gepubliceerd op 08 februari 2022
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 16 december 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 december 2021, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende pre « Schendt artikel 221, § 1, van de AWDA, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet gelezen in same(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 16 december 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 december 2021, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 221, § 1, van de AWDA, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet gelezen in samenhang met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens door de ontstentenis van een bevoegdheid van de strafrechter die gelijkwaardig is aan die welke door artikel 263 van de AWDA is toegekend aan de Administratie Douane & Accijnzen, waardoor de administratie de bevoegdheid heeft om een transactie aan te bieden waarbij gedeeltelijk of geheel wordt afgezien van de verbeurdverklaring van de goederen en waarbij evenmin een verplichting tot betaling van de tegenwaarde van de goederen wordt opgelegd, daar waar de strafrechter steeds verplicht is om beklaagde te veroordelen tot de verbeurdverklaring evenals tot de daaraan verbonden veroordeling tot betaling van de tegenwaarde van de goederen bij niet wederoverlegging ervan ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7715 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut