gepubliceerd op 06 september 2022
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 28 juni 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 juli 2022, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gest « Schendt artikel 23, § 6, eerste lid, WBN de artikelen 10 en 11 Grondwet in zoverre dit de on(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 28 juni 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 juli 2022, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld: « Schendt artikel 23, § 6, eerste lid, WBN de artikelen 10 en 11 Grondwet in zoverre dit de ontvankelijkheid van een cassatieberoep van de verweerder in een procedure waarbij het verval van zijn Belgische nationaliteit wordt gevorderd aan de dubbele voorwaarde onderwerpt dat hij voor het hof van beroep tevergeefs heeft aangevoerd dat hij de staat van Belg heeft verkregen door een ouder die op zijn geboortedag zelf Belg was en dat het cassatiemiddel de schending of de onjuiste toepassing van de wettelijke bepalingen waarop dit rechtsmiddel is gegrond dan wel het ontbreken van een reden tot afwijzing inroept, terwijl een cassatieberoep van een beklaagde tegen een beslissing tot vervallenverklaring van zijn Belgische nationaliteit, uitgesproken samen met een gevangenisstraf bij toepassing van de artikelen 23/1, 1° en 2° en 23/2, § 1, WBN, niet aan dergelijke restrictieve voorwaarden is onderworpen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7835 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut