gepubliceerd op 14 april 2021
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 16 februari 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 maart 2021, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejud « Is het verenigbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet dat voor de zaken die volgens de bur(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 16 februari 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 maart 2021, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is het verenigbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet dat voor de zaken die volgens de burgerlijke rechtspleging worden behandeld voor elke gedinginleidende akte die op een van rollen bedoeld in de artikelen 711 en 712 van het Gerechtelijk Wetboek wordt ingeschreven, op het ogenblik van die inschrijving, door elke eisende partij een bijdrage aan het Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand verschuldigd is (art. 4 § 2 Wet 19 maart 2017) en in strafzaken iedere door een strafgerecht veroordeelde verdachte, inverdenkinggestelde, beklaagde, beschuldigde of voor het misdrijf burgerrechtelijk aansprakelijke persoon veroordeeld wordt tot het betalen van een bijdrage aan het Begrotingsfonds (art. 4 § 3 Wet 19 maart 2017), terwijl de (oorspronkelijke) beklaagde die in eerste aanleg door een strafgerecht wordt vrijgesproken, waarna énkel hoger beroep volgt van de burgerlijke partij, mét hervorming van het bestreden vonnis in graad van hoger beroep door de bewezenverklaring van een fout bestaande in het plegen van het initieel vervolgde misdrijf, in hoger beroep aangemerkt als verwezene ' (die niet aan te merken is als verdachte, inverdenkinggestelde, beklaagde, beschuldigde ') niet tot een bijdrage aan het Fonds voor de juridische tweedelijnsbijstand kan veroordeeld worden ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7529 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut