gepubliceerd op 09 november 2009
Uittreksel uit arrest nr. 152/2009 van 13 oktober 2009 Rolnummer 4740 In zake : het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing van de beslissing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement van 23 juni 2009 tot goedkeuring van het v Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Bossuyt en de verslaggeve(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 152/2009 van 13 oktober 2009 Rolnummer 4740 In zake : het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing van de beslissing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement van 23 juni 2009 tot goedkeuring van het verslag van de bijzondere commissie belast met het onderzoek naar de geldigheid van de kiesverrichtingen en de bezwaren met betrekking tot de verkiezingen van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement van 7 juni 2009, ingesteld door Hans Van de Cauter en anderen.
Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Bossuyt en de verslaggevers, rechter T. Merckx-Van Goey en voorzitter P. Martens, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 26 juni 2009 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 30 juni 2009, zijn een beroep tot vernietiging en een vordering tot schorsing van de beslissing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement van 23 juni 2009 tot goedkeuring van het verslag van de bijzondere commissie belast met het onderzoek naar de geldigheid van de kiesverrichtingen en de bezwaren met betrekking tot de verkiezingen van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement van 7 juni 2009 ingesteld door Hans Van de Cauter, wonende te 1180 Brussel, Merlostraat 8, Luc Claerhout, wonende te 1020 Brussel, Rommelaerelaan 75, en Valentijn Cardon, wonende te 1130 Brussel, Twyeninckstraat 36.
Op 8 juli 2009 hebben de rechters-verslaggevers T. Merckx-Van Goey en P. Martens, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof behoren. (...) II. In rechte (...) B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging en de schorsing van de « beslissing tot goedkeuring door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement op 23 juni 2009 van het verslag van de bijzondere commissie belast met het onderzoek naar de geldigheid van de kiesverrichtingen en meerbepaald aangaande de klacht van de B.U.B. met betrekking tot de verkiezingen van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 7 juni 2009 ( [voorlopige versie van het] Integraal Verslag van de plenaire openingsvergadering van dinsdag 23 juni 2009, p. 6-7) ».
B.2. De verzoekende partijen vorderen in hetzelfde verzoekschrift ook de schorsing van de bestreden beslissing.
B.3. Noch artikel 1 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, noch enige andere wetsbepaling verleent het Hof de bevoegdheid om uitspraak te doen over de beslissing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement tot goedkeuring van het verslag van de bijzondere commissie belast met het onderzoek naar de geldigheid van de kiesverrichtingen.
Het Hof vermag zich enkel uit te spreken over de inachtneming van de referentienormen bedoeld in artikel 142 van de Grondwet, als de beweerde schending ervan aan een wetskrachtige norm kan worden toegeschreven. De bestreden beslissing kan niet worden gelijkgesteld met een in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel. Niet elke beslissing van een parlementaire assemblee kan zonder meer worden gelijkgesteld met een wetskrachtige norm.
B.4. Het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing behoren klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof.
Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, stelt vast dat het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing niet tot de bevoegdheid van het Hof behoren.
Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare terechtzitting van 13 oktober 2009.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, M. Bossuyt.