gepubliceerd op 11 januari 2013
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee arresten van 31 oktober 2012 en 21 november 2012 in zake het openbaar ministerie en de minister van Financiën respectievelijk tegen L.L. en de nv « V.M.C. » « Schendt artikel 227, § 2, van de algemene wet van 18 juli 1977 houdende coördinatie van de a(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij twee arresten van 31 oktober 2012 en 21 november 2012 in zake het openbaar ministerie en de minister van Financiën respectievelijk tegen L.L. en de nv « V.M.C. » en tegen G.A. en Y.Ö., waarvan de expedities ter griffie van het Hof zjin ingekomen op 9 en 29 november 2012, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 227, § 2, van de algemene
wet van 18 juli 1977Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
18/07/1977
pub.
31/01/2013
numac
2013000049
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op 18 juli 1977. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten houdende coördinatie van de algemene bepalingen inzake douane en accijnzen [lees : de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 18 juli 1977] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de beklaagden, daders of medeplichtigen, aan wie een misdrijf inzake douane en accijnzen wordt verweten en die met een geldboete worden gestraft, die veroordeling steeds hoofdelijk uitgesproken zullen zien, terwijl de beklaagden, daders en medeplichtigen, aan wie een gemeenrechtelijk misdrijf wordt verweten en die met een geldboete worden gestraft, niet hoofdelijk kunnen worden veroordeeld maar een geldboete opgelegd zullen krijgen die door de rechter zal worden geïndividualiseerd ? ».
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5514 en 5523 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, P.-Y. Dutilleux