gepubliceerd op 17 maart 2008
Uittreksel uit arrest nr. 43/2008 van 4 maart 2008 Rolnummer 4251 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 7 en 14 van de wet van 19 december 2006 « tot omvorming van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen tot he Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 43/2008 van 4 maart 2008 Rolnummer 4251 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 7 en 14 van de wet van 19 december 2006 « tot omvorming van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen tot het Wetboek diverse rechten en taksen, tot opheffing van het Wetboek der zegelrechten en houdende verscheidene andere wetswijzigingen », ingesteld door de VZW « Algemeen Eigenaars en Mede-Eigenaarssyndicaat » en anderen.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechters P. Martens, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen en J.-P. Moerman, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 juni 2007 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 29 juni 2007, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 7 en 14 van de wet van 19 december 2006 « tot omvorming van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen tot het Wetboek diverse rechten en taksen, tot opheffing van het Wetboek der zegelrechten en houdende verscheidene andere wetswijzigingen » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2006, zesde editie) door de VZW « Algemeen Eigenaars en Mede-Eigenaarssyndicaat », met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Violetstraat 43, de VZW « Eigenaarsbelang », met maatschappelijke zetel te 2000 Antwerpen, Mechelseplein 25, de VZW « Koninklijk Algemeen Eigenaarsverbond », met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Vrijheidslaan 4, en de VZW « De Eigenaarsbond », met maatschappelijke zetel te 2000 Antwerpen, Otto Veniusstraat 28. (...) II. In rechte (...) B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen 7 en 14 van de wet van 19 december 2006 tot omvorming van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen tot het Wetboek diverse rechten en taksen, tot opheffing van het Wetboek der zegelrechten en houdende verscheidene andere wetswijzigingen.
Artikel 72 van de voormelde wet heeft het Wetboek der zegelrechten opgeheven. De rechten op geschriften zijn voortaan opgenomen in boek I van het Wetboek diverse rechten en taksen.
Artikel 3 van het Wetboek diverse rechten en taksen, zoals ingevoegd bij het bestreden artikel 7, bepaalt : « Behoudens in de gevallen bepaald bij de artikelen 4 en 5 zijn de akten van notarissen onderworpen aan een recht van 50 euro ».
Artikel 8 van hetzelfde Wetboek, zoals ingevoegd bij het bestreden artikel 14, bepaalt : « Worden onderworpen aan een recht van 0,15 euro : 1° de akten van geldlening of van kredietopening toegestaan door bankiers en de akten houdende schuldverbintenis of schuldbekentenis van geldsommen of pandgeving ten bate van bankiers, wanneer zij niet anders getarifeerd zijn;2° de al dan niet ondertekende ontvangstbewijzen of andere geschriften welke de bankiers, de wisselagenten en de wisselagent-correspondenten aan particulieren afleveren als bewijs van een afgifte of een neerlegging van effecten of stukken;de ontvangstbewijzen van effecten of stukken welke hun door particulieren worden afgeleverd; 3° de al dan niet ondertekende afsluitingen en uittreksels uit rekening opgemaakt door de bankiers en bestemd voor particulieren, met uitsluiting van de opgaven van toestand welke aan de titularis van een rekening ten titel van een eenvoudige inlichting en zonder melding van interesten worden afgeleverd, tussen de data vastgesteld voor de periodieke verzending van rekeninguittreksels;4° de al dan niet ondertekende ontvangstbewijzen of getuigschriften, tot vaststelling van het neerleggen van effecten om een vergadering van aandeel- of obligatiehouders te kunnen bijwonen evenals de ontlastingen verstrekt bij het terugnemen van die effecten; Worden met bankiers gelijkgesteld, alle natuurlijke of rechtspersonen die gewoonlijk geld in deposito ontvangen ».
B.2. Het eerste middel is gericht tegen het recht van 50 euro dat wordt gevestigd op de akten van notarissen. Het tweede middel is gericht tegen het recht van 0,15 euro dat verschuldigd is bij de opening van een huurwaarborg in de vorm van een bankgarantie. Het Hof beperkt zijn onderzoek derhalve tot de artikelen 3 en 8, 1°, van het Wetboek diverse rechten en taksen.
B.3. De Ministerraad werpt op dat de aangevochten bepalingen reeds eerder waren opgenomen in de artikelen 4 en 11 van het inmiddels opgeheven Wetboek der zegelrechten. Het aangevochten artikel 8, 1°, neemt zelfs woordelijk artikel 11, 1°, van dat Wetboek over.
Wanneer de wetgever in een nieuwe wetgeving een oude bepaling overneemt en zich op die wijze de inhoud ervan toe-eigent, kan tegen de overgenomen bepaling een beroep worden ingesteld binnen zes maanden na de bekendmaking ervan. Het feit dat de wetgever een bestaande wettelijke regeling bestendigt, ontneemt de verzoekende partijen niet hun belang, nu juist het behoud van de voorheen bestaande toestand het voorwerp is van hun kritiek.
B.4. Beide middelen zijn afgeleid uit een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Artikel 3 van het Wetboek diverse rechten en taksen zou een discriminatie inhouden doordat voor huurovereenkomsten die bij authentieke akte moeten worden verleden een recht van 50 euro moet worden betaald, terwijl voor onderhandse huurovereenkomsten geen recht op geschrift verschuldigd is.
Artikel 8, 1°, van hetzelfde Wetboek zou een discriminatie inhouden doordat de opening van een bankwaarborg is onderworpen aan een recht van 0,15 euro, terwijl de tussentijdse afschriften en het sluiten van de bankwaarborg niet zijn onderworpen aan een recht op geschrift.
B.5. Het komt de wetgever toe de grondslag en de tarieven van de rechten op geschriften vast te stellen. Hij beschikt ter zake over een ruime beoordelingsmarge.
B.6. Wanneer de wetgever akten en andere geschriften aan een belasting wenst te onderwerpen, moet hij noodzakelijkerwijze rekening houden met de moeilijkheden die, inzonderheid wat betreft de administratieve en infrastructurele kosten voor de invorderende administratie, gepaard gaan met de inning van de belasting. Hij vermocht in dat opzicht de belastbare grondslag te beperken tot de akten en geschriften, waarvoor de invorderende administratie een openbaar ambtenaar of een bank als betalingsplichtigen van de belasting kan aanspreken.
B.7. Die keuze van de wetgever heeft weliswaar tot gevolg dat verhuurders verschillend worden behandeld naargelang hun overeenkomst bij authentieke akte werd verleden dan wel onderhands werd opgesteld, maar dat gevolg kan, rekening houdend met het geringe bedrag van de belasting (50 euro), niet als kennelijk onevenredig worden beschouwd.
B.8. Ten slotte kan, eveneens rekening houdend met het geringe bedrag van de belasting (0,15 euro), de keuze van de wetgever om slechts de opening van een bankwaarborg en niet de tussentijdse afschriften en het sluiten van de bankwaarborg aan een recht op geschrift te onderwerpen, niet als kennelijk onredelijk worden beschouwd.
B.9. De middelen zijn niet gegrond.
Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep.
Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare terechtzitting van 4 maart 2008.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, M. Bossuyt.