gepubliceerd op 01 december 2021
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 20 oktober 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 oktober 2021, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vra « Schendt artikel 4, § 1, van de wet van 24 december 2020 tot bekrachtiging van de koninklijke(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij arrest van 20 oktober 2021, waarvan de expeditie ter griffie van    het Hof is ingekomen op 29 oktober 2021, heeft het Hof van Cassatie de    volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 4, § 1, van de wet van 24 december 2020 tot    bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van    de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om    maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het    coronavirus COVID-19 (II), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in    zoverre de schorsing van de verjaring van de strafvordering ingevoerd    bij artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 3 van 9 april 2020    algemeen van toepassing is, zonder daarvan de rechtsplegingen uit te    sluiten waarvan het vonnis vertraging heeft opgelopen om redenen die    losstaan van de gezondheidscrisis die de invoering van die schorsing    heeft verantwoord ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7661 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux