gepubliceerd op 17 februari 2011
Uittreksel uit arrest nr. 155/2010 van 22 december 2010 Rolnummer 4876 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 8 van het decreet van het Waalse Gewest van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die e Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit emeritus voorzitter M. Melchior, overeenkomstig artikel(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 155/2010 van 22 december 2010 Rolnummer 4876 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 8 van het decreet van het Waalse Gewest van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Doornik.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit emeritus voorzitter M. Melchior, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, en voorzitter M. Bossuyt, en de rechters A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, J. Spreutels en T. Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter M. Melchior, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij vonnis van 12 februari 2010 in zake Alain Verhaeghe tegen de bvba « E.D. Systems », in aanwezigheid van het « Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi (FOREm) », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 februari 2010, heeft de Arbeidsrechtbank te Doornik de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 8 van het decreet van de Waalse Gewestraad van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien, artikel 6, § 1, VI, vijfde lid, 12°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, geïnterpreteerd in die zin dat het een werkgever die zich ertoe heeft verbonden een stagiair op te leiden volgens een vooraf vastgesteld programma, verplicht om die stagiair na de overeenkomst opleiding-inschakeling bij arbeidsovereenkomst tewerk te stellen in het geleerde beroep, voor ten minste dezelfde duur als die van de overeenkomst opleiding-inschakeling, terwijl het voormelde artikel 6 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bepaalt dat alleen de federale overheid bevoegd is voor het arbeidsrecht en de sociale zekerheid ? 2. Schendt artikel 8 van het decreet van de Waalse Gewestraad van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien, artikel 6, § 1, VI, vijfde lid, 12°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, geïnterpreteerd in die zin dat het een werkgever die zich ertoe heeft verbonden een stagiair op te leiden volgens een vooraf vastgesteld programma, verplicht om die stagiair na de overeenkomst opleiding-inschakeling bij arbeidsovereenkomst tewerk te stellen in het geleerde beroep, voor ten minste dezelfde duur als die van de overeenkomst opleiding-inschakeling, in het licht van artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, dat bepaalt dat de decreten rechtsbepalingen kunnen bevatten in aangelegenheden waarvoor de Parlementen niet bevoegd zijn, voor zover die bepalingen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun bevoegdheden, overwegende evenwel dat het decreet van de Waalse Gewestraad van 18 juli 1997 bepalingen kan bevatten die strijdig zijn met de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten - geen beding van proeftijd volgens het decreet, wel een beding van proeftijd mogelijk volgens de wet ? ». (...) III. In rechte (...) B.1.1. Het decreet van het Waalse Gewest van 18 juli 1997 « betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien » heeft tot doel « het algemene kader van een compleet en coherent werkzoekendenbeleid » vast te stellen en « heeft dus op onlosmakelijk verbonden wijze betrekking op zowel tewerkstelling als opleiding » (Parl. St., Waals Parlement, 1996-1997, nr. 258/3, p. 3).
B.1.2. Artikel 2 van dat decreet bepaalt : « De inschakeling door beroepsopleiding betreft elke persoon die : - als werkzoekende bij een gewestdienst voor arbeidsbemiddeling ingeschreven is; - woonachtig is op het nationale grondgebied; - tijdens een stage bij een werkgever en, in voorkomend geval, bij een opleidingsoperateur de vereiste beroepsbekwaamheden verwerft om een beroepsbezigheid bij deze werkgever uit te oefenen, met uitzondering van bijscholingsstages.
De Regering bepaalt wat onder opleidingsoperateur en werkzoekende moet worden verstaan. Zij bepaalt de voorwaarden waaronder van de residentievoorwaarde kan worden afgeweken ».
B.1.3. Artikel 4 van hetzelfde decreet bepaalt : « De werkgever die een overeenkomst opleiding-inschakeling wil sluiten, richt zijn verzoek aan de ' Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi ' (Gemeenschaps- en Gewestdienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling), hierna FOREm genoemd ».
B.1.4. Artikel 5 van hetzelfde decreet bepaalt : « De stage bij de werkgever is het voorwerp van een overeenkomst opleiding-inschakeling tussen de werkzoekende, hierna stagiair benoemd, de werkgever en de FOREm. De Regering bepaalt de duur, de inhoud, de voorschriften voor de uitvoering van de overeenkomst, alsmede de voorwaarden waaronder ze vóór haar einddatum ontbonden kan worden ».
