Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 07 juni 2012

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 20 april 2012 in zake Patrick Doom en Katrien Ticket tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 mei 201 « Schendt de bepaling van artikel 1017, eerste lid Ger.W., gelezen in samenhang met de artikelen 10(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2012202931
pub.
07/06/2012
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 20 april 2012 in zake Patrick Doom en Katrien Ticket tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 mei 2012, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt de bepaling van artikel 1017, eerste lid Ger.W., gelezen in samenhang met de artikelen 1018 Ger.W. en 1022 Ger.W., zoals op heden van toepassing, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat in een geschil voor de burgerlijke rechter aangaande handhavingsmaatregelen, zoals bepaald in Titel VI, Hoofdstuk I, afdeling 5 en afdeling 7 van de VCRO, de herstelvorderende overheid die een herstelvordering heeft ingeleid dan wel het Vlaams Gewest tegen wie de opheffing van een bekrachtigd stakingsbevel wordt gevorderd als de in het ongelijk gestelde partij in de zin van artikel 1017, eerste lid Ger.W. niet kan worden verwezen in een rechtsplegingvergoeding, terwijl de betrokkene lastens wie de herstelvordering wordt ingesteld dan wel zelf de opheffing vordert van een bekrachtigd stakingsbevel als de in het ongelijk gestelde partij in de zin van artikel 1017, eerste lid Ger.W. wel dient verwezen te worden in een rechtsplegingvergoeding, daar waar : - artikel 1017, eerste lid Ger.W. het enkel heeft over ' de in het ongelijk gestelde partij ' zonder dat daarbij een onderscheid gemaakt wordt of deze in het ongelijk gestelde partij al dan niet optreedt in het algemeen belang; - in strafzaken een betrokkene c.q. beklaagde die opzichtens hem een herstelvordering gegrond ziet verklaard worden niet gehouden is tot het betalen van een rechtsplegingvergoeding aan de herstelvorderende overheid ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5399 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^