Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 18 mei 2015

Uittreksel uit arrest nr. 37/2015 van 19 maart 2015 Rolnummer : 5852 In zake: het beroep tot vernietiging van artikel 51, tweede en derde zin, van het decreet van het Waalse Gewest van 18 april 2013 « houdende wijziging van sommige bepalingen Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2015201681
pub.
18/05/2015
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 37/2015 van 19 maart 2015 Rolnummer : 5852 In zake: het beroep tot vernietiging van artikel 51, tweede en derde zin, van het decreet van het Waalse Gewest van 18 april 2013 « houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie », ingesteld door de vzw « Fédération Wallonne des Secrétaires de C.P.A.S. (centre public d'action sociale) ».

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 21 februari 2014 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 februari 2014, heeft de vzw « Fédération Wallonne des Secrétaires de C.P.A.S. (centre public d'action sociale) », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. B. Lombaert en Mr. S. Adriaenssen, advocaten bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 51, tweede en derde zin, van het decreet van het Waalse Gewest van 18 april 2013 « houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 augustus 2013, tweede editie). (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden bepaling en de context ervan B.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van artikel 51, tweede en derde zin, van het decreet van het Waalse Gewest van 18 april 2013 « houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie ».

Artikel 51 van dat decreet bepaalt : « Artikel 7 van dit decreet treedt in werking de dag van de maand die volgt op de datum waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. De gevolgen van artikel 7 zijn beperkt tot een weddeverhoging van minimum 2.500 euro ten opzichte van de schaal die van toepassing was op de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

Het eventuele saldo zal aan het einde van de eerste gunstige evaluatie verleend worden ».

Artikel 7 van dat decreet vervangt artikel L1124-6 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie door de volgende tekst : « Art. L1124-6. § 1. De gemeenteraad stelt de weddeschaal van de directeur-generaal vast binnen de minimum- en maximumgrenzen zoals hierna gesteld : 1. gemeenten van 10 000 inwoners en minder : 34.000 € - 48.000 €; 2. gemeenten van 10 001 tot 20 000 inwoners : 38.000 € - 54.000 €; 3. gemeenten van 20 001 tot 35 000 inwoners : 40.600 € - 58.600 €; 4. gemeenten van 35 001 tot 80 000 inwoners : 45.500 € - 65.000 €; 5. gemeenten van meer dan 80 001 inwoners : 51.500 € - 72.500 €.

De minimum- en maximumbedragen van de weddeschalen van de directeur-generaal worden gekoppeld aan de spilindex 138,01.

De Regering kan de weddeschalen aanpassen ».

B.2. Uit de parlementaire voorbereiding van het bestreden decreet volgt dat de weddeschaalverhoging die aan de directeurs-generaal van de gemeenten en van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW's) wordt toegekend, verbonden is aan de grotere verantwoordelijkheid die hun wordt toevertrouwd. Zo preciseert de memorie van toelichting van het ontwerpdecreet : « De barema's : welomschreven bevoegdheden, uitgebreide opdrachten, meer verantwoordelijkheden en het doorvoeren van een effectieve evaluatie zijn evenveel maatregelen die een significante weddeschaalverhoging verantwoorden.

In dat kader voorziet het ontwerp van hervorming in een minimale verhoging van 5.000 euro bruto/op jaarbasis die van toepassing is op alle wettelijke graden en die past in een geheel waarbij een nieuwe classificatie wordt voorgesteld voor de categorieën die zijn vastgesteld voor de berekening van de bezoldiging » (Parl. St., Waals Parlement, 2012-2013, nr. 744-1, p. 3).

Artikel 51 van het decreet staat de gemeenten niettemin toe de weddeschaalverhoging te beperken : « De aanpassing van de barema's wordt niettemin begrensd tot een verhoging die beperkt is tot een minimumbedrag van 2.500 euro ten opzichte van de schaal die van toepassing was op de datum van inwerkingtreding van dit decreet. Het eventuele saldo zal aan het einde van de eerste gunstige evaluatie worden toegekend » (ibid., p. 4). « Wat de bezoldiging betreft, is de minimumgrens 2.500 euro, maar elk college, elke raad is vrij om dat bedrag te verhogen en tot het maximum te brengen. Het gaat om een versterking van de gemeentelijke autonomie. Tenslotte wordt er dagelijks geëvalueerd en is een evaluatie ook een aanmaning die elk college in staat stelt zijn beslissingen met kennis van zaken te nemen » (Parl. St., Waals Parlement, 2012-2013, nr. 744-23 en nr. 745-10, p. 12).

Op een vraag over de budgettaire impact van de maatregel antwoordt de minister : « [Wat] de weddeverhoging betreft, zij [bedraagt] minimum 2.500 euro vanaf de inwerkingtreding van het decreet. Dat is een minimum omdat elke gemeente de mogelijkheid heeft om hoger te gaan dan dat bedrag.

De globale kosten kan hij niet ramen, maar hij kan wel zeggen dat het op zijn minst 2.500 vermenigvuldigd met het aantal gemeenten, maal twee, zal zijn » (ibid., pp. 32-33).

De minister brengt overigens in herinnering : « in de omzendbrief over de begroting werd de verhoging gesignaleerd, en werden de gemeenten verzocht erop te anticiperen. Vervolgens zal niets de gemeenten verhinderen om automatisch tot de verhoging over te gaan gezien het feit dat het globale krediet voldoende zal zijn.

Het is zeker dat, indien er nooit een begrotingswijziging is tot aan het einde van het jaar 2013, er waarschijnlijk een probleem zal zijn voor de wedde van de laatste maand, maar alle gemeenten zullen begrotingswijzigingen moeten doorvoeren » (ibid., p. 33).

Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beroep B.3. De verzoekende partij, de vzw « Fédération Wallonne des Secrétaires de C.P.A.S. (centre public d'action sociale) » verantwoordt haar belang om in rechte te treden door het feit dat zij tot doel heeft de secretarissen van de OCMW's te verenigen en hun ambt, hun belangen en de instelling waarvoor zij werken te verdedigen, alsook de morele en materiële belangen van de secretarissen van de OCMW's en meer in het bijzonder van haar leden te onderzoeken en te verdedigen.

B.4. De bestreden bepaling, artikel 51, tweede en derde zin, van het decreet van het Waalse Gewest van 18 april 2013 « houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie », legt de datum van inwerkingtreding van artikel 7 van het decreet vast en biedt de gemeenteraad de mogelijkheid de gevolgen van artikel L1124-6 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, zoals het werd vervangen bij artikel 7 van het decreet van het Waalse Gewest van 18 april 2013, te beperken. Uit de combinatie van de twee voormelde bepalingen volgt dat de gemeenteraad de nieuwe weddeschaal van de directeur-generaal van de gemeente vaststelt op de datum van inwerkingtreding van artikel 7, maar dat hij de gevolgen ervan kan beperken. Artikel L1124-6 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie stelt de weddeschaal van de gemeentelijke directeur-generaal vast, en niet die van de directeur-generaal van het OCMW. B.5. Het statuut van de directeurs-generaal van de OCMW's werd gewijzigd bij het decreet van het Waalse Gewest van 18 april 2013 « tot wijziging van sommige bepalingen van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ».

Zoals het is vervangen bij artikel 3 van dat decreet, bepaalt artikel 41 van de wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten : « Elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn heeft een directeur-generaal en een financieel directeur.

Het administratief statuut van de directeur-generaal en de financieel directeur van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn ligt vast in een reglement dat door de raad voor maatschappelijk welzijn opgemaakt wordt met inachtneming van de algemene bepalingen waarin de Waalse Regering voorziet.

De betrekkingen van directeur-generaal en financieel directeur zijn toegankelijk door werving, bevordering en mobiliteit.

Er wordt in de betrekking voorzien binnen zes maanden na de vacantverklaring.

De definitieve benoeming vindt plaats na afloop van de stage.

Het vast bureau gaat over tot de evaluatie van de directeur-generaal, de adjunct-directeur-generaal en de financieel directeur onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten waarin de Regering voorziet ».

Het decreet van het Waalse Gewest van 18 april 2013 « tot wijziging van sommige bepalingen van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn » bevat geen bepaling die vergelijkbaar is met de bestreden bepaling.

De Waalse Regering kan weliswaar een dergelijke bepaling uitvaardigen wanneer zij in de algemene bepalingen voorziet ter uitvoering van artikel 41, tweede lid, van de wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten, maar artikel 21 van het besluit van de Waalse Regering van 20 mei 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 20/05/1999 pub. 25/06/1999 numac 1999027493 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het administratief en geldelijk statuut van de secretarissen en de ontvangers van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het administratief en geldelijk statuut van de directeurs-generaal en de financieel directeurs van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals het werd gewijzigd bij artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013, bevat geen bepaling die vergelijkbaar is met de bestreden bepaling.

Dat artikel 21 bepaalt : « § 1. De weddeschaal van een voltijdse directeur-generaal van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn beantwoordt aan 97,5 % van de weddeschaal die van toepassing is op de gemeentesecretaris van dezelfde gemeente.

In geen enkel geval mag dat barema lager zijn dan de schaal Al die vastgesteld is bij de bijlage van dit besluit. § 2. De weddeschaal van een financieel directeur van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met volledige dienstprestaties wordt vastgesteld op 97,5 % van de weddeschaal die van toepassing is op de directeur-generaal van hetzelfde openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. § 3. De bezoldiging van een deeltijds werkende directeur-generaal wordt bekomen door het aantal toegelaten uren per week te vermenigvuldigen met 1/38 van de weddeschaal die overeenkomstig paragraaf 1 is vastgesteld. § 4. De bezoldiging van een deeltijds werkende financieel directeur wordt bekomen door het aantal toegelaten uren per week te vermenigvuldigen met 1/38 van 97,5 % van de weddeschaal die van toepassing is op de directeur-generaal van hetzelfde openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn ».

Ook al heeft de hervorming van de weddeschaal van de directeurs-generaal van de gemeenten een invloed op de weddeschaal van de directeurs-generaal van de OCMW's, met toepassing van artikel 21 van het voormelde besluit van de Waalse Regering van 20 mei 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 20/05/1999 pub. 25/06/1999 numac 1999027493 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het administratief en geldelijk statuut van de secretarissen en de ontvangers van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten, toch voorzien noch de bestreden bepaling, noch de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, noch het voormelde besluit van de Waalse Regering van 20 mei 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 20/05/1999 pub. 25/06/1999 numac 1999027493 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het administratief en geldelijk statuut van de secretarissen en de ontvangers van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten in de mogelijkheid om de gevolgen ervan te beperken door de weddeschaalverhoging die aan de directeurs-generaal van de OCMW's wordt toegekend terug te brengen tot een minimumbedrag van 2.500 euro ten opzichte van de schaal die van toepassing was vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet en het eventuele saldo ervan pas aan het einde van de eerste gunstige evaluatie toe te kennen. De verzoekende partij doet bijgevolg niet blijken van een belang bij het onderhavige beroep.

B.6. Het beroep tot vernietiging is onontvankelijk.

Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep.

Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 19 maart 2015.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, J. Spreutels

^