gepubliceerd op 16 november 2012
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 220.918 van 9 oktober 2012 in zake de nv « Vlaamse Media Maatschappij » tegen de Vlaamse Regulator voor de Media, waarvan de expeditie ter griffie va « Schendt artikel 2, 50°, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende de radio-omroep en de telev(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest nr. 220.918 van 9 oktober 2012 in zake de nv « Vlaamse Media Maatschappij » tegen de Vlaamse Regulator voor de Media, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 oktober 2012, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schendt artikel 2, 50°, van het
decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
27/03/2009
pub.
30/04/2009
numac
2009035356
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende radio-omroep en televisie
sluiten betreffende de radio-omroep en de televisie, artikel 127 van de Grondwet en artikel 4, 6°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, door teletekst niet beperkt tot zijn ondertitelingsfunctie maar in zijn geheel aan zijn toepassing te onderwerpen, dus met inbegrip van de autonome tekstdienst die in beeld wordt gebracht en samen met het lineaire omroepsignaal wordt meegestuurd onder de redactionele verantwoordelijkheid van een aanbieder van omroepdiensten - en de digitale versie van deze dienst - maar overigens zowel op inhoudelijk als op technisch vlak onafhankelijk van een televisieprogramma kan worden geraadpleegd ? Schenden de artikelen 41 en 42 van het
decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
27/03/2009
pub.
30/04/2009
numac
2009035356
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende radio-omroep en televisie
sluiten betreffende de radio-omroep en de televisie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het evenredigheidsbeginsel de gemeenschappen ertoe verplicht om de hen toegewezen bevoegdheden op redelijke en evenredige wijze uit te oefenen, wat een samenwerking met de andere deelstaten en/of federale staat impliceert wanneer de aangelegenheden waarvoor bevoegdheden verdeeld werden, elkaar raken, zoals dat het geval is inzake de convergentie in de media tussen de verschillende vormen op het vlak van de verspreide inhoud ervan, en dergelijke samenwerking vandaag ontbreekt ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5504 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut