Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 20 januari 2015

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 25 november 2014 in zake het openbaar ministerie en anderen tegen de nv « H. », in vereffening, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekom « Schendt artikel 203, § 1, van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Gr(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2015200056
pub.
20/01/2015
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 25 november 2014 in zake het openbaar ministerie en anderen tegen de nv « H. », in vereffening, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 1 december 2014, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 203, § 1, van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het het hoger beroep van de beklaagde tegen een beslissing die door een strafgerecht op tegenspraak is gewezen over de burgerlijke belangen naar aanleiding van een vordering van schadevergoeding ingesteld door een burgerlijke partij, aan een termijn van vijftien dagen vanaf de uitspraak onderwerpt, terwijl krachtens artikel 1051, § 1 [lees : eerste lid], van het Gerechtelijk Wetboek, de partij die is veroordeeld tot vergoeding van schade naar aanleiding van een vordering tot schadevergoeding die uit dezelfde feiten voortvloeit, over een termijn van één maand beschikt, vanaf de betekening (of de kennisgeving) van de beslissing, om tegen die laatste hoger beroep aan te tekenen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6106 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^