gepubliceerd op 30 mei 2013
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 18 april 2013 in zake Youssef Touil en Godelieve Schoenmaekers tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Merelbeke, waarvan de exped « Schendt artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, vóór de inwerkingtreding van de wet van 21 feb(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij arrest van 18 april 2013 in zake Youssef Touil en Godelieve    Schoenmaekers tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand van de    gemeente Merelbeke, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is    ingekomen op 26 april 2013, heeft het Hof van Beroep te Gent de    volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, vóór de    inwerkingtreding van de wet van 21 februari 2010 (en gelezen zoals    onder meer in de arresten van het Grondwettelijk Hof van 18 mei 2011    (nr. 83/2011) en 8 maart 2012 (nr. 43/2012)) de artikelen 10 en 11 van    de Grondwet, in zoverre een rechtsplegingsvergoeding ten laste van de    ambtenaar van de burgerlijke stand kan worden gelegd wanneer hij in    het ongelijk wordt gesteld in een tegen hem ingesteld verhaal ex art.    146bis juncto 167 B.W. waarin hij optreedt in het algemeen belang ? ».
Die zaak, ingeschreven onder nummer 5629 van de rol van het Hof, werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 5617.
De griffier, F. Meersschaut