gepubliceerd op 05 maart 2024
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 258.602 van 26 januari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 februari 2024, heeft de Raad van State de volgende prejudic « Schendt artikel 3, § 1, 3°, tweede lid, van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het be(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest nr. 258.602 van 26 januari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 februari 2024, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 3, § 1, 3°, tweede lid, van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective artikel 23 van de Grondwet, in zoverre ambtshalve ervan wordt uitgegaan dat een gevaar voor de openbare orde dat de toekenning van een vergunning voor de uitoefening van het beroep van privédetective in bijberoep in de weg staat, wordt teweeggebracht door de gelijktijdige uitoefening van een beroepsactiviteit die toegang geeft tot persoonsgegevens, tenzij het beroep van detective een inherent bestanddeel van de genoemde activiteit is, zonder onderscheid naargelang van de soort gegevens waarvan sprake ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 8160 van de rol van het Hof.
De griffier, N. Dupont