gepubliceerd op 09 februari 2012
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 22 december 2011 in zake L.Y. tegen de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 « Schendt artikel 1, zesde lid, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van een gewaarborgde gez(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 22 december 2011 in zake L.Y. tegen de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 januari 2012, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1, zesde lid, van de
wet van 20 juli 1971Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
20/07/1971
pub.
19/08/2009
numac
2009000536
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot instelling van een gewaarborgde gezinsbijslag de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 191 van de Grondwet, met de artikelen 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en 14 van dat Verdrag, of nog met de artikelen 2, § 2, en 26, § 1, van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind, doordat het van toepassing is op de buitenlandse aanvrager die gemachtigd is in België te verblijven, in zoverre hij gezinsbijslag aanvraagt voor zijn kind dat onderdaan is van een Staat die geen lid is van de Europese Unie, terwijl het niet van toepassing is op dezelfde buitenlandse aanvrager in zoverre hij gezinsbijslag aanvraagt voor zijn ander kind dat van Belgische nationaliteit is, waarbij aldus kinderen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden verschillend worden behandeld ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5282 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.