gepubliceerd op 21 oktober 2013
Uittreksel uit arrest nr. 116/2013 van 31 juli 2013 Rolnummer : 5498 en 5522 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 29bis, § 1, tweede lid, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering in Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en M. Bossuyt, en de rechte(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 116/2013 van 31 juli 2013 Rolnummer : 5498 en 5522 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 29bis, § 1, tweede lid, van de
wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
21/11/1989
pub.
23/12/2009
numac
2009000839
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, zoals dat artikel werd gewijzigd bij artikel 2 van de
wet van 19 januari 2001Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
19/01/2001
pub.
21/02/2001
numac
2001011006
bron
ministerie van economische zaken
Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen
sluiten tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen, gesteld door de Politierechtbank te Brussel.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en M. Bossuyt, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging a. Bij vonnis van 28 september 2012 in zake de Landsbond der Christelijke Mutualiteiten tegen de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB), waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 oktober 2012, heeft de Politierechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 29bis, § 1, tweede lid, van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2001 pub. 21/02/2001 numac 2001011006 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen sluiten, in die zin geïnterpreteerd dat het de verkeersongevallen die zich voordoen in een spoorvoertuig dat is gebonden aan een spoorweg die volledig afgezonderd is van het verkeer op de in artikel 2, § 1, van dezelfde wet beoogde plaatsen, niet uitsluit van de regeling van de automatische vergoeding, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ».b. Bij vonnis van 23 november 2012 in zake de nv « Axa Belgium » tegen de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 november 2012, heeft de Politierechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 29bis, § 1, tweede lid, van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2001 pub. 21/02/2001 numac 2001011006 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen sluiten, in die zin geïnterpreteerd dat het de passagiers die het slachtoffer zijn van verkeersongevallen die zich voordoen tussen spoorvoertuigen die rijden op een spoorweg die volledig afgezonderd is van het verkeer op de in artikel 2, § 1, van dezelfde wet beoogde plaatsen, niet uitsluit van de regeling van de automatische vergoeding, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5498 en 5522 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. (...) III. In rechte (...) B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 29bis, § 1, van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen », zoals gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2001 pub. 21/02/2001 numac 2001011006 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen sluiten « tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen », dat bepaalt : « Bij een verkeersongeval waarbij een of meer motorrijtuigen betrokken zijn, op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, wordt, met uitzondering van de stoffelijke schade en de schade geleden door de bestuurder van elk van de betrokken motorrijtuigen, alle schade geleden door de slachtoffers en hun rechthebbenden en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden, met inbegrip van de kledijschade, hoofdelijk vergoed door de verzekeraars die de aansprakelijkheid van de eigenaar, de bestuurder of de houder van de motorrijtuigen overeenkomstig deze wet dekken. Deze bepaling is ook van toepassing indien de schade opzettelijk werd veroorzaakt door de bestuurder.
Bij een verkeersongeval waarbij een motorrijtuig is betrokken dat aan spoorstaven is gebonden, rust de verplichting tot schadevergoeding die in het voorgaande lid is bepaald, op de eigenaar van het motorrijtuig. [...] ».
De vragen hebben meer bepaald betrekking op het tweede lid van die bepaling.
B.2.1. Zoals de Ministerraad opmerkt, heeft het ongeval dat aan de oorsprong ligt van het geschil dat heeft geleid tot de in de zaak nr. 5498 gestelde vraag, zich voorgedaan op 12 september 2000, dus vóór de wijziging van de in het geding zijnde bepaling bij de wet van 19 januari 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2001 pub. 21/02/2001 numac 2001011006 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen sluiten.
B.2.2. Vóór de inwerkingtreding van de wet van 19 januari 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2001 pub. 21/02/2001 numac 2001011006 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen sluiten sloot artikel 29bis van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten van het toepassingsgebied ervan de verkeersongevallen uit waarbij een aan een spoorweg gebonden voertuig betrokken is. Die uitsluiting heeft het Hof in zijn arrest nr. 92/98 van 15 juli 1998 strijdig geacht met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, waarna de wetgever het tweede lid in de eerste paragraaf van artikel 29bis van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten heeft ingevoegd.
B.2.3. De verwijzende rechter preciseert in zijn verwijzingsbeslissing dat, indien hij op de gevolgen van het ongeval waarop de zaak nr. 5498 betrekking heeft, artikel 29bis moet toepassen in de versie ervan vóór de wijziging bij de wet van 19 januari 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2001 pub. 21/02/2001 numac 2001011006 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen sluiten, hij evenwel, krachtens het voormelde arrest nr. 92/98, moet vaststellen dat die bepaling ongrondwettig is in zoverre zij van het toepassingsgebied ervan de motorvoertuigen uitsluit die aan een spoorweg zijn gebonden en die bepaling bijgevolg moet toepassen in een interpretatie die haar conform de artikelen 10 en 11 van de Grondwet maakt.
B.2.4. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat de prejudiciële vraag in de zaak nr. 5498, in zoverre die artikel 29bis van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten beoogt, zoals het is gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2001 pub. 21/02/2001 numac 2001011006 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen sluiten teneinde het bestaanbaar te maken met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en dit als gevolg van het voormelde arrest nr. 92/98, relevant is in het licht van het voor de verwijzende rechter hangende geschil.
B.3. De prejudiciële vragen hebben betrekking op ongevallen die zich hebben voorgedaan binnen een aan een spoorweg gebonden voertuig. De slachtoffers van die ongevallen waren passagiers van die voertuigen.
Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die hypothese.
B.4. Het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid na te gaan, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 29bis, § 1, tweede lid, van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten in die interpretatie dat die bepaling de ongevallen die zich voordoen binnen een aan een spoorweg gebonden motorrijtuig, terwijl het voertuig zich bevindt op een plaats die volledig afgezonderd is van het verkeer, niet uitsluit van de daarin bepaalde regeling van automatische vergoeding.
B.5.1. Bij zijn arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 heeft het Hof voor recht gezegd dat de in het geding zijnde bepaling, in zoverre zij de verkeersongevallen waarbij een trein betrokken is die rijdt op een spoorweg die volledig is afgezonderd van het verkeer op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, niet uitsluit van de regeling inzake automatische schadevergoeding, in strijd is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
B.5.2. De zaak die aanleiding heeft gegeven tot dat arrest, had betrekking op een ongeval met een voetganger die zich op of in de nabijheid van een spoorweg bevond en die door een trein is aangereden, terwijl die laatste reed op een plaats waar de spoorweg volledig afgezonderd was van de voor het verkeer opengestelde wegen.
De hypothese van het ongeval waarvan het slachtoffer een passagier van het voertuig is, verschilt fundamenteel van dat van het ongeval met een voetganger die zich bevindt op of in de nabijheid van de weg. Het antwoord van het Hof op de in het arrest nr. 35/2012 gestelde vraag kan in de onderhavige zaken dus niet worden gevolgd.
B.6.1. Wat de spoorvoertuigen betreft, vermocht de wetgever rekening te houden met het risico dat zij voor de andere weggebruikers veroorzaken wanneer die spoorvoertuigen rijden op plaatsen die niet volledig zijn afgezonderd van de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, van de in het geding zijnde wet, omdat dat risico vergelijkbaar is met het risico dat wordt veroorzaakt door andere voertuigen. Dat geldt zelfs wanneer het verkeer op de openbare weg tijdelijk verboden is door het neerlaten van veiligheidsbarrières of door verkeerslichten bestemd om treinen te laten doorrijden.
B.6.2. Bij zijn voormelde arrest nr. 35/2012 heeft het Hof evenwel geoordeeld dat, wanneer de trein op een spoorweg rijdt die volledig afgezonderd is van het verkeer op de plaatsen bedoeld in het voormelde artikel 2, § 1, het risico dat door dat voertuig wordt veroorzaakt voor de zwakke weggebruiker, diende te worden beschouwd als wezenlijk verschillend van het risico dat voor diezelfde weggebruiker wordt veroorzaakt door voertuigen die op de in het voormelde artikel 2, § 1, bedoelde plaatsen rijden.
Het heeft daaruit besloten dat, in zoverre zij de eigenaars van treinen ertoe verplicht de schade te vergoeden die voortvloeit uit een ongeval dat zich in die omstandigheden heeft voorgedaan, de in het geding zijnde bepaling niet redelijk is verantwoord.
B.6.3. Het feit dat het aan een spoorweg gebonden voertuig zich bevindt op een plaats die volledig afgezonderd is van de rest van het verkeer heeft daarentegen geen enkel gevolg voor het risico dat dat voertuig inhoudt voor de passagiers die zich daarbinnen bevinden. Er is derhalve geen enkele redelijke verantwoording om de verkeersongevallen waarbij een voertuig is betrokken dat op een spoorweg rijdt die volledig afgezonderd is van het verkeer op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, wanneer het slachtoffer van het ongeval een passagier van het betrokken voertuig is, uit te sluiten van de regeling van de automatische vergoeding die is ingevoerd bij artikel 29bis van dezelfde wet.
B.7.1. Voor het overige, in tegenstelling tot wat de MIVB en de NMBS aanvoeren, voorziet artikel 4 van de wet van 25 augustus 1891 « houdende herziening van de titel van het Wetboek van Koophandel betreffende de vervoerovereenkomst » voor de passagiers van een voertuig die het slachtoffer van een ongeval zijn, niet in een vergoedingsregeling die gelijkwaardig is aan die van de in het geding zijnde bepaling, omdat, naast andere verschillen, de vervoerder zich in het eerste geval kan laten vrijstellen van zijn aansprakelijkheid door aan te tonen dat het ongeval het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend.
B.7.2. Aangezien, zoals aangegeven in B.6.3, het niet redelijk verantwoord zou zijn om de passagiers van een aan een spoorweg gebonden voertuig die het slachtoffer van een ongeval zijn, verschillend te behandelen naar gelang van de plaats waar dat ongeval zich voordoet, zou artikel 4 van de wet van 25 augustus 1891, dat niet voorziet in een vergoedingsregeling die gelijkwaardig is aan die van de in het geding zijnde bepaling, het Hof niet ertoe kunnen brengen de prejudiciële vragen bevestigend te beantwoorden.
B.8. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : In zoverre het de verkeersongevallen waarbij een voertuig is betrokken dat op een spoorweg rijdt die volledig is afgezonderd van het verkeer op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, wanneer het slachtoffer van het ongeval een passagier van dat voertuig is, niet uitsluit van de regeling van de automatische vergoeding, schendt artikel 29bis, § 1, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2001 pub. 21/02/2001 numac 2001011006 bron ministerie van economische zaken Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen sluiten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 31 juli 2013.
De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, J. Spreutels