Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 11 december 2019

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee arresten van 22 oktober 2019, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 4 november 2019, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende p « Schendt artikel 376, § 2 WIB 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer de bepaling (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2019205605
pub.
11/12/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij twee arresten van 22 oktober 2019, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 4 november 2019, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 376, § 2 WIB 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer de bepaling zo wordt geïnterpreteerd dat: - het de directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar verbiedt ambtshalve ontheffing te verlenen van een overbelasting die zou blijken uit een in kracht van gewijsde gegane uitspraak van de hoven en rechtbanken waarmee op grond van artikel 159 van de Grondwet wordt geoordeeld dat een algemeen, provinciaal of plaatselijk besluit of verordening buiten toepassing wordt verklaard wegens schending van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, - terwijl dit artikel de directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar niet verbiedt ambtshalve ontheffing te verlenen van een overbelasting die zou blijken uit een arrest van het Grondwettelijk Hof waarmee, in antwoord op een prejudiciële vraag, wordt geoordeeld dat een wetsbepaling niet bestaanbaar is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie ? ».

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7274 en 7275 van de rol van het Hof, werden samengevoegd met de zaken met rolnummers 7256 en andere.

De griffier, F. Meersschaut

^