers of vanwege onjuistheden aangaande de vermeldingen bepaald in artikel 20;2° de vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en per categorie;3° de lijst van het leidinggevend personeel, in de mate dat op deze lijst die overeenkomstig de bepalingen van artikel 14 ter kennis van de werknemers is gebracht, een persoon voorkomt die geen leidinggevende functie vervult zoals die door de bepalingen van deze wet is vastgesteld;4° de lijst van de kaderleden. In het kader van de verkiezingsprocedure die de verkiezing van een raad voorafgaat, kan eveneens een bezwaar worden ingediend door de representatieve organisaties van kaderleden.

Art. 31.De raad of het comité, of bij ontstentenis ervan, de werkgever, spreekt zich binnen zeven dagen na het verstrijken van de termijn voor het indienen van een bezwaar uit over de ingediende klachten over de punten die in artikel 30 vermeld zijn. In geval van wijziging laat de raad of het comité, of bij ontstentenis ervan, de werkgever op de dag van zijn beslissing een bericht van rechtzetting aanplakken. De aanplakking kan worden vervangen door het ter beschikking stellen van een elektronisch document, voor zover alle werknemers hiertoe toegang hebben tijdens hun normale werkuren.

Een afschrift van dit bericht wordt eveneens meegedeeld aan de representatieve werknemersorganisaties en de organisaties van kaderleden indien een raad moet worden opgericht. Deze mededeling wordt op elektronische wijze overgemaakt via de webapplicatie waarin precies daartoe is voorzien op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, of wordt onmiddellijk naar de zetel van deze organisaties verzonden. De verbeterde kiezerslijsten worden enkel meegedeeld bij ontstentenis van een raad, een comité of een vakbondsafvaardiging waarin alle organisaties als bedoeld in artikel 4, 6°, vertegenwoordigd zijn. Het bericht van rechtzetting moet de volgende vermelding bevatten : ' Om de afvaardiging die zal worden verkozen een werkelijk vertegenwoordigend karakter te geven, hebben alle werknemers de plicht aan de stemming deel te nemen '.

Art. 31bis.Binnen zeven dagen die volgen op het verstrijken van de termijn als bedoeld in artikel 31 binnen dewelke het orgaan zich dient uit te spreken over de klachten, kunnen de betrokken werknemers, alsook de betrokken representatieve werknemersorganisaties, tegen deze beslissing of bij afwezigheid van een beslissing een beroep instellen bij de arbeidsrechtbank.

De betrokken representatieve organisaties van kaderleden hebben hetzelfde recht indien in de onderneming een raad moet worden opgericht.

De arbeidsrechtbank waarbij het beroep is ingesteld, doet uitspraak binnen zeven dagen die volgen op de ontvangst van het beroep. Deze uitspraak is niet vatbaar voor hoger beroep, noch voor verzet.

Indien er ingevolge de beslissing van de rechtbank wijzigingen vereist zijn in het bericht bedoeld bij artikel 14, wordt de aanplakking rechtgezet. Deze rechtgezette aanplakking kan worden vervangen door het ter beschikking stellen van een elektronisch document, voor zover alle werknemers hiertoe toegang hebben tijdens hun normale werkuren.

Een afschrift van dit rechtgezette bericht wordt op elektronische wijze meegedeeld via de webapplicatie waarin precies daartoe is voorzien op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, of wordt onmiddellijk naar de zetel van de in artikel 4, 6°, a), bepaalde organisaties en de in artikel 4, 5°, bepaalde organisaties verzonden, in dat laatste geval enkel wanneer de ingezette procedure gericht is op de oprichting van een raad. De verbeterde kiezerslijsten worden enkel gevoegd bij ontstentenis van een raad, een comité of een vakbondsafvaardiging waarin alle organisaties als bedoeld in artikel 4, 6°, vertegenwoordigd zijn ».

Uit een gecombineerde lezing van die bepalingen volgt dat een beroep dat voor de arbeidsrechtbank wordt ingesteld betreffende de inhoud van de inlichtingen die overeenkomstig artikel 14 van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten zijn aangeplakt zonder dat vooraf bezwaar werd ingediend bij de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk of de werkgever naar gelang van het geval, niet ontvankelijk is (zie, in die zin, onder meer Cass., 19 december 1983, Arr. Cass. 1983-84, p. 455), hetgeen wordt bevestigd in de parlementaire voorbereiding van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten, die vermeldt dat, « indien bij het verstrijken van de termijn van zeven dagen geen enkel bezwaar werd ingediend, [...] de [...] [kiezerslijsten] en de verdeling van het aantal mandaten definitief [worden] » (Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC 52-0257/001 en 52-0528/001, p. 18).

B.2. Uit de prejudiciële vraag en uit de motivering van het verwijzingsvonnis blijkt dat de verwijzende rechter aan het Hof vraagt of de artikelen 30, 31 en 31bis van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten bestaanbaar zijn met het recht op toegang tot een rechter, zoals gewaarborgd door verschillende van de in de prejudiciële vraag aangehaalde bepalingen, in zoverre zij aan de mogelijkheid om een betwisting betreffende de inhoud van de inlichtingen die met toepassing van artikel 14 van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten zijn aangeplakt te laten onderzoeken door een rechter, de verplichting koppelen vooraf bezwaar te hebben ingediend binnen de onderneming, binnen zeven dagen na de aanplakking.

B.3.1. Het ABVV, eisende partij voor de verwijzende rechter, is van oordeel dat het noodzakelijk is dat het Hof zich in zijn geheel, en niet in beperkte kamer, uitspreekt over de prejudiciële vraag, die overigens niet het voorwerp zou mogen uitmaken van een arrest van onmiddellijk antwoord, gelet op meer bepaald de onmogelijkheid, voor belanghebbende derden - zoals eventueel de andere vakbonden -, om tussen te komen.

B.3.2. Artikel 72 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof biedt het Hof de mogelijkheid om een prejudiciële vraag te beantwoorden bij een arrest gewezen op voorafgaande rechtspleging, gelet op « de relatieve eenvoud van de erin opgeworpen problemen ». In tegenstelling tot wat het ABVV aanvoert, is het het Hof dat de prejudiciële vraag beantwoordt, en niet de beperkte kamer.

Er dient overigens te worden vastgesteld dat te dezen, van de conclusies van de rechters-verslaggevers kennis is gegeven aan alle partijen in de procedure voor de verwijzende rechter, met inbegrip van het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV), de Algemene Centrale der Liberale Vakverbonden van België (ACLVB) en de Nationale Confederatie van het Kaderpersoneel (NCK), die de mogelijkheid hebben gekregen een memorie met verantwoording in te dienen, maar daarvan geen gebruik hebben gemaakt.

B.4. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene draagwijdte. Zij verbieden elke discriminatie, ongeacht de oorsprong ervan : de grondwettelijke regels van de gelijkheid en van de niet-discriminatie zijn toepasselijk ten aanzien van alle rechten en alle vrijheden, met inbegrip van die welke voortvloeien uit internationale verdragen die België binden.

Artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bevat een soortgelijk discriminatieverbod, wat het genot van de in dat Verdrag erkende rechten en vrijheden betreft.

B.5. Het door artikel 13 van de Grondwet gewaarborgde recht op toegang tot een rechter zou inhoudsloos zijn indien niet voldaan is aan de vereisten van een eerlijk proces, zoals onder meer gewaarborgd bij artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en door een algemeen rechtsbeginsel. Bijgevolg dienen bij een toetsing aan artikel 13 van de Grondwet die waarborgen te worden betrokken.

B.6. Hoewel het recht op toegang tot een rechter fundamenteel is in een rechtsstaat, is het evenwel niet absoluut en « zijn, buiten de grenzen van de inhoud zelf van elk recht, beperkingen impliciet toegestaan » (EHRM, 21 februari 1975, Golder t. Verenigd Koninkrijk, § 38).

Het recht op toegang tot een rechter kan worden onderworpen aan ontvankelijkheidsvoorwaarden (EHRM, 19 juni 2001, Kreuz t. Polen, § 54; 11 oktober 2001, Rodriguez Valin t. Spanje, § 22; 10 januari 2006, Teltronic-CATV t. Polen, § 47), voor zover ze voorspelbaar zijn en ze er niet toe leiden dat dit recht op zodanige wijze wordt beperkt dat de kern ervan wordt aangetast en de rechtsonderhorige wordt verhinderd gebruik te maken van een beschikbaar rechtsmiddel (EHRM, 12 november 2002, Zvolsky en Zvolskà t. Tsjechische Republiek, § 47).

Meer in het bijzonder zijn de regels betreffende de vormvoorschriften en termijnen om beroep in te stellen gericht op een goede rechtsbedeling en het weren van de risico's van rechtsonzekerheid. Ook al zijn een vereenvoudiging en een versnelling van de procedure legitieme doelstellingen (EHRM, 18 oktober 2016, Miessen t. België, § 71), toch mogen de procedureregels de rechtzoekenden niet verhinderen, wegens een overdreven formalisme, de beschikbare rechtsmiddelen te doen gelden.

B.7. De wetgever kan van het instellen van een voorafgaand beroep een voorwaarde maken voor de toelaatbaarheid van de vordering bij de hoven en rechtbanken.

B.8. Inzake sociale verkiezingen is het feit dat aan de ontvankelijkheid van het bij de arbeidsrechtbank ingestelde beroep de verplichting is gekoppeld vooraf bezwaar te hebben ingediend op het niveau van de onderneming, redelijk verantwoord door de noodzaak om geschillen in eerste instantie binnen de onderneming te laten oplossen. Met de verplichting om zulk een bezwaar in te dienen is het, enerzijds, mogelijk, in voorkomend geval, geschillen sneller op te lossen, dankzij het sociaal overleg, en kan, anderzijds, worden vermeden dat de hoven en rechtbanken worden overstelpt met geschillen die in een eerdere fase zouden kunnen worden geregeld.

De verplichting om vooraf bezwaar in te dienen vormt voor de indiener van het bezwaar geen beletsel om daarna zijn betwisting voor te leggen aan een onafhankelijke en onpartijdige rechter.

B.9.1. De relatief korte termijn van zeven dagen om het bezwaar in te dienen, is redelijk verantwoord door de wil van de wetgever om het verloop van de verkiezingsprocedure niet bovenmatig te vertragen (Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC 52-0257/001 en DOC 52-0258/001, p. 18). Hij draagt ertoe bij, net zoals de andere termijnen die zijn vastgelegd bij hoofdstuk III van titel II van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten, dat de sociale verkiezingen plaatsvinden volgens de wettelijke kalender, zijnde 90 dagen na de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt (artikel 50, § 1, van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten). In dat verband dient te worden vastgesteld dat het bericht bedoeld in artikel 14 van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten « de data die uit de verkiezingsprocedure voortvloeien », moet vermelden (artikel 14, eerste lid, 7°, van die wet). Uit het model dat als bijlage is gevoegd bij de wet van 4 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019201743 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk sluiten « tot wijziging van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten betreffende de sociale verkiezingen, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk » (zie bijlagen V en IX bij die wet, Belgisch Staatsblad, 30 april 2019, pp. 41572-41576 en pp. 41583-41588) blijkt duidelijk dat bezwaren moeten worden ingediend binnen een termijn van zeven dagen te rekenen vanaf de aanplakking van het bericht.

Die termijn lijkt niet extreem kort en kan evenmin de betrokkenen verhinderen een bezwaar in te dienen.

B.9.2. De vaststelling van het aanvangspunt van de termijn om een bezwaar in te dienen op de datum van aanplakking van het bericht bedoeld in artikel 14 van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten, en niet op de dag van de kennisgeving ervan aan de betrokken representatieve werknemersorganisaties, is pertinent gelet op de noodzaak om de termijnen van de wettelijke kalender van de sociale verkiezingen in acht te nemen.

In dat verband dient te worden vastgesteld dat, overeenkomstig artikel 10, eerste lid, 5°, van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten, de werkgever verplicht is om de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk of, bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging schriftelijk te informeren over de datum van aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt en over de datum die hij beoogt voor de verkiezingen, uiterlijk op de zestigste dag die de aanplakking voorafgaat van het bericht waarin de datum van de verkiezingen wordt aangekondigd. Die informatie is toegankelijk voor de werknemers en de betrokken organisaties, volgens de nadere regels bepaald in artikel 10, derde lid, van dezelfde wet. Zij kunnen dus op voorhand de datum vernemen waarop het bericht zal worden aangeplakt en voorbereidingen treffen om, in voorkomend geval, tijdig een bezwaar in te dienen.

In die omstandigheden, door ervoor te kiezen de aanplakking van de lijst en niet de kennisgeving ervan aan de betrokkenen als aanvangspunt van de interne beroepstermijn te nemen, doet de wetgever niet op onevenredige wijze afbreuk aan hun recht op toegang tot een rechter.

