Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 22 juli 2015

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 5 juni 2015 in zake Jacqueline Van Goethem tegen de Rijksdienst voor Pensioenen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 juni 2 « Schendt artikel 10, derde lid van de Wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgaranti(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2015203429
pub.
22/07/2015
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 5 juni 2015 in zake Jacqueline Van Goethem tegen de Rijksdienst voor Pensioenen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 juni 2015, heeft het Arbeidshof te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 10, derde lid van de Wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door te bepalen dat het eerste lid van hetzelfde artikel, dat stelt dat wanneer de betrokkene en/of de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt roerende of onroerende goederen om niet of onder bezwarende titel hebben afgestaan (in de loop van de tien jaren die voorafgaan aan de datum waarop de aanvraag uitwerking heeft) een inkomen als bestaansmiddel in rekening wordt gebracht, niet van toepassing is op de opbrengst van de afstand van het woonhuis van de betrokkene en/of van de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt die geen ander bebouwd onroerend goed bezit of bezitten, in zover de opbrengst van de afstand nog geheel of gedeeltelijk in het in aanmerking genomen vermogen wordt teruggevonden, terwijl dit eerste lid wel toepassing vindt indien de betrokkene en/of de personen waarmee hij dezelfde hoofdverblijfplaats deelt wel een ander bebouwd onroerend goed bezit of bezitten ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6224 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^