gepubliceerd op 26 augustus 2020
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 11 juni 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 juli 2020, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof van Ber « Schendt artikel 6.4° van de wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel in(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 11 juni 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 juli 2020, heeft de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 6.4° van de
wet van 19 december 2003Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
19/12/2003
pub.
22/12/2003
numac
2003009950
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet betreffende het Europees aanhoudingsbevel
sluiten betreffende het Europees aanhoudingsbevel in combinatie gelezen met de artikelen 12,6° en 38 van de wet van 15 mei 2012 alsook met artikel 92 van het Strafwetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de mate dat na verloop van vijf jaar vanaf het definitief arrest of het vonnis waarbij een Belg of een persoon die in België verblijft tot een gevangenisstraf van maximaal 3 jaar werd veroordeeld en waarvoor de overlevering met het oog op strafuitvoering wordt gevraagd, het onderzoeksgerecht de overlevering van die persoon met het oog op strafuitvoering in België niet meer kan weigeren omdat die straf naar Belgisch recht verjaard is, met gevolgen voor zijn sociale re-integratie, familiale en economische banden, terwijl het onderzoeksgerecht de overlevering van de Belg of van de persoon die in België verblijft en die gestraft werd met een gevangenisstraf die drie jaar overstijgt, in dezelfde omstandigheden, kan weigeren met het oog op strafuitvoering in België omdat die straf naar Belgisch recht slechts na verloop van tien jaar verjaart vanaf het definitief arrest of vonnis ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7418 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut