Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 18 augustus 2014

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 13 juni 2014 in zake de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening tegen Mr. T. Jammaer, in zijn hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder van C.D., waarvan de « 1. Schendt artikel 488bis-K van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat de bescher(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2014204961
pub.
18/08/2014
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 13 juni 2014 in zake de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening tegen Mr. T. Jammaer, in zijn hoedanigheid van voorlopig bewindvoerder van C.D., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 25 juni 2014, heeft het Arbeidshof te Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 488bis-K van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat de bescherming die het uitvaardigt ten gunste van de onder voorlopig bewind geplaatste personen - door de verplichting op te leggen dat betekeningen en kennisgevingen die hun moeten worden gedaan, worden gedaan aan de voorlopige bewindvoerder die aan hen is toegevoegd - niet van toepassing is op de oproepingen die door de Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling (' Forem ') aan een onder voorlopig bewind geplaatste werkzoekende worden gericht, noch op de beslissing tot schrapping van zijn inschrijving als werkzoekende wanneer geen gevolg eraan is gegeven, niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, alsook artikel 23, 2°, ervan, in samenhang gelezen met artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en artikel 1 van het Protocol nr. 1 bij dat Verdrag, in zoverre het, in die interpretatie, tot gevolg zou hebben personen die zich in verschillende situaties bevinden, zonder redelijke verantwoording, op identieke wijze te behandelen : - enerzijds, de werkzoekenden die beschikken over hun volle bekwaamheid om hun sociale rechten uit te oefenen en de daarmee verband houdende verplichtingen in acht te nemen; - en, anderzijds, de werkzoekenden die onder voorlopig bewind zijn geplaatst wegens een tijdelijke of duurzame aantasting van hun geestelijke gezondheidstoestand die hen onbekwaam maakt hun administratieve situatie dagdagelijks te beheren en, bijgevolg, diezelfde verplichtingen in acht te nemen zonder de bijstand van de daartoe aangewezen voorlopige bewindvoerder ? 2. Is artikel 488bis-K van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat de bescherming die het uitvaardigt ten gunste van de onder voorlopig bewind geplaatste personen - door de verplichting op te leggen dat betekeningen en kennisgevingen die hun moeten worden gedaan, worden gedaan aan de voorlopige bewindvoerder die aan hen is toegevoegd - van toepassing is op de oproepingen die door de ' Forem ' aan een onder voorlopig bewind geplaatste werkzoekende worden gericht, en op de beslissing tot schrapping van zijn inschrijving als werkzoekende wanneer geen gevolg eraan is gegeven, bestaanbaar met de artikelen 10, 11 en 23, 2°, van de Grondwet, in samenhang gelezen met de voormelde supranationale bepalingen ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5941 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^