gepubliceerd op 08 augustus 2017
Uittreksel uit arrest nr. 63/2017 van 18 mei 2017 Rolnummer 6481 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 18, § 1, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 18 december 2015 houdende het eerste deel van de Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 63/2017 van 18 mei 2017 Rolnummer 6481 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 18, § 1, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 18 december 2015 houdende het eerste deel van de fiscale hervorming, ingesteld door de vzw « Inter-Environnement Bruxelles » en anderen.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 29 juni 2016 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 11 juli 2016, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 18, § 1, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 18 december 2015 houdende het eerste deel van de fiscale hervorming (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 december 2015, tweede editie) door de vzw « Inter-Environnement Bruxelles », de vzw « Rassemblement Bruxellois pour le Droit à l'Habitat / Brusselse Bond voor het Recht op Wonen », de vzw « Fédération Bruxelloise de l'Union pour le Logement », de vzw « Les Equipes Populaires » en de vzw « Syndicat des Locataires de Logements Sociaux », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. M. Kaiser en Mr. E. Gourdin, advocaten bij de balie te Brussel. (...) II. In rechte (...) B.1.1. Zoals het van toepassing was op het ogenblik dat het beroep werd ingesteld, bepaalde artikel 18 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 18 december 2015 houdende het eerste deel van de fiscale hervorming, waarvan alleen paragraaf 1 het voorwerp uitmaakt van het beroep tot vernietiging : « § 1. In 2016 kunnen kwetsbare personen, die houder zijn van een zakelijk recht op een woning, gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarin zij gedomicilieerd zijn, éénmalig aanspraak maken op een premie.
De houders van een zakelijk recht bedoeld in het vorige lid zijn : de volle eigenaar of, bij gebreke aan een volle eigenaar, de erfpachter, de vruchtgebruiker, de opstalhouder of de houder van een recht van gebruik van de betrokken woning. § 2. Deze premie bedraagt 120 EUR per woning. Deze premie wordt uitgekeerd aan de eerste persoon die aan de voorwaarden voldoet om deze premie te bekomen en die daarom verzoekt. § 3. De kwetsbare personen bedoeld in de eerste paragraaf zijn : 1° blinden, doofstommen en personen bij wie het strottenhoofd is weggenomen;2° oorlogsinvaliden aan wie een oorlogsinvaliditeit van ten minste 50 % werd toegekend;3° personen met een handicap : - aan wie een invaliditeit of een arbeidsongeschiktheid van ten minste 66 % werd toegekend; - aan wie een vermindering van de zelfredzaamheid van ten minste 9 punten werd toegekend; - aan wie een vermindering van het verdienvermogen tot één derde of minder werd toegekend; 4° personen die aangetast zijn door een zwaar en blijvend gebrek waardoor zij in de volstrekte en definitieve onmogelijkheid verkeren hun verblijf te verlaten zonder hulp van een derde;5° personen van wiens gezin ten minste één persoon deel uitmaakt die verkeert in één van de in 1° tot 4° omschreven situaties;6° personen van wiens gezin een kind deel uitmaakt dat voldoet aan één van volgende voorwaarden : - minstens 4 punten in pijler 1 op de medisch-sociale schaal toegekend gekregen hebben; - minstens 6 punten in totaal op de medisch-sociale schaal toegekend gekregen hebben; - een arbeidsongeschiktheid van minstens 66 % toegekend gekregen hebben; 7° personen waarvan het belastbaar inkomen vermeld in het aanslagbiljet van de personenbelasting van het aanslagjaar 2015 : - voor alleenstaande personen : gelijk is aan of lager dan 120 % van het bedrag van het leefloon volgens de schaal voor alleenstaanden die overeenkomt met de gezinssituatie van de betrokken alleenstaande; - voor samenwonende personen : gelijk is aan of lager is dan 240 % van het bedrag van het leefloon volgens de schaal voor samenwonenden; 8° personen die op 1 januari 2016 gerechtigd zijn op de maatschappelijke integratie;9° personen waarvan het gezin bestaat uit minstens 4 kinderen die recht geven op kinderbijslag. § 4. Voor de toepassing van 5°, 6° en 9° moet de gezinssamenstelling worden bewezen aan de hand van een attest betreffende de samenstelling van het gezin uitgereikt door het gemeentebestuur. § 5. De regering stelt de nadere regels en de procedures voor het bekomen van deze premie vast. § 6. In het kader van de toepassing van dit artikel, moet, tenzij uitdrukkelijk een andere datum of periode wordt aangegeven, worden uitgegaan van de toestand zoals deze bestond op 1 januari 2016 ».
B.1.2. De voormelde bepaling, die op zich hoofdstuk 6 van de bestreden ordonnantie van 18 december 2015 vormde, werd « ingetrokken » bij artikel 33 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 12 december 2016 houdende het tweede deel van de fiscale hervorming, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2016. Het voormelde artikel 33 bepaalt : « Het hoofdstuk 6 van de ordonnantie van 18 december 2015 houdende het eerste deel van de fiscale hervorming wordt ingetrokken ». De voormelde bepaling is op 8 januari 2017 in werking getreden.
B.1.3. De memorie van toelichting bij artikel 33 van de voormelde ordonnantie van 12 december 2016 vermeldt : « Dit artikel bevat de intrekking van hoofdstuk 6 van de ordonnantie van 18 december 2015 houdende het eerste deel van de fiscale hervorming. Door deze intrekking verdwijnt voornoemde tekst volledig en retroactief uit de rechtsorde.
Dit is noodzakelijk om elke rechtsonzekerheid met betrekking tot onder andere het toepassingsgebied van de premie van 120 euro voor 2016 te voorkomen. Het hier ingetrokken hoofdstuk is immers reeds in werking getreden op de tiende dag na de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de voornoemde ordonnantie van 18 december 2015 » (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2016-2017, nr. A-429/1, p. 22).
B.1.4. Bij de voormelde ordonnantie van 12 december 2016 werd een nieuw hoofdstuk XI ingevoerd, dat een premie van 120 euro toekent aan de personen die houder zijn van een zakelijk recht op een onroerend goed gelegen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest waarin zij en hun gezin gedomicilieerd zijn, zonder nog enige overweging betreffende de vermogenstoestand van de genoemde houders van het onroerend zakelijk recht.
B.2. Artikel 18 van de bestreden ordonnantie werd ingetrokken bij artikel 33 van de voormelde ordonnantie van 12 december 2016. Dit artikel heeft, zoals blijkt uit de parlementaire voorbereiding, terugwerkende kracht.
Het besluit dat de Regering had moeten nemen om de nadere regels vast te stellen voor het verkrijgen van de premie zoals is bepaald bij het bestreden artikel 18, werd overigens nooit genomen.
Daaruit volgt dat het bestreden artikel geen enkel gevolg heeft kunnen hebben tussen het tijdstip waarop het kon worden toegepast en de « intrekking » ervan bij artikel 33 van de ordonnantie van 12 december 2016, zodat het beroep zonder voorwerp is geworden.
Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep.
Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 18 mei 2017.
De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, J. Spreutels