Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 14 mei 2008

Uittreksel uit arrest ****. 46/2008 van 4 maart 2008 **** 4351, 4352 en 4353 In zake : de **** vragen over artikel 35, § 1, derde lid, en § 3, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de **** van 28 **** **** Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters ***** en ****. ****, en de rechter(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2008201512
pub.
14/05/2008
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode
<****> GRONDWETTELIJK HOF****><****>
Uittreksel uit arrest ****. 46/2008 van 4 maart 2008 **** 4351, 4352 en 4353 In zake : de **** vragen over artikel 35, § 1, derde lid, en § 3, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de **** van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals dat artikel werd vervangen bij artikel 84 van de **** van 27 december 2005, gesteld door de **** Rechtbank te ****.****><****>Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters ***** en ****. ****, en de rechters ****. ****, ****. ****, ****. ****, ****.-****. **** en ****. ****, bijgestaan door de griffier ****.-****. ****, onder voorzitterschap van voorzitter ****. ****, wijst na beraad het volgende arrest : ****. Onderwerp van de **** vragen en rechtspleging Bij drie vonnissen van 16 oktober 2007 in zake het openbaar ministerie tegen **** **** en anderen, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 29 november 2007, heeft de **** Rechtbank te **** de volgende **** vragen gesteld : « ****. Worden de artikelen 10 en 11 van de **** geschonden door artikel 35, § 1, derde lid, en artikel 35, § 3, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de **** van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals vervangen bij artikel 84 van de **** van 27 december 2005; in die zin geïnterpreteerd dat zij een bijzondere manier invoeren voor herstel of terugbetaling van burgerrechtelijke aard, bestemd om, in het belang van de financiering van de sociale zekerheid, een einde te maken aan een met de wet strijdige situatie; doordat, wanneer de rechter een straf uitspreekt ten laste van de werkgever, zijn **** of lasthebbers met toepassing van artikel 35, § 1, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de **** van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, hij de werkgever ambtshalve moet veroordelen tot betaling, aan de instelling die de **** int, van de bijdragen, **** en **** die niet werden gestort, zonder dat het bedrag van de te betalen bijdragen lager mag zijn dan 2 500 **** per **** persoon, en dit per maand of fractie ervan; terwijl die werkgever voor de burgerlijke rechter enkel zou worden veroordeeld tot betaling aan de **** voor **** **** van de verschuldigde bijdragen, **** en ****, zonder dat een **** vereist is ? ****. Worden de artikelen 10 en 11 van de ****, in samenhang gelezen met de artikelen 7 van het **** **** voor de rechten van de mens en 15 van het Internationaal **** inzake burgerrechten en politieke rechten geschonden door artikel 35, § 1, derde lid, en artikel 35, § 3, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de **** van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals vervangen bij artikel 84 van de **** van 27 december 2005; in die zin geïnterpreteerd dat zij een bijzondere manier invoeren voor herstel of terugbetaling van burgerrechtelijke aard, bestemd om, in het belang van de financiering van de sociale zekerheid, een einde te maken aan een met de wet strijdige situatie; en niet als een straf in de zin van artikel 7 van het **** **** voor de rechten van de mens en artikel 15 van het Internationaal **** inzake burgerrechten en politieke rechten, rekening houdend met de hoofdzakelijk repressieve doelstelling van de wetgever; doordat, wanneer de werkgever, zijn aangestelde of zijn lasthebber