gepubliceerd op 14 juni 2018
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij arrest van 11 april 2018 in zake de cvba « Intercommunale Maatschappij voor de Verbreiding van Televisie » tegen het Belgisch Instituut voor postdien(...) « Schendt artikel 2, § 2, eerste lid, van de wet van 17 januari 2003 betreffende de rechtsmidd(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten a. Bij arrest van 11 april 2018 in zake de cvba « Intercommunale Maatschappij voor de Verbreiding van Televisie » (BRUTELE) tegen het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT), waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 april 2018, heeft het Hof van Beroep te Brussel, sectie Marktenhof, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2, § 2, eerste lid, van de wet van 17 januari 2003 betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, in die zin geïnterpreteerd dat het de termijn van beroep tegen een besluit van het BIPT doet ingaan op de dag waarop de kennisgeving is verzonden, zo begrepen als de dag waarop het aangetekend schrijven met bericht van ontvangst is verzonden, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de beroepstermijn zou ingaan op een ogenblik dat de geadresseerde nog geen kennis heeft van de inhoud van het besluit, terwijl de beroepstermijnen, in gerechtelijke of administratieve zaken, wanneer de kennisgeving gebeurt via aangetekend schrijven met bericht van ontvangst, pas mogen ingaan wanneer het schrijven aan de geadresseerde ervan is aangeboden, ermee rekening houdend dat de geadresseerde van het schrijven beschikt over een termijn van zestig dagen, die langer is dan de beroepstermijn van het gemeen gerechtelijk recht, en dat die wet de toepassing van de gemeenrechtelijke beginselen in gerechtelijke en administratieve zaken uitsluit ? ».b. Bij arrest van 11 april 2018 in zake de nv « Nethys » tegen het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT), waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 april 2018, heeft het Hof van Beroep te Brussel, sectie Marktenhof, dezelfde prejudiciële vraag gesteld. Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6905 en 6908 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, P.-Y. Dutilleux