gepubliceerd op 19 april 2016
Arrest de Raad van State Bij arrest nr. 233.741 van 4 februari 2016 in de zaken A. 200.690/ V-1882 en A. 200.738/V-1883 heeft de Raad van State het volgende besloten: 1. De Raad van State vernietigt in de zaak A. 200.690 artikel 2 van en de b 2. Dit arrest dient bij uittreksel te worden bekendgemaakt op dezelfde wijze als het gedeeltelijk v(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
Arrest de Raad van State Bij arrest nr. 233.741 van 4 februari 2016 in de zaken A. 200.690/ V-1882 en A. 200.738/V-1883 heeft de Raad van State het volgende besloten: 1. De Raad van State vernietigt in de zaak A.200.690 artikel 2 van en de bijlage II bij het besluit van de Minister van Werk van 13 april 2011 "tot vaststelling van de definitieve lijsten voor de jaren 2008 en 2009 van sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 3, § 4, van het
koninklijk besluit van 11 oktober 2007Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
11/10/2007
pub.
05/12/2007
numac
2007012348
bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid
Koninklijk besluit tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact
sluiten tot uitvoering van de bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact." 2. Dit arrest dient bij uittreksel te worden bekendgemaakt op dezelfde wijze als het gedeeltelijk vernietigde besluit.3. De verwerende partij wordt verwezen in de kosten van het beroep tot nietigverklaring in de zaak A.200.690, begroot op een rolrecht van 1.575 euro. 4. De tussenkomende partij in de zaak A.200.690 wordt verwezen in de kosten van de tussenkomst, begroot op een rolrecht van 125 euro. 5. De Raad van State heropent het debat in de zaak A.200.738. 6. Het door de auditeur-generaal aangewezen lid van het auditoraat wordt in de zaak A.200.738 met een aanvullend onderzoek gelast. 7. De zaak A.200.738 wordt verwezen naar de algemene rol.