de feiten hebben gepleegd die worden bestraft krachtens artikel 35 van de voormelde wet vóór de inwerkingtreding van de **** van 27 december 2005, de rechter die uitspraak doet na de inwerkingtreding van die **** - gelet op het burgerrechtelijk karakter van die maatregel - de werkgever ambtshalve moet veroordelen tot betaling, aan de instelling die de **** int, van het bedrag van de bijdragen, de **** en **** die niet aan die instelling werden gestort, zonder dat het bedrag van de bijdragen lager kan zijn dan 2 500 **** per **** persoon, en dit per maand of per fractie ervan; terwijl, vóór de inwerkingtreding van die ****, aan die maatregel van ambtshalve veroordeling tot betaling van de bijdragen, **** en ****, geen minimaal bedrag verbonden was en terwijl de artikelen 7 van het **** **** voor de rechten van de mens en 15 van het Internationaal **** inzake burgerrechten en politieke rechten, in strafzaken het beginsel van de toepassing van de minst zware strafwet waarborgen ? ».****><****>Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4351, 4352 en 4353 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.****><****>Op 20 december 2007 hebben de rechters-verslaggevers ****. **** en ****. ****, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, het **** ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen. (...) ****. **** rechte (...) ****.1. Artikel 35 van de wet van 27 juni 1969 (hierna : wet van 27 juni ****_list">1969) tot herziening van de **** van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals het werd gewijzigd bij artikel 84 van de **** van 27 december 2005, bepaalt : « § 1.Onverminderd de artikelen 269 tot 274 van het Strafwetboek, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met een geldboete van 130 tot 2 500 ****, of met een van die straffen alleen : ****_list">1° de werkgever, zijn **** of lasthebbers die zich niet schikken naar de bepalingen voorgeschreven door de wet en de uitvoeringsbesluiten ervan;de geldboete wordt zoveel maal toegepast als er werknemers zijn ten overstaan van dewelke een inbreuk is gepleegd, zonder dat het totaal bedrag van de geldboete evenwel hoger mag zijn dan 500 000 ****; ****_list">2° de personen bedoeld bij artikel 30bis, § 4, die de door de **** bepaalde inlichtingen niet verstrekken of de opgelegde **** en -modaliteiten niet naleven;****_list">3° de personen bedoeld bij artikel 30bis, § 4, die nalaten de verschuldigde sommen binnen de voorgeschreven termijn te storten;****_list">4° al wie het krachtens deze wet georganiseerd toezicht verhindert. **** artikel 496 van het Strafwetboek wordt gestraft met een gevangenisstraf van 8 dagen tot één maand en met een geldboete van 26 tot 500 **** of met één van die straffen alleen ieder die in het openbaar gebruik maakt van de benaming ' sociaal secretariaat ' voor andere instellingen dan deze die overeenkomstig de door de **** vastgestelde voorwaarden erkend zijn als sociaal secretariaat.****><****>**** rechter die de straf uitspreekt ten laste van de werkgever, zijn **** of lasthebbers, veroordeelt ambtshalve de werkgever tot betaling aan de **** van de **** van de bijdragen, **** en **** die niet aan de **** [lees : die ****] werden gestort.****><****>**** bedrieglijke onderwerping van een of meer personen aan de toepassing van deze wet, veroordeelt de rechter ambtshalve de werkgever, zijn **** of lasthebbers tot betaling aan **** van de **** van een vergoeding gelijk aan het driedubbel van de bedrieglijk aangegeven bijdragen.