Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 11 september 2023

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 28 juni 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 juli 2023, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vr « Schendt artikel 8 van de wet van 18 december 2015 houdende diverse bepalingen inzake accijnsgoede(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2023044215
pub.
11/09/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 28 juni 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 juli 2023, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schendt artikel 8 van de wet van 18 december 2015 houdende diverse bepalingen inzake accijnsgoederen, evenals wijzigingen aan de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen (BS 29 december 2015) de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in de mate deze bepaling aan de aldaar geviseerde afnemers van accijnsproducten, waarbij de betaalde accijns moet worden teruggevraagd na controle, een voorafgaande registratieverplichting oplegt die gelijkaardig is aan de registratieverplichting opgelegd aan diegenen die in het kader van leveringen of gebruik van accijnsproducten meteen een vrijstelling kunnen inroepen en waarvoor derhalve ook geen accijnzen moeten worden voldaan ? Schendt artikel 8 van de wet van 18 december 2015 houdende diverse bepalingen inzake accijnsgoederen, evenals wijzigingen aan de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen (BS 29 december 2015) de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, al dan niet gelezen in samenhang met de Europese vrijheden inzake goederen- en dienstenverkeer, in de mate deze bepaling aan afnemers van accijnsproducten het recht op teruggave ontzegt om de loutere reden dat deze zich nog niet geregistreerd hadden maar voor het overige wel aan alle voorwaarden tot teruggave voldoen, terwijl afnemers van accijnsproducten die zich wel tijdig hadden geregistreerd wel het recht op teruggave verkrijgen ? Schenden de artikelen 8 en 21 van de wet van 18 december 2015 houdende diverse bepalingen inzake accijnsgoederen, evenals wijzigingen aan de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen (BS 29 december 2015) het grondwettelijk legaliteitsbeginsel (en het daarin vervatte voorzienbaarheidsbeginsel) en/of gelijkheidsbeginsel vervat in de artikelen 170 en 172 van de Grondwet in zoverre de toepassing van deze bepalingen ertoe leiden dat nieuwe formaliteiten (op straffe van weigering van teruggave) worden opgelegd, zonder daarbij in een redelijke overgangsperiode te voorzie[n], met als gevolg dat rechtsonderhorigen pas na de uitoefening van hun recht op teruggave, conform de eerder geldende voorschriften, gewezen worden op het gebrek aan vervulling van de bijkomende formaliteit. ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 8059 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^