gepubliceerd op 30 november 2016
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 15 april 2015 in zake Rene Eyckens tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 oktober 2016, heeft het Ho 1. « Schendt artikel 27ter, § 2, eerste lid, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bes(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij arrest van 15 april 2015 in zake Rene Eyckens tegen het Vlaamse    Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op    28 oktober 2016, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende    prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 27ter, § 2, eerste lid, van het decreet van 23    januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de    verontreiniging door meststoffen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet    in zoverre het bepaalt dat de beslissingstermijn begint te lopen op de    datum van de afgifte ter post van de aangetekende brief houdende een    verzoek tot kwijtschelding of vermindering van de administratieve    geldboete of een verzoek tot uitstel van betaling ? »;2. « Schendt artikel 27ter, § 3, van het decreet van 23 januari 1991    inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door    meststoffen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de in    deze bepaling voorziene regel van het gegrond geacht bezwaar in geval    van ontstentenis van een beslissing binnen de zes maanden, enkel    toepasselijk is op de administratieve geldboeten inzake mestheffing,    en niet op de administratieve geldboeten inzake rijksbelastingen ? ».   Die zaak is ingeschreven onder nummer 6529 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut