Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 30 oktober 2020

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 28 september 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 oktober 2020, heeft het Arbeidshof te Gent, afdeling Brugge, de volg « Schenden de artikelen 10 en 11ter, § 1, 5de lid van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2020204237
pub.
30/10/2020
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 28 september 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 oktober 2020, heeft het Arbeidshof te Gent, afdeling Brugge, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 10 en 11ter, § 1, 5de lid van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de mate de in deze artikelen vervatte verboden van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur (artikel 10 van de Arbeidsovereenkomstenwet) en opeenvolgende vervangingsovereenkomsten (artikel 11ter, § 1, 5de lid van de Arbeidsovereenkomstenwet), niet kunnen toegepast worden wanneer er een opeenvolging is van arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten ? Wordt een werknemer die tewerkgesteld wordt op basis van een opeenvolging van arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten waarvan de duur van de opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur de twee jaar niet overschrijdt en de duur van de opeenvolgende vervangingsovereenkomsten evenmin de twee jaar overschrijdt, maar waarvan de gezamenlijke duur van de opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en de vervangingsovereenkomsten wel meer dan twee jaar bedraagt, maar die dus in de strikte interpretatie van de artikelen 10 en 11ter, § 1, 5de lid van de Arbeidsovereenkomstenwet niet zal beschouwd worden te zijn tewerkgesteld op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur, in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet gediscrimineerd in vergelijking met : - ofwel een werknemer die enkel tewerkgesteld wordt op basis van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur waarvan de gezamenlijke duur twee jaar overschrijdt en die dus op basis van artikel 10 van de Arbeidsovereenkomstenwet zal beschouwd worden te worden tewerkgesteld op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur; - ofwel een werknemer die enkel tewerkgesteld wordt op basis van opeenvolgende vervangingsovereenkomsten waarvan de gezamenlijke duur twee jaar overschrijdt en die dus op basis van artikel 11ter, § 1, 5de lid van de Arbeidsovereenkomstenwet zal beschouwd worden te worden tewerkgesteld op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7447 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^