****><****>Bij niet-onderwerping van één of meer personen aan de toepassing van deze wet, veroordeelt de rechter ambtshalve de werkgever, en in voorkomend geval, de hoofdelijk aansprakelijke aannemer bedoeld bij artikel 30bis, § 3, tweede lid, wat betreft de personen **** door zijn **** bij de uitvoering van de werken, tot betaling aan de **** van de sociale **** van een vergoeding gelijk aan het drievoud van de ontdoken bijdragen. § 2. **** strafvordering uitgeoefend in het kader van § 1 kan slechts door een minnelijke schikking in strafzaken of bij **** van administratieve geldboete teniet worden gedaan op voorwaarde dat de schikking of de geldboete voorziet in de betaling van de bijdragen, de **** en de **** aan de **** van de ****.****><****>**** afwijking van het eerste lid, in geval van bedrieglijke niet-onderwerping van een of meerdere personen aan de toepassing van deze wet, kan de strafvordering slechts worden teniet gedaan door een minnelijke schikking in strafzaken of bij **** van administratieve geldboete op voorwaarde dat deze schikking of deze geldboete voorziet in de betaling van een schadevergoeding die gelijk is aan het drievoud van de ontdoken bijdragen. § 3. In de situaties bedoeld in § 1, derde tot vijfde lid, en in § 2, mag het bedrag van de te betalen bijdragen in geen geval lager zijn dan 2 500 **** per **** persoon, en dit per maand of fractie ervan.****><****>**** bedrag bedoeld in het vorige lid wordt door de **** op 1 januari van elk jaar aangepast in functie van de evolutie van de lonen en van het bedrag van de **** ».****><****>****.2. **** **** vragen hebben betrekking op artikel 35, § 1, derde lid, en § 3, van de wet van 27 juni 1969, zoals vervangen bij artikel 84 van de **** van 27 december 2005.****><****>Het nieuwe artikel 35, § 1, derde lid, voorziet, wanneer de rechter de straf uitspreekt ten laste van de werkgever, zijn **** of lasthebbers, in de ambtshalve veroordeling van de werkgever tot betaling, aan de instelling die de **** int, van de bijdragen, **** en **** die niet aan die instelling werden gestort.****><****>Het nieuwe artikel 35, § 3, voert een **** in van 2 500 **** per **** persoon en per maand of fractie ervan, voor de «*****» in de situaties bedoeld in artikel 35, § 1, derde tot vijfde lid; dat **** geldt bijgevolg voor de ambtshalve veroordeling tot betaling van de bijdragen, **** en **** die niet werden gestort.****><****>Artikel 35 van de wet van 27 juni 1969, zoals vervangen bij artikel 84 van de **** van 27 december 2005, is op 9 januari 2006 in werking getreden.****><****>****.3. **** in het geding zijnde maatregel past binnen de doelstelling van een «*****» (****. ****., Kamer, 2005-2006, **** 51-2097/014, ****_list">****. 3). **** betreft die wijziging van de bepalingen met betrekking tot de ambtshalve veroordeling tot betaling van de ****, vermeldt de parlementaire voorbereiding het volgende : «*****» (****. ****., Senaat, 2005-2006, ****. 3-1492/3, ****. 7-8).****><****>****.4. In de versie die voorafging aan de **** van 27 december 2005, bepaalde artikel 35, derde en vijfde lid, van de wet van 27 juni 1969, zoals met name gewijzigd bij de wet van 6 juli 1989 en bij de wet van 9 juli 2004 : « **** rechter die de straf uitspreekt ten laste van de werkgever, zijn **** of lasthebbers, veroordeelt ambtshalve de werkgever tot betaling aan de **** voor maatschappelijke zekerheid van de bijdragen, **** en **** die niet aan de **** werden gestort. [...] Bij niet-onderwerping van één of meer personen aan de toepassing van deze wet, veroordeelt de rechter ambtshalve de werkgever, en in voorkomend geval, de hoofdelijk aansprakelijke aannemer bedoeld bij artikel 30bis, § 3, tweede lid, wat betreft de personen **** door zijn **** bij de uitvoering van de werken, tot betaling aan de **** voor sociale zekerheid van een vergoeding gelijk aan het drievoud van de ontdoken bijdragen, zonder dat dit bedrag minder dan 1 275 **** per **** persoon en dit per maand of fractie ervan, mag bedragen. **** bedrag wordt aangepast in functie van de evolutie van de lonen en van het bedrag van de **** ».****><****>Vóór de wijziging van artikel 35 van de wet van 27 juni 1969 bij de wet van 27 december 2005, was dus in geen enkel **** voorzien voor de ambtshalve veroordeling tot betaling van de bijdragen, **** en **** die niet werden gestort (het vroegere artikel 35, derde lid, van de wet van 27 juni 1969). Er was daarentegen wel voorzien in een **** van 1 275 **** per **** persoon, en dit per maand of fractie ervan, voor de veroordeling tot het drievoud van de ontdoken bijdragen bij niet-onderwerping aan de toepassing van de wet van 27 juni 1969 (het vroegere artikel 35, vijfde lid, van de wet van 27 juni 1969).****><****>**** aanzien van de tweede **** vraag ****.5. In de tweede **** vraag verzoekt de verwijzende rechter het Hof de situatie te vergelijken van de personen die zijn veroordeeld onder de gelding van de vroegere wet en voor wie de ambtshalve veroordeling tot betaling van de bijdragen, **** en **** aan geen enkel **** was onderworpen, met de situatie van de personen die wegens feiten die werden begaan vóór de inwerkingtreding van de **** van 27 december 2005, door de rechter worden veroordeeld na de inwerkingtreding van die wet, tot betaling van de bijdragen, **** en **** zonder dat het bedrag van de te betalen bijdragen lager mag zijn dan 2 500 **** per **** persoon, en dit per maand of fractie ervan.****><****>****.6. Zoals het Hof heeft geoordeeld in zijn arrest ****. 157/2007 van 19 december 2007, nopen de artikelen 10 en 11 van de **** in beginsel weliswaar tot een vergelijking van de situatie van twee verschillende categorieën van personen en niet van de situatie van eenzelfde categorie van personen onder de gelding van de vroegere en de nieuwe wetgeving, zo niet zou elke wijziging van de wetgeving onmogelijk worden, maar geldt dat niet wanneer in samenhang met die bepalingen een schending van artikel 7 van het **** **** voor de rechten van de mens en van artikel 15 van het Internationaal **** inzake burgerrechten en politieke rechten wordt aangevoerd. **** bepalingen verbieden de rechter immers iemand te veroordelen wegens een handelen of nalaten dat geen strafbaar feit uitmaakte ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde en een zwaardere straf op te leggen dan die welke ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was.****><****>**** artikelen 10 en 11 van de **** zouden zijn geschonden wanneer zou vaststaan dat de ambtshalve veroordeling, op grond van de in het geding zijnde bepalingen, tot betaling van de bijdragen, **** en **** die niet werden gestort, ondanks het ogenschijnlijk burgerrechtelijk karakter ervan, in werkelijkheid een strafmaatregel is en dat die bepalingen ook van toepassing zijn op feiten die vóór de inwerkingtreding van de **** van 27 december 2005 werden begaan.****><****>****.7. Zoals het Hof heeft vastgesteld in zijn arrest ****. 9/2003 van 22 januari 2003, zijn de veroordelingen die de rechter ambtshalve uitspreekt met toepassing van artikel 35, § 1, derde lid, dat dezelfde draagwijdte heeft als het vroegere artikel 35, derde lid, van de wet, niet van strafrechtelijke aard : «*****» (****.4).****><****>**** in artikel 35, § 1, derde lid, bedoelde veroordeling, op zichzelf beschouwd, is een burgerrechtelijke maatregel waarop de in de **** vraag vermelde strafrechtelijke beginselen niet van toepassing zijn.****><****>****.8. Artikel 35, § 1, derde lid, kan echter niet los van artikel 35, § 3, worden gelezen. In zoverre het bepaalt dat «*****», trekt artikel 35, § 3, wanneer de «*****» enkel bijdragen, **** en **** zijn, die bijdragen op tot een bedrag dat niet in verhouding staat tot het nadeel dat de **** van de **** heeft ondervonden, en dat, zoals de verwijzende rechter opmerkt in de motivering van zijn vonnis, derhalve ertoe leidt aan die bijdragen een strafrechtelijke aard toe te kennen in de zin van artikel 7 van het **** **** voor de rechten van de mens.****><****>****.9. Door de verwijzing in artikel 35, § 3, naar artikel 35, § 1, derde lid, heeft de wetgever derhalve de oorspronkelijk burgerrechtelijke aard van de ambtshalve veroordeling tot betaling van de bijdragen, **** en **** gewijzigd.****><****>Daaruit volgt dat de in het geding zijnde bepalingen, geïnterpreteerd in die zin dat personen die, wegens feiten die vóór de inwerkingtreding van de **** van 27 december 2005 werden begaan, na de inwerkingtreding van die wet worden veroordeeld tot betaling van de bijdragen, **** en **** die niet werden gestort, zonder dat het bedrag van de te betalen bijdragen lager mag zijn dan 2 500 **** per **** persoon, en dit per maand of fractie ervan, niet bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de ****, in samenhang gelezen met artikel 7 van het **** **** voor de rechten van de mens en met artikel 15 van het Internationaal **** inzake burgerrechten en politieke rechten.****><****>****.10. In die interpretatie dient de **** vraag bevestigend te worden beantwoord.****><****>****.11. In die zin geïnterpreteerd dat zij niet van toepassing zijn op feiten die vóór de inwerkingtreding van de **** van 27 december 2005 werden begaan, zijn de in het geding zijnde bepalingen, die geen toepassing in de tijd hebben bepaald, evenwel niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de ****, in samenhang gelezen met artikel 7 van het **** **** voor de rechten van de mens en met artikel 15 van het Internationaal **** inzake burgerrechten en politieke rechten.****><****>****.12. In die interpretatie dient de **** vraag ontkennend te worden beantwoord.****><****>**** aanzien van de eerste **** vraag ****.13. In de eerste **** vraag verzoekt de verwijzende rechter het Hof de situatie te vergelijken van de werkgever die ambtshalve werd veroordeeld tot betaling van de bijdragen, **** en **** zonder dat het bedrag van de te betalen bijdragen lager mag zijn dan 2 500 **** per **** persoon en dit per maand of fractie ervan, met die van de werkgever die voor de burgerlijke rechter enkel de verschuldigde bijdragen, **** en **** zou moeten betalen aan de **** voor **** **** zonder dat een **** vereist is.****><****>****.14. In zoverre het bepaalt dat « in de situaties bedoeld in § 1, derde tot vijfde lid, [...] het bedrag van de te betalen bijdragen in geen geval lager [mag] zijn dan 2 500 **** per **** persoon, en dit per maand of fractie ervan », voert artikel 35, § 3, een **** in dat van toepassing is op het totaalbedrag van de met toepassing van artikel 35, § 1, derde tot vijfde lid, te betalen bijdragen.****><****>Wanneer, zoals in de voor de verwijzende rechter hangende gedingen, de veroordeling tot betaling van de bijdragen, **** en **** samengaat met een veroordeling tot betaling van het drievoud van de ontdoken bijdragen in geval van bedrieglijke niet-onderwerping, kan het **** van artikel 35, § 3, dus enkel gelden voor het gecumuleerde bedrag van die veroordelingen.****><****>****.15.1. **** aangegeven in ****.8 en in het arrest ****. 157/2007 (****.6), heeft de wetgever, door de verwijzing in artikel 35, § 3, naar artikel 35, § 1, derde lid, de oorspronkelijk burgerrechtelijke aard van de ambtshalve veroordeling tot betaling van de bijdragen, **** en **** gewijzigd door een strafrechtelijke aard eraan toe te kennen.****><****>****.15.2. Gelet op wat is vermeld in ****.14, is het niettemin enkel wanneer, enerzijds, de «*****» bedoeld in artikel 35, § 3, slechts bijdragen, **** en **** zijn die niet werden gestort en, anderzijds, het bedrag van die onbetaalde bijdragen, **** en **** lager is dan het **** van artikel 35, § 3, dat de combinatie van artikel 35, § 1, derde lid, en artikel 35, § 3, aan de **** veroordeling tot betaling van de bijdragen, **** en **** een strafrechtelijke aard toekent.****><****>****.16.1. ****, in het in ****.15.2 gepreciseerde beperkte aantal gevallen, de ambtshalve veroordeling tot betaling van de bijdragen, **** en **** een overwegend repressief karakter heeft en samengaat met een straf die door de strafrechter is uitgesproken met toepassing van het eerste lid van hetzelfde artikel, kan zij niet worden vergeleken met een burgerrechtelijke maatregel tot herstel van het nadeel dat de **** van de **** heeft ondervonden, die door de burgerlijke rechter zou zijn uitgesproken.****><****>****.16.2. Niettemin, ook al kan die ambtshalve veroordeling in bepaalde gevallen uiterst zwaar blijken wegens het **** van artikel 35, § 3, wordt, in tegenstelling tot hetgeen de verwijzende rechter oordeelt, de strafrechter niet elke mogelijkheid ontnomen om dat bedrag te verminderen : aangezien die ambtshalve veroordeling wordt beschouwd als een strafmaatregel - en bovendien de aanvulling vormt van een gevangenisstraf of boete -, is artikel 38 van de wet van 27 juni 1969 erop van toepassing, met name in zoverre het de toepasbaarheid bevestigt van artikel 85 van het ****, betreffende de verzachtende omstandigheden, op de overtredingen van de voormelde wet; bij ontstentenis van een afwijkende bepaling is de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de **** eveneens toepasselijk op de ambtshalve veroordeling waarin artikel 35, § 1, derde lid, in samenhang met artikel 35, § 3, voorziet.****><****>Niettemin kan de strafrechter, rekening houdend met de oorspronkelijk burgerrechtelijke aard van de ambtshalve veroordeling waarin artikel 35, § 1, derde lid, voorziet, het bedrag van die ambtshalve veroordeling niet verminderen tot een bedrag dat kleiner is dan het bedrag van de onbetaalde bijdragen, **** en ****.****><****>****.16.3. In de andere gevallen dan die welke in ****.15.2 worden beoogd, wanneer het **** van artikel 35, § 3, van toepassing is op het geheel van de gecumuleerde «*****», zoals de bijdragen bedoeld in artikel 35, § 1, derde en vijfde lid, of wanneer het bedrag van de bijdragen, **** en **** het **** van artikel 35, § 3, overschrijdt, laat niets toe ervan uit te gaan dat de oorspronkelijk burgerrechtelijke aard van de ambtshalve veroordeling tot betaling van de bijdragen, **** en **** door de wetgever werd gewijzigd en verschilt van de burgerrechtelijke **** die een burgerlijke rechter zou uitspreken betreffende de betaling van de bijdragen, **** en **** die niet werden gestort.****><****>****.16.4. Gelet op hetgeen voorafgaat, dient de **** vraag ontkennend te worden beantwoord.****><****>Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - In die zin geïnterpreteerd dat zij van toepassing zijn op feiten die vóór de inwerkingtreding van de **** van 27 december 2005 werden begaan, schenden artikel 35, § 1, derde lid, en artikel 35, § 3, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de **** van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals vervangen bij artikel 84 van de **** van 27 december 2005, de artikelen 10 en 11 van de ****, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 7 van het **** **** voor de rechten van de mens en met artikel 15 van het Internationaal **** inzake burgerrechten en politieke rechten. - In die zin geïnterpreteerd dat zij niet van toepassing zijn op feiten die vóór de inwerkingtreding van de **** van 27 december 2005 werden begaan, schenden dezelfde bepalingen niet de artikelen 10 en 11 van de ****, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 7 van het **** **** voor de rechten van de mens en met artikel 15 van het Internationaal **** inzake burgerrechten en politieke rechten.****><****>Aldus uitgesproken in het **** en het ****, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare terechtzitting van 4 maart 2008.****><****>De griffier, ****.-****. ****.****><****>De voorzitter, ****. ****.
^