B.1.5. Artikel 7 van hetzelfde decreet bepaalt : « De stagiair blijft tijdens de uitvoering van de overeenkomst opleiding-inschakeling als werkzoekende ingeschreven en hij blijft in voorkomend geval in aanmerking komen voor werkloosheids- of wachtuitkeringen, of voor het bestaansminimum dat bepaald is bij de wet van 7 augustus 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten tot instelling van het recht op het bestaansminimum.
Bovendien krijgt hij : 1° een aanmoedigingspremie ten laste van de werkgever;2° een vergoeding ten laste van de FOREm voor de kosten van zijn verplaatsingen tussen zijn verblijfplaats en de zetel van de werkgever waar de opleiding plaatsvindt;3° een vergoeding ten laste van de werkgever voor opdrachtkosten;4° een compensatievergoeding ten laste van de FOREm wanneer de in het eerste lid bedoelde uitkeringen maximum 124 euro per maand bedragen. De Regering bepaalt de wijze waarop de in het tweede lid, 1°, bedoelde premie berekend moet worden, alsook de voorwaarden voor de toekenning van de in het tweede lid, 2° en 4°, bedoelde voordelen, en de bedragen ervan ».
B.1.6. Artikel 8 van hetzelfde decreet bepaalt : « De werkgever verbindt zich ertoe : [...] 4° de stagiair na de overeenkomst opleiding-inschakeling bij arbeidsovereenkomst tewerk te stellen in het geleerde beroep, voor ten minste dezelfde duur als die van de overeenkomst opleiding-inschakeling en met inachtneming van de collectieve overeenkomsten die van toepassing zijn op de betrokken activiteitensector; [...] ».
Het betreft de in het geding zijnde bepaling.
B.1.7. Artikel 13 van hetzelfde decreet bepaalt : « De werkgever die de in artikel 8, eerste lid, 4° of 5°, bedoelde voorwaarde niet vervult of de overeenkomst opleiding-inschakeling zonder toestemming van de FOREm opzegt, moet de overeenkomstig artikel 7, tweede lid, 2° en 4°, toegekende bedragen aan deze laatste terugbetalen ».
B.2. Krachtens artikel 8, 4°, van het in het geding zijnde decreet is de werkgever ertoe gehouden aan de stagiair een arbeidsovereenkomst in het aangeleerde beroep aan te bieden, voor ten minste dezelfde duur als de duur van de overeenkomst opleiding-inschakeling, na afloop daarvan.
Volgens de verwijzende rechter zou de in het geding zijnde bepaling een schending van de bevoegdheidverdelende regels kunnen uitmaken in zoverre zij betrekking heeft op het arbeidsrecht en in zoverre zij de doeltreffendheid vermindert van de bedingen van proeftijd die krachtens de artikelen 47 en 67 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten in een arbeidsovereenkomst kunnen worden opgenomen.
B.3.1. Artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen bepaalt : « De culturele aangelegenheden bedoeld in artikel 59bis, § 2, 1°, [thans artikel 127, § 1, eerste lid, 1°] van de Grondwet zijn : [...] 16° De beroepsomscholing en -bijscholing, met uitzondering van de regeling van de tegemoetkoming in de uitgaven inherent aan de selectie, de beroepsopleiding en de nieuwe installatie van het personeel door een werkgever in dienst genomen met het oog op de oprichting van een onderneming, de uitbreiding of de overschakeling van zijn onderneming ». Met toepassing van artikel 138 van de Grondwet werd die bevoegdheid door artikel 3, 4°, van het decreet II van 19 juli 1993 « tot toekenning van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie » overgedragen door de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest voor het grondgebied van het Franse taalgebied.
B.3.2. Artikel 6 van dezelfde bijzondere wet bepaalt : « § 1. De aangelegenheden bedoeld in artikel 107quater [thans artikel 39] van de Grondwet zijn : [...] IX. Wat het tewerkstellingsbeleid betreft : 1° De arbeidsbemiddeling;2° de programma's voor wedertewerkstelling van de niet-werkende werkzoekenden, met uitsluiting van de programma's voor wedertewerkstelling in de besturen en de diensten van de federale overheid of die onder het toezicht van deze overheid ressorteren en met uitsluiting van de overeenkomsten bedoeld in afdeling 5 van hoofdstuk II van het koninklijk besluit nr.25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector.
Voor iedere binnen het raam van een arbeidsovereenkomst in een wedertewerkstellingsprogramma geplaatste niet-werkende werkzoekende, kent de federale overheid een financiële tegemoetkoming toe, waarvan het bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit vastgestelde bedrag overeenstemt met een werkloosheidsvergoeding.
De financiële tussenkomst bedoeld in het vorige lid kan schommelen in functie van de periode gedurende dewelke de wedertewerkgestelde werkzoekende ingeschreven is als werkzoekende en geen werk heeft. Het bedrag van die tussenkomst wordt vastgesteld in akkoord met de Gewestregeringen.
De federale overheid kent eveneens de financiële tegemoetkoming toe, bedoeld in het tweede lid, voor een aantal werknemers, tewerkgesteld op basis van een arbeidsovereenkomst of op basis van een statuut, gelijk aan het aantal betrekkingen dat gehandhaafd is onder de betrekkingen die de dag vóór de opheffing van de wedertewerkstellingsprogramma's door een gewest in het kader van die programma's ingevuld waren. [...] ».
B.4. Krachtens artikel 6, § 1, VI, vijfde lid, 12°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « is alleen de federale overheid bevoegd voor [...] het arbeidsrecht ». De bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten kent de gemeenschappen en de gewesten evenwel verschillende bevoegdheden toe in aangelegenheden die raken aan het arbeidsrecht, zoals de arbeidsbemiddeling, de programma's voor wedertewerkstelling van niet-werkende werkzoekenden of de beroepsomscholing en -bijscholing.
B.5. Er dient te worden uitgegaan van het feit dat de Grondwetgever en de bijzondere wetgever, in zoverre zij daarover niet anders beschikken, de gemeenschappen en de gewesten de volledige bevoegdheid hebben toegekend om de specifieke regels in verband met de aan hen overgedragen aangelegenheden uit te vaardigen. Bijgevolg beschikt het Waalse Gewest over de ruimste bevoegdheid inzake arbeidsbemiddeling en programma's voor wedertewerkstelling van niet-werkende werkzoekenden, alsook inzake beroepsomscholing of -bijscholing.
B.6. Door de in het geding zijnde bepaling aan te nemen, is de Waalse decreetgever niet afgeweken van de regels met betrekking tot de arbeidsovereenkomst zoals zij door de federale wetgever zijn vastgesteld en, in het bijzonder, van de artikelen 48 en 67 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten. Hij heeft de werkgevers evenmin verplicht of verboden om een beding van proeftijd op te nemen in de arbeidsovereenkomst die met hun vroegere stagiairs wordt gesloten.
Daaruit volgt dat de decreetgever noch de federale bevoegdheid inzake arbeidsrecht heeft uitgeoefend, noch de federale wetgever heeft verhinderd ter zake het beleid van zijn keuze te voeren, maar, bij de uitoefening van zijn eigen bevoegdheid inzake arbeidsbemiddeling en programma's voor wedertewerkstelling van niet-werkende werkzoekenden en inzake beroepsomscholing of -bijscholing, FOREm in staat heeft gesteld zijn optreden af te stemmen op het door de federale Staat gevoerde beleid inzake arbeidsrecht.
In dat opzicht moet worden opgemerkt dat het logisch is dat de gewestwetgever, door de in artikel 6, § 1, IX, 1° en 2°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bedoelde bevoegdheid uit te oefenen, maatregelen neemt die verband houden met de gewone arbeidscircuits.
B.7. Indien de werkgever vrij beslist om gebruik te maken van de door FOREm voorgestelde overeenkomst opleiding-inschakeling, zou de inwerkingstelling van het eventuele beding van proeftijd waarin zou zijn voorzien in de arbeidsovereenkomst die na afloop van de opleidingsperiode is gesloten, weliswaar kunnen worden bestraft door de verplichting om aan FOREm de door die instelling gedragen kosten terug te betalen. Bovendien zou de werkgever ertoe kunnen zijn gehouden de schade te vergoeden die zijn werknemer heeft geleden omdat hem een betrekking wordt ontzegd gedurende een periode die gelijk is aan die van zijn opleiding.
Vanuit die invalshoek heeft de in het geding zijnde bepaling onmiskenbaar een weerslag op de toepassing, in bepaalde gevallen, van het beding van proeftijd door de werkgever. Het is echter eigen aan elk beleid inzake arbeidsbemiddeling en inzake wedertewerkstelling van niet-werkende werkzoekenden dat het een invloed heeft op de keuzes die door de werkgevers worden gemaakt.
Ten slotte dient te worden opgemerkt dat de verbintenis aangegaan door de werkgever om een stagiair tijdens een minimumduur tewerk te stellen, een tegenhanger is van de voordelen die hij haalt uit de tewerkstelling van een stagiair in opleiding.
B.8. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 8, 4°, van het decreet van het Waalse Gewest van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien, schendt de bevoegdheidverdelende regels niet.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 22 december 2010.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, M. Melchior.