Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 25 juli 2023

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 22 juni 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 juli 2023, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vr « Schendt artikel 88, § 1, tweede zin van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2023043787
pub.
25/07/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 22 juni 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 juli 2023, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 88, § 1, tweede zin van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (voorheen artikel 34, § 1, tweede zin van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het voorziet in een dertigjarige verjaringstermijn voor rechtsvorderingen in de levensverzekering aangaande de reserve die op de datum van opzegging of op de einddatum gevormd is door de betaalde premies, onder aftrek van de verbruikte sommen, terwijl de gemeenrechtelijke verjaringstermijn voor persoonlijke, contractuele rechtsvorderingen krachtens artikel 2262bis, § 1 van het Oud Burgerlijk Wetboek tien jaar bedraagt en deze termijn onder meer van toepassing is op de rechtsvorderingen van en tegen instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen, onderscheiden van verzekeringsondernemingen, en op de rechtsvorderingen van en tegen banken aangaande spaarproducten, en terwijl in het gemeen recht de dertigjarige verjaringstermijn krachtens artikel 2262 van het Oud Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij wet van 10 juni 1998, uitsluitend geldt voor zakelijke rechtsvorderingen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 8051 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^