gepubliceerd op 27 maart 2023
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 24 november 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 1 maart 2023, heeft de Raad voor Vergunningsbetwistingen de volgende pr 1. « Schendt artikel 66, § 6, tweede lid van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omge(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij arrest van 24 november 2022, waarvan de expeditie ter griffie van    het Hof is ingekomen op 1 maart 2023, heeft de Raad voor    Vergunningsbetwistingen de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 66, § 6, tweede lid van het 
decreet van 25 april    2014Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					decreet
				
				
					prom.
					25/04/2014
				
				
					pub. 
					23/10/2014
				
				
					numac 
					2014036510
				
			
		
			
				
					
						bron
						vlaamse overheid
					
				
				
					Decreet betreffende de omgevingsvergunning  
				
			
		
	
	
		
			
				
					type
					decreet
				
				
					prom.
					25/04/2014
				
				
					pub. 
					27/08/2014
				
				
					numac 
					2014035897
				
			
		
			
				
					
						bron
						vlaamse overheid
					
				
				
					Decreet betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning  
				
			
		
	sluiten betreffende de omgevingsvergunning, zoals gewijzigd door artikel    76 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, in de    lezing dat dit artikel eraan in de weg staat dat na een vernietiging    van de gemeenteraadsbeslissing over de zaak der wegen door de Vlaamse    regering de gemeenteraad alsnog (op nuttige wijze) een nieuwe    beslissing neemt over de zaak der wegen, de artikelen 10 en 11 van de    grondwet, doordat het een onderscheid invoert tussen enerzijds de    burger die een aanvraag tot omgevingsvergunning heeft ingediend met    een verzoek tot aanleg van een gemeenteweg, en in graad van beroep    wordt geconfronteerd door een vernietiging van de    gemeenteraadbeslissing over de zaak der wegen en anderzijds de burger    die een aanvraag tot omgevingsvergunning heeft ingediend en in graad    van beroep wordt geconfronteerd door een afwezigheid van een    gemeenteraadbeslissing over de zaak der wegen, waarbij de    eerstgenoemde de vergunning automatisch geweigerd moet zien worden op    grond van het gecontesteerde artikel 66, § 6, tweede lid OVD, terwijl    in het geval van de laatstgenoemde de bevoegde overheid verplicht is    tot het richten van een verzoek tot de gouverneur om de gemeenteraad    te verzoeken om een nieuwe beslissing te nemen ? ».2. « Schendt artikel 66, § 6, tweede lid van het 
decreet van 25 april    2014Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					decreet
				
				
					prom.
					25/04/2014
				
				
					pub. 
					23/10/2014
				
				
					numac 
					2014036510
				
			
		
			
				
					
						bron
						vlaamse overheid
					
				
				
					Decreet betreffende de omgevingsvergunning  
				
			
		
	
	
		
			
				
					type
					decreet
				
				
					prom.
					25/04/2014
				
				
					pub. 
					27/08/2014
				
				
					numac 
					2014035897
				
			
		
			
				
					
						bron
						vlaamse overheid
					
				
				
					Decreet betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning  
				
			
		
	sluiten betreffende de omgevingsvergunning, zoals gewijzigd door artikel    76 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, in de    lezing dat dit artikel eraan in de weg staat dat na een vernietiging    van de gemeenteraadsbeslissing over de zaak der wegen door de Vlaamse    regering de gemeenteraad alsnog (op nuttige wijze) een nieuwe    beslissing neemt over de zaak der wegen, de artikelen 10 en 11 van de    grondwet, doordat het een onderscheid invoert tussen enerzijds de    burger die een aanvraag tot omgevingsvergunning heeft ingediend met    een verzoek tot aanleg van een gemeenteweg, en in graad van beroep    wordt geconfronteerd door een vernietiging van de    gemeenteraadbeslissing over de zaak der wegen en anderzijds de burger    die voordeel kan halen uit een gemeentelijk rooilijnplan dat met    toepassing van artikel 16 van het gemeentewegendecreet wordt    goedgekeurd en dat het voorwerp uitmaakt van een administratief beroep    dat leidt tot een vernietiging van de gemeenteraadsbeslissing, waarbij    de eerstgenoemde de vergunning automatisch geweigerd moet zien worden    op grond van het gecontesteerde artikel 66, § 6, tweede lid OVD, zodat    de gemeenteraad zich niet opnieuw over de zaak kan uitspreken, terwijl    in het geval van de laatstgenoemde de gemeenteraad zich wel opnieuw    over het rooilijnplan kan uitspreken ? ».   Die zaak is ingeschreven onder nummer 7941 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut