Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 21 april 2016

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 18 februari 2016 in zake Dirk Baekelant tegen de vzw « Maria Middelares », Alexis Vercruyssen, Jacobus Van Tichelen en de Landsbond der Christelijke Mu « 1. Schenden de artikelen 1382, 1383 en 1384 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2016202079
pub.
21/04/2016
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 18 februari 2016 in zake Dirk Baekelant tegen de vzw « Maria Middelares », Alexis Vercruyssen, Jacobus Van Tichelen en de Landsbond der Christelijke Mutualiteiten, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 maart 2016, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schenden de artikelen 1382, 1383 en 1384 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, inhoudende een verbod van discriminatie, wanneer ze zo geïnterpreteerd worden dat een slachtoffer van een schadegeval waarbij de schade bestaande uit arbeidsongeschiktheid en inkomstenverlies gekwalificeerd wordt als een verlies van een kans, een hogere vergoeding kan bekomen dan een van een schadegeval waarbij een zelfde even grote schade bestaande arbeidsongeschiktheid en inkomstenverlies gekwalificeerd wordt als een effectieve materiële schade ? 2. Schenden de artikelen 1382, 1383 en 1384 van het Burgerlijk Wetboek in samenlezing met artikel 136 § 2 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, inhoudende een verbod op discriminatie, wanneer ze zo geïnterpreteerd worden dat een ziekteverzekeringsinstelling die uitkeringen (dagvergoedingen) betaalt aan een verzekerde, slachtoffer van een schadegeval waarvoor een derde aansprakelijk is, waarbij de schade van de verzekerde wordt omschreven als verlies van een kans, haar uitkeringen niet kan verhalen op de derde aansprakelijke, en een ziekteverzekeringsinstelling die uitkeringen (dagvergoedingen) betaalt aan een verzekerde, slachtoffer van een schadegeval waarvoor een derde aansprakelijk is, waarbij de schade van de verzekerde wordt omschreven als een effectieve materiële schade aan inkomstenverlies, haar uitkeringen wel kan verhalen op de derde aansprakelijke, terwijl in beide gevallen de gezondheidssituatie van de verzekerde dezelfde is, terwijl er in beide gevallen een derde aansprakelijke is, terwijl in beide gevallen dezelfde uitkeringen worden betaald en terwijl in beide gevallen de verzekerde zelf minstens aanspraak kan maken op een volledige betaling van de uitkeringen ongeacht wat hij bij de aansprakelijke derde nog verder zal recupereren ? 3.Schenden de artikelen 1382, 1383 en 1384 van het Burgerlijk Wetboek in samenlezing met artikel 136 § 2 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, inhoudende een verbod op discriminatie, wanneer ze zo geïnterpreteerd worden dat een ziekteverzekeringsinstelling die uitkeringen (dagvergoedingen) betaalt aan een verzekerde, slachtoffer van een schadegeval waarvoor een derde aansprakelijk is, waarbij de schade van de verzekerde wordt omschreven als verlies van een kans, haar uitkeringen niet kan verhalen op de derde aansprakelijke, en de verzekerde zelf, die van de ziekteverzekeringsinstelling als gevolg van zijn arbeidsongeschiktheid uitkeringen heeft ontvangen waardoor de ziekteverzekeringsinstelling ten belope van het bedrag van de uitkeringen wettelijk in de rechten van de verzekerde is gesubrogeerd, wel een vergoeding kan ontvangen, omschreven als een vergoeding voor een verlies van een kans, wanneer zowel de door de ziekteverzekeringsinstelling gedane uitkeringen als de aan de verzekerde toe te kennen vergoeding berekend worden op basis van het werkelijk inkomstenverlies van het slachtoffer ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6374 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^