gepubliceerd op 27 mei 2010
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 25 maart 2010 in zake de procureur-generaal tegen F.K., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 maart 2010, heeft het Hof van « Schendt artikel 12bis, § 4, derde lid, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, krach(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest van 25 maart 2010 in zake de procureur-generaal tegen F.K., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 maart 2010, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 12bis, § 4, derde lid, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, krachtens hetwelk het door de rechtbank van eerste aanleg gewezen vonnis aan de belanghebbende ter kennis wordt gebracht door toedoen van de procureur des Konings, terwijl de belanghebbende en de procureur des Konings, binnen 15 dagen na de kennisgeving, hoger beroep kunnen instellen tegen die beslissing, de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie gewaarborgd in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelet op het feit dat aan de procureur des Konings geen enkele termijn wordt opgelegd om over te gaan tot de kennisgeving, die hij dus langdurig of zelfs oneindig zou kunnen uitstellen, en dat bovendien de vreemdeling zelf niet het initiatief kan nemen om de termijn van hoger beroep te laten lopen door de beslissing van de rechtbank van eerste aanleg aan de procureur des Konings te betekenen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4910 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.