gepubliceerd op 21 maart 2018
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 240.501 van 22 januari 2018 in zake Liliane Henderickx en Dominique Servais tegen het Waalse Gewest, tussenkomende partij : de nv « Standard de Liège » « Is artikel 30 [lees : 30/1], § 2, vierde lid, in fine, van de gecoördineerde wetten op de Ra(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest nr. 240.501 van 22 januari 2018 in zake Liliane Henderickx en Dominique Servais tegen het Waalse Gewest, tussenkomende partij : de nv « Standard de Liège », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 januari 2018, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is artikel 30 [lees : 30/1], § 2, vierde lid, in fine, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, dat stelt dat de tussenkomende partij voor dat rechtscollege niet kan worden gehouden tot de betaling van een rechtsplegingsvergoeding, in overeenstemming met de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en met artikel 9, lid 4, van het Verdrag van Aarhus, wanneer de genoemde (tussenkomende) partij in de loop van de vernietigingsprocedure afstand doet van haar vergunning, nadat die door de Raad van State werd geschorst ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6835 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux