Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 19 augustus 2010

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 11 juni 2010 in zake N.W. tegen M.-J. D., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 juni 2010, heeft het Hof van Cassatie de vol « 1. Schendt het vroegere artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grond(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010204360
pub.
19/08/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest van 11 juni 2010 in zake N.W. tegen M.-J. D., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 juni 2010, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt het vroegere artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het het instellen van een rechtsvordering tot onderzoek naar het vaderschap door een kind dat tijdens het huwelijk van zijn moeder is geboren, afhankelijk stelt van de voorwaarde dat er geen bezit van staat bestaat ten aanzien van diegene van wie het vaderschap krachtens de artikelen 315 en 317 van het Burgerlijk Wetboek vaststaat, terwijl artikel 322 van dat Wetboek het instellen van dezelfde rechtsvordering door een kind dat buiten het huwelijk is geboren, niet van een dergelijke voorwaarde afhankelijk stelt ? 2. Schendt het vroegere artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet in zoverre het een kind verbiedt zijn biologische vader te zoeken en zijn vaderschap te laten erkennen wanneer het tijdens het huwelijk van zijn moeder is verwekt en zijn afstamming ten aanzien van de echtgenoot van zijn moeder wordt bevestigd door een bezit van staat ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4973 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^