B.10. Zoals de verwijzende rechter beweert, kan het arrest van het Hof nr. 46/2019 van 14 maart 2019 te dezen niet worden overgenomen. Bij dat arrest oordeelde het Hof : « B.5.1. Zoals is vermeld in B.1.7 vergelijkt de decreetgever de bijkomende ontvankelijkheidsvereiste van de beroepen waarin de bestreden bepalingen voorzien met het bestaande vereiste van de uitputting van het voorafgaand administratief beroep voor het instellen van een jurisdictioneel beroep. Er zijn echter belangrijke verschillen tussen het openbaar onderzoek, enerzijds, en het administratief beroep, anderzijds.

B.5.2. Het openbaar onderzoek biedt aan het betrokken publiek een mogelijkheid tot inspraak, die een waarborg biedt voor de vrijwaring van het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu en een goede ruimtelijke ordening (artikel 23, derde lid, 4°, van de Grondwet).

In tegenstelling tot wat geldt in de fase van het administratief beroep tegen een beslissing genomen in eerste administratieve aanleg, alsook in tegenstelling tot het beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen tegen een beslissing genomen in laatste administratieve aanleg, heeft het betrokken publiek, op het moment van het openbaar onderzoek, geen kennis van de beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid, noch van de inhoud van de eventueel vereiste adviezen, die tot doel hebben de vergunningverlenende overheid een stedenbouwkundige en milieutechnische onderbouwing te geven voor haar beslissingen met betrekking tot concrete vergunningsaanvragen. [...] B.5.3. Inzake omgevingsrecht is het doorgaans van essentieel belang, zowel voor de aanvrager van de omgevingsvergunning als voor het betrokken publiek, dat hun niet de dienst wordt ontzegd die een gespecialiseerde overheid kan bieden door hun situatie in concreto te beoordelen.

Zoals is opgemerkt in de parlementaire voorbereiding, draagt de actieve participatie van het betrokken publiek tijdens het openbaar onderzoek bij aan een doelmatige besluitvorming, doordat de betrokken overheid zo snel mogelijk op de hoogte wordt gebracht van eventuele bezwaren en relevante gegevens (Parl. St., Vlaams Parlement, 2016-2017, nr. 1149/1, p. 147). De doelstelling om de vergunningverlenende overheid zo snel mogelijk van alle informatie te voorzien, verantwoordt echter niet dat de leden van het betrokken publiek verplicht worden om reeds een gemotiveerd standpunt, opmerking of bezwaar in te dienen op het ogenblik dat zij nog niet over alle relevante informatie beschikken, teneinde hun toegang tot het administratief en jurisdictioneel beroep te vrijwaren. [...] B.5.6. Het recht op toegang tot de rechter is een grondrecht dat met inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet aan eenieder moet worden gewaarborgd. De beperking, in beginsel, van dat recht, voor de leden van het betrokken publiek, tot diegenen die in het kader van het openbaar onderzoek een gemotiveerd bezwaar, standpunt of opmerking hebben ingediend, is niet evenredig met de door de decreetgever nagestreefde doelstelling die in essentie erin bestaat de bestuurlijke geschillenbeslechting te stroomlijnen en te versnellen ».

Uit dat arrest blijkt dat de beperking van het recht op toegang tot een rechter, enkel voor de leden van het betrokken publiek die in het kader van het openbaar onderzoek voorafgaand aan de toekenning van een vergunning een gemotiveerd bezwaar, standpunt of opmerking hebben ingediend, een onevenredige aantasting van het recht op toegang tot een rechter met zich meebrengt. Die personen bevinden zich evenwel in een situatie die objectief verschilt van die van de werknemers en hun representatieve organisaties in het kader van de betwisting van voorlopige kiezerslijsten, zoals in het voor de verwijzende rechter hangende geschil, omdat in dat laatste geval een beslissing is genomen en ter kennis is gebracht van de betrokkenen, waardoor zij kan worden betwist.

B.11. De in het geding zijnde bepalingen leiden bijgevolg niet tot een onevenredige inmenging in het recht op toegang tot een rechter.

De prejudiciële vraag dient derhalve ontkennend te worden beantwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : De artikelen 30, 31 en 31bis van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 type wet prom. 04/12/2007 pub. 16/04/2008 numac 2008000345 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. - Duitse vertaling type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012769 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten « betreffende de sociale verkiezingen » schenden niet de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het algemeen beginsel van het recht op toegang tot een rechter.

Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 15 oktober 2020.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, F. Daoût

^