gepubliceerd op 14 februari 2011
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 13 december 2010 in zake Saqip Idrizaj en Kumrije Sinani tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Hoei, waarvan de expeditie ter gr « Schendt artikel 29, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelij(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 13 december 2010 in zake Saqip Idrizaj en Kumrije Sinani tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Hoei, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 december 2010, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 29, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, in de versie van vóór de wijziging ervan bij de wet van 30 december 2009, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het bepaalt dat de in artikel 24, § 1, van dezelfde wet bedoelde vordering tot terugvordering van het leefloon verjaart overeenkomstig artikel 2262bis, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek wanneer de onverschuldigde betaling is uitgevoerd zonder bedrog, arglist of bedrieglijke handelingen van de betrokkene, terwijl, volgens artikel 30, § 1, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, de terugvordering van de in dezelfde omstandigheden betaalde sociale prestaties verjaart na drie jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de uitbetaling is gebeurd ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 5074 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.