gepubliceerd op 03 juli 2014
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 23 mei 2014 in zake de Franse Gemeenschap tegen Eric Trekels, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 juni 2014, heeft het Hof v « Schendt artikel 6 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 13 december 2012 tot geldigverklar(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 23 mei 2014 in zake de Franse Gemeenschap tegen Eric Trekels, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 juni 2014, heeft het Hof van Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 6 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 13 december 2012 tot geldigverklaring van diverse bepalingen die van toepassing zijn op het personeel van het onderwijs ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de algemene beginselen van rechtszekerheid en niet-retroactiviteit, in zoverre het een retroactieve bekrachtiging inhoudt van een koninklijk besluit van 9 november 1978 tot vaststelling van de weddeschalen van het personeel, dat reeds onwettig werd bevonden bij rechterlijke beslissingen (zie onder meer het arrest van het Hof van Beroep te Brussel, nr. 2005/1216, A.R. nr. 2002/AR/1226, in zake Franse Gemeenschap/Cornil) omdat de afdeling wetgeving van de Raad van State niet op rechtsgeldige wijze was geraadpleegd, terwijl de kwestie van de rechtsgeldigheid van het genoemde koninklijk besluit het voorwerp uitmaakt van verschillende lopende gerechtelijke procedures, waaronder de procedure die thans hangende is voor het Hof van Beroep te Bergen, in zake Trekels/Franse Gemeenschap, en in zoverre de retroactiviteit van het in het geding zijnde decreet dus tot gevolg heeft dat de afloop van die gerechtelijke procedure in een welbepaalde zin wordt beïnvloed doordat de feitenrechter wordt verhinderd zich uit te spreken over die rechtsvraag ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5914 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux