gepubliceerd op 19 februari 2018
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 5 december 2017 in zake Henry Pauwels tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 december 2017, heeft he « Schendt artikel 16.4.25 DABM [decreet van het Vlaamse Gewest van 5 april 1995 houdende algemene b(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 5 december 2017 in zake Henry Pauwels tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 december 2017, heeft het Milieuhandhavingscollege de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 16.4.25 DABM [decreet van het Vlaamse Gewest van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid], samen gelezen met artikel 16.4.29 DABM en artikel 44 DBRC-decreet [Vlaams
decreet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
04/04/2014
pub.
01/10/2014
numac
2014035564
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges
sluiten betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges], de artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor zover, voor de overtreder op wie de georganiseerde procedure van bestuurlijke beboeting van toepassing is, niet in de mogelijkheid voorzien wordt om geheel of gedeeltelijk uitstel van de uitvoering van de alternatieve bestuurlijke beboeting toe te kennen, in de zin van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, terwijl een dergelijke mogelijkheid wel bestaat ten gunste van een overtreder die, voor hetzelfde misdrijf, het voorwerp uitmaakt van een strafrechtelijke procedure, in zoverre hierdoor een verschil in behandeling zou ontstaan dat niet redelijk kan verantwoord worden ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6798 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut