Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 17 november 2003

Uittreksel uit arrest nr. 93/2003 van 24 juni 2003 Rolnummer : 2689. In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, 1 o , van de bijlage van het koninklijk besluit van 14 december 1992 betreffende de modelovereenkomst voor de ver Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslag(...)

bron
arbitragehof
numac
2003201221
pub.
17/11/2003
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Uittreksel uit arrest nr. 93/2003 van 24 juni 2003 Rolnummer : 2689.

In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, 1o, van de bijlage van het koninklijk besluit van 14 december 1992 betreffende de modelovereenkomst voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, gesteld door de Politierechtbank te Luik.

Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers J.-P. Snappe en A. Alen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 24 maart 2003 in zake M. D.B. tegen het openbaar ministerie, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 15 april 2003, heeft de Politierechtbank te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Voert artikel 4, 1o, van het koninklijk besluit van 14 december 1992, in zoverre het bepaalt : ' De dekking van deze overeenkomst strekt zich uit, zonder dat hiervoor een mededeling vereist is, tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer alsmede van diens echtgenoot en kinderen, indien deze bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, in hun hoedanigheid van bestuurder of van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder : ... ', geen discriminatie in tussen de wettelijke echtgenoten en de samenlevenden, discriminatie die in strijd is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en schendt het hierdoor niet alleen diezelfde artikelen 10 en 11 van de Grondwet, maar ook artikel 12 ervan, dat de vrijheid van de persoon waarborgt ? » Op 8 mei 2003 hebben de rechters-verslaggevers J.-P. Snappe en A. Alen, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de organieke wet, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat het Hof niet bevoegd is om kennis te nemen van voormelde prejudiciële vraag. (...) III. In rechte (...) B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van artikel 4, 1o, van de modelovereenkomst voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, die is vastgesteld bij de wet van 1 juli 1956 en is gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 december 1992.

B.2. Noch artikel 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, aangenomen ter uitvoering van artikel 142 van de Grondwet, noch enige andere grondwets- of wetsbepaling verlenen aan het Hof de bevoegdheid om, bij wijze van prejudiciële beslissing, uitspraak te doen over de vraag of de bepalingen van een overeenkomst al dan niet strijdig zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

In het geval waarin men zou moeten oordelen dat aan het Hof een vraag wordt gesteld in verband met de modelovereenkomst die met het koninklijk besluit van 14 december 1992 in werking is getreden, dient te worden vastgesteld dat dezelfde bepalingen het Hof evenmin de bevoegdheid hebben gegeven om uitspraak te doen over de bepalingen van een koninklijk besluit of van een bijlage bij een koninklijk besluit.

B.3. De prejudiciële vraag valt dus kennelijk niet onder de bevoegdheid van het Hof.

Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, stelt vast dat het Hof niet bevoegd is.

Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 24 juni 2003.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

De voorzitter, M. Melchior.

^