Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 27 november 2018

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 24 oktober 2018 in zake F.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 oktober 2018, heeft het Hof van Cassatie de volgende prej « Schendt artikel 203, §§ 1 en 2, van het Wetboek van strafvordering, in samenhang geleze(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2018205922
pub.
27/11/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 24 oktober 2018 in zake F.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 oktober 2018, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 203, §§ 1 en 2, van het Wetboek van strafvordering, in samenhang gelezen met artikel 204 van hetzelfde Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met artikel 6, lid 1, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre, in geval van hoger beroep ingesteld door het openbaar ministerie of de burgerlijke partij, de beklaagde niet over een bijkomende termijn om hoger beroep in te stellen beschikt, terwijl een dergelijke termijn van tien dagen openstaat voor het openbaar ministerie en, in voorkomend geval, voor de burgerlijke partij in het geval dat de beklaagde hoger beroep instelt, en terwijl elk van die partijen de omvang van de aanhangigmaking bij de rechters in hoger beroep kan beperken ? ».

Met toepassing van artikel 89bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof werd in die zaak de bij artikel 87, § 1, van dezelfde bijzondere wet bepaalde termijn voor het indienen van een memorie verkort tot vijftien dagen.

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7036 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^