gepubliceerd op 05 december 2014
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 9 oktober 2014 in zake de procureur-generaal tegen M.E.A., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 oktober 2014, heeft het Hof « Schenden artikel 604 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 23 van het Wetboek van de Belgische(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 9 oktober 2014 in zake de procureur-generaal tegen M.E.A., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 oktober 2014, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 604 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, in samenhang gelezen met artikel 23/1 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, ingevoerd bij de
wet van 4 december 2012Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
04/12/2012
pub.
14/12/2012
numac
2012009519
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit migratieneutraal te maken
type
wet
prom.
04/12/2012
pub.
04/04/2013
numac
2013000209
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit migratieneutraal te maken. - Duitse vertaling
sluiten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en/of artikel 2.1 van het Zevende Aanvullend Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, aangezien zij de toegang tot een dubbele aanleg met volle rechtsmacht niet toestaan aan personen die van de Belgische nationaliteit vervallen kunnen worden verklaard wegens veroordelingen die zijn uitgesproken voor in artikel 23/1, § 1, bedoelde misdrijven die in ogenschouw worden genomen vanuit de invalshoek van 'ernstige tekortkomingen aan hun verplichtingen als Belgische burger' in de zin van artikel 23, § 1, 2°, in het kader van een vordering die met toepassing van artikel 23, § 3, onmiddellijk voor het hof van beroep is gebracht en niet voor de rechter bij wie de strafvordering aanhangig is gemaakt, en zulks zelfs wanneer de veroordelingen waarop de vordering tot vervallenverklaring is gebaseerd, dateren van vóór de inwerkingtreding, op 14 december 2012, van artikel 23/1 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6066 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux