gepubliceerd op 20 maart 2019
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 24 januari 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 februari 2019, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudi « Is artikel 2244, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, zo geïnterpreteerd dat alleen de verzoeken(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 24 januari 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 februari 2019, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is artikel 2244, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, zo geïnterpreteerd dat alleen de verzoekende partij de stuitende werking van het in artikel 2244, § 1, van het Burgerlijk Wetboek beoogde beroep tot vernietiging geniet, niet in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen : - de personen die dat beroep tot vernietiging hebben ingesteld en de stuitende werking van dat beroep ten aanzien van hun vordering tot herstel van de door de bestreden administratieve handeling veroorzaakte schade kunnen genieten en - de personen die dat beroep niet hebben ingesteld, die evenmin in de procedure zijn tussengekomen en die worden benadeeld door het vernietigingsarrest dat een werking erga omnes heeft en retroactief is ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7